De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
FEZ. 2004/1447
datum
14-05-2004
onderwerp
Instelling dienst die baten-lastenstelsel voert, de Algemene
Inspectiedienst
TRC 2004/3592
bijlagen
2
Geachte Voorzitter,
Op grond van de voorhangprocedure van artikel 10 van de
Comptabiliteitswet 2001 leg ik hierbij mijn voornemen voor, om met
ingang van 1 januari 2005 de Algemene Inspectiedienst (AID) in te
stellen als dienst die een baten-lastenstelsel voert.
Deze voorhangprocedure houdt in dat het besluit niet eerder wordt
genomen dan 30 dagen nadat het voornemen daartoe schriftelijk ter
kennis is gebracht van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Indien de
Kamer binnen 30 dagen na ontvangst van de kennisgeving of binnen 14
dagen na het verstrekken van nadere inlichtingen zich uitspreekt tegen
het voorgenomen besluit, wordt het besluit niet aangenomen.
Het Kabinet is met mij van mening dat het verlenen van deze status aan
de AID en de daarbij behorende specifieke beheersregels de
doelmatigheid van de AID zullen bevorderen. Het traject is begeleid
door het Begeleidingsteam Verzelfstandigingen van de ministeries van
BZK en Financiën (BiFi-team). Daarbij is uitgegaan van de twaalf
instellingsvoorwaarden die naar aanleiding van de tweede rijksbrede
evaluatie van het resultaatgerichte besturingsmodel in combinatie met
het baten-lastenstelsel in december 2002 met de Tweede Kamer overeen
zijn gekomen (TK 2002-2003, 28737, nr. 1).
Hierna geef ik u een beschrijving van het organisatieprofiel, de
missie en doelstellingen van de dienst en de bijbehorende taken.
datum
14-05-2004
kenmerk
FEZ. 2004/1447
bijlage
1.1. Missie AID
De AID is een professionele handhavingsdienst, behorend tot het
ministerie van LNV. De opsporingsprioriteiten van de AID worden mede
bepaald door het Openbaar Ministerie. De AID heeft grote deskundigheid
in handhaving van wet- en regelgeving door middel van controle,
opsporing, verificatie en handhavingscommunicatie. Deze activiteiten
vormen een bijdrage aan het stimuleren of ontmoedigen van bepaald
gedrag van actoren uit het werkgebied van LNV en dragen daardoor bij
aan de effecten die daarmee worden beoogd zoals welvaart, gezondheid
van mens en dier, en biodiversiteit.
De AID onderscheidt zich door:
* zijn kennis van het LNV-beleid;
* zijn kennis van de doelgroepen waar de handhaving zich op richt;
* zijn kennis over de uitwerking van de regelgeving op die
doelgroepen;
* zijn inzicht in de handhavingseffecten.
De AID benut die kennis in de advisering aan de
LNV-beleidsverantwoordelijken.
De AID adviseert in een vroeg stadium van het beleidsproces over
nalevings- en handhavingsvraagstukken en de rol die de AID en andere
handhavingspartners daarbij kunnen spelen. De AID zoekt actief de
samenwerking met andere handhavingspartners en investeert daarbij in
kennisoverdracht.
1.2. Organisatieprofiel AID
De AID is de controle- en opsporingsdienst van het ministerie van LNV.
Het doel van de activiteiten van de AID is het vestigen van een zowel
politiek als maatschappelijk aanvaardbare naleving van wet- en
regelgeving vanuit LNV en EU. De AID is verantwoordelijk voor:
* controle op de naleving van deze wet- en regelgeving;
* opsporing van overtredingen;
* advisering over controleer- en handhaafbaarheid van het beleid;
* verificatie van de naleving van EU-subsidieregelingen.
De AID is actief in de volgende sectoren:
* landbouw;
* visserij;
* natuur en milieu;
* agribusiness.
De primaire processen worden uitgevoerd door circa 530 controleurs en
rechercheurs. Besturing en ondersteuning vinden plaats door circa 50
lijn- en circa 130 staf- en administratieve functionarissen.
De AID is opgebouwd uit drie regionale inspecties, een dienstonderdeel
Opsporing en een staforganisatie op het hoofdkantoor. Het hoofdkantoor
is gevestigd in Kerkrade.
De regionale inspecties zijn gevestigd in Zwolle, Eindhoven en De
Meern. In deze laatste plaats is bovendien het dienstonderdeel
Opsporing gevestigd.
De AID is een platte organisatie: er zijn drie hiërarchische lagen, te
weten een directeur en een plaatsvervangend directeur, tevens Hoofd
Dienstonderdeel Opsporing, de drie hoofdinspecteurs van de inspecties
en circa 40 middelmanagers (teamleiders). Het beschikbare budget voor
2003 bedroeg circa EUR 50.000.000,--.
2. Ministeriële verantwoordelijkheid
Met de introductie binnen de rijksoverheid van diensten die het
baten-lastenstelsel voert, is de mogelijkheid gecreëerd om met behoud
van de volledige ministeriële verantwoordelijkheid verbetering aan te
brengen in de bedrijfsvoering door afspraken over prestaties en kosten
te maken. Deze diensten kenmerken zich door een resultaatgericht
besturingsmodel in combinatie met een baten-lastenadministratie.
De ministeriële verantwoordelijkheid bij deze diensten blijft inhouden
dat de minister door het parlement ter verantwoording kan worden
geroepen voor het gehele handelen van de dienst.
Als minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zullen mijn
bevoegdheden ten aanzien van de AID volledig intact blijven. De door
de AID uit te voeren opsporingshandelingen vinden plaats onder
medeverantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie.
3. Waarom de overgang naar een dienst die het baten-lastenstelsel
voert?
In 1998 heeft er een Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) bij de
AID plaatsgevonden. In de conclusie van dit onderzoek wordt aangegeven
dat met het invoeren van het baten-lastenmodel er algemene voordelen
bij de bedrijfsvoering kunnen worden gerealiseerd, zoals het
vaststellen van de integrale kostprijs van te leveren producten,
betere toerekening van vermogenskosten (interest, afschrijvingen,
aanschaf en vervanging van kapitaalintensieve productiegoederen), het
introduceren van opdrachtgever- en opdrachtnemersrelaties, interne- en
externe sturing op kosten, de mogelijkheid te reserveren en te lenen
voor grote investeringen en een transparanter inzicht in de kosten van
uitvoering. Met het voeren van een baten-lastenstelsel binnen de AID
kunnen deze belangrijke voordelen worden behaald, die binnen het
kasstelsel niet of veel moeilijker kunnen worden gerealiseerd. Een
bijkomend voordeel is dat met de invoering van een baten-lastenstelsel
binnen de AID ook binnen LNV een sterker bewustzijn ontstaat van de
kosten van uitvoering van beleid.
4. De wijze waarop de dienst voldoet aan de instellingsvoorwaarden
De praktijk leert dat het toepassen van de instellingsvoorwaarden een
groot veranderingsproces is. Niet alleen van de dienst zelf, maar ook
voor haar omgeving.
Het is meer dan alleen het formuleren van een papieren werkelijkheid.
Het resultaatgericht werken moet geïnternaliseerd worden bij zowel de
dienst als haar directe omgeving.
De AID is medio 2001 een traject gestart dat erop gericht is om per 1
januari 2005 als dienst, die het baten-lastenstelsel voert, te kunnen
gaan functioneren.
De fasering van dit traject is als volgt:
2001:
Door het uitvoeren van een risico-analyse op het traject van
omvorming, is op hoofdlijnen inzicht verkregen in de betekenis en
gevolgen voor de AID als dienst met een baten-lastenstelsel voor de
ambtelijke leiding van LNV, de directieraad AID en de
projectorganisatie die met de omvorming belast is. Tevens is het
ambitieniveau bepaald van aanpassingen, van de interne en externe
besturing, om te komen tot grotere resultaatgerichtheid.
2002:
De instellingsproducten zijn door een projectorganisatie ontwikkeld,
opgeleverd, getest en overgedragen aan de staande organisatie.
2003:
De financiële organisatie bij de AID is gereorganiseerd en kwalitatief
en kwantitatief versterkt. Financiële systemen zijn ontwikkeld, getest
en geïmplementeerd. Medewerkers zijn omgeschoold om met de nieuwe
administratieve en financiële processen te kunnen werken.
Er is veel tijd en energie gestoken in het culturele aspect van het
veranderingsproces naar een dienst die een baten-lastenstelsel voert.
Het management op de verschillende niveaus is voorbereid dat het in de
toekomst andere beslissingen, zowel op strategisch, tactisch als
operationeel niveau op het financiële vlak zal moeten nemen.
Het volledige proces van offerte-aanvraag, offerte en
opdrachtverlening voor het jaar 2004 is in 2003 doorlopen conform de
afspraken in het aansturingsprotocol.
2004:
Er zal een vol jaar proef worden gedraaid als dienst die een
baten-lastenstelsel voert. Verder zullen de formele stappen, die nog
moeten worden doorlopen, worden voorbereid.
5. Doelmatigheid en nulmeting
Met de instelling van een dienst die het baten-lastenstelsel voert,
wordt beoogd de doelmatigheid van de organisatie te vergroten. Bij de
AID gaat het hierbij vooral om een verbetering van de kwaliteit van de
producten in relatie met de hoeveelheid. Voor de aansturing van de AID
betekent dit dat naast kwantiteit, de kwaliteit van de output
maatgevend is voor de bekostiging.
Binnen de aansturing van de AID zijn de volgende sterke
doelmatigheidsprikkels vastgelegd:
* Met de opdrachtgever is afgesproken dat de output van agentschap
AID bekostigd zal worden volgens de formule P X Q x q. Hierbij is
P de kostprijs per product, Q de hoeveelheid afgenomen producten
en q de gerealiseerde kwaliteit. De kwaliteit van de prestaties
wordt uitgedrukt in de prestatie-indicatoren treffers bij de
selecte controles en tijdig uitgevoerde verificaties. Dit zijn
twee indicatoren voor de kwaliteit die betrekking hebben op
ongeveer 80% van de output van de AID. Als de AID de afgesproken
streefwaarden met betrekking tot de output niet haalt, dan heeft
dat negatieve consequenties voor de opbrengsten van de AID. Bij
het overtreffen van de doelstelling is er een bonus voor de
organisatie. Er wordt daarmee afgerekend op de kwaliteit en
kwantiteit van de output.
* Een prestatiemeetsysteem maakt transparant in welke mate de AID
voldoet aan specifieke doelstellingen van de eigenaar en de
opdrachtgever en welke ontwikkeling de prestaties van de AID in de
loop der jaren kent.
Hierdoor kunnen zowel de opdrachtgever als de eigenaar nauwkeurig
monitoren of de AID de gewenste doelmatigheid bereikt. Echter ook
andere indicatoren kunnen de opdrachtgever en eigenaar redenen geven
tot (on)tevredenheid over de producten van de AID en daarmee een
aanzet geven tot verdergaande doelmatigheid. Met betrekking tot de
kwaliteit van de AID worden - naast monitoring met behulp van de
genoemde indicatoren - ook maandelijks kwaliteitsaudits uitgevoerd
door onder meer de afdeling Audit, die nagaat of er conform de wet- en
regelgeving en Administratieve Organisatie door de AID wordt gewerkt.
Daarnaast voert de Europese Commissie jaarlijks inspecties uit op de
werkwijze en uitvoering van de AID.
Het meten van doelmatigheid zal plaatsvinden door in de loop van de
tijd (longitudinaal), na vaststelling van een exact beginpunt
(nulmeting), te meten of de AID doelmatiger geworden is ten opzichte
van het beginpunt. De AID zal met de eigenaar afspreken dat de gemeten
waarden bij de nulmeting als normen gaan gelden om de doelmatigheid te
kunnen beoordelen. De kwaliteit van de producten van de AID worden
gemeten aan de hand van prestatie-indicatoren, zoals vastgelegd in het
prestatiemeetsysteem AID.
6. Stand van zaken financieel beheer
Een belangrijk kenmerk van het resultaatgericht besturingsmodel in
combinatie met een baten-latenstelsel is een grotere transparantie ten
aanzien van de prestaties en bedrijfsvoering. Mede door deze grotere
transparantie krijgt het financieel beheer elk jaar veel aandacht in
de rapportage van de Algemene Rekenkamer. De diensten die het
baten-lastenstelsel voeren, dienen ook het voorbeeld te zijn van goede
bedrijfsvoering binnen de rijksoverheid. Derhalve wordt er groot
belang gehecht aan het op orde zijn van het financieel beheer van deze
diensten.
Het financieel beheer bij de AID is op vier sporen versterkt:
* De financiële organisatie krijgt een kwaliteitsimpuls door het
aantrekken van bedrijfseconomische medewerkers en een
plaatsvervangend controller. Daarnaast is het een centraal geleide
organisatie geworden met een gedeconcentreerde uitvoering.
Zodoende worden consistentie, tijdigheid en volledigheid van het
financieel beheer verbeterd;
* Per 1 januari 2004 is in het administratiesysteem van de AID reeds
het baten-lastenstel geïntroduceerd;
* Vanaf maart 2004 gaan alle uitvoerende teams werken met een
maandelijkse resultatenrekening;
* De financiële processen zijn in 2003 aangepast naar aanleiding van
de aanbevelingen uit het baseline onderzoek in 2002, uitgevoerd
door de departementale AuditDienst. Opzet en werking zijn door de
departementale AuditDienst in totaal als voldoende beoordeeld. In
2004 zullen nog enkele aanpassingen worden doorgevoerd, waardoor
alle elementen van het baseline onderzoek als ruim voldoende
kunnen worden gekwalificeerd. Daarnaast is door de AuditDienst op
16 maart 2004 een accountantsverklaring afgegeven over het jaar
2003.
7. De wijze waarop de Tweede Kamer in de ontwerpbegroting en de eerste
suppletoire begroting geïnformeerd zal worden
In de ontwerpbegroting wordt een korte bondige uiteenzetting over de
dienst gegeven onder verwijzing naar de relevante beleidsartikelen
waar de bijdragen voor de te leveren producten en diensten staan
geraamd. Daarnaast zal de dienst zichtbaar maken welke indicatoren
gebruikt gaan worden om de doelmatigheidsontwikkeling inzichtelijk te
maken. In de toelichting wordt een indicatieve openingsbalans
opgenomen met een toelichting op de begroting van baten en lasten, een
kasstroomoverzicht en de ontwikkeling van het eigen vermogen.
De eerste suppletoire begroting in het eerste uitvoeringsjaar als
dienst bevat de definitieve openingsbalans. Daarnaast wordt in deze
suppletoire begroting de formele nulmeting opgenomen. Deze indicatoren
met bijbehorende waarden vormen het uitgangspunt voor het verder in de
tijd volgen van de doelmatigheidsontwikkeling.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
Bijlage: De 12 instellingsvoorwaarden
PDF-versie van de brief met bijlage
Voor downloaden van PDF-bestanden:
Zie het origineel
Instelling dienst die baten-lastenstelsel voert, de Algemene
Inspectiedienst (PDF-formaat, 281 kB)
---
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit