---
Brieven aan de Kamer
---
Kennisgeving inzake onderzoek t.b.v. een mogelijke Nederlandse militaire
bijdrage aan de EU-geleide troepenmacht in Bosnië-Herzegovina
14-5-2004 15:19:00
Het Militaire Comité van de Europese Unie heeft onlangs de
EU-lidstaten informeel gevraagd naar de beginselbereidheid tot
deelneming aan een EU-geleide troepenmacht als beoogd opvolger van
SFOR, de huidige, door de NAVO geleide stabilisatiemissie in
Bosnië-Herzegovina. Een dergelijke informele inventarisatie draagt bij
aan de voorbereidingen op deze nieuwe, door de EU geleide missie. Naar
verwachting zal de NAVO in juni a.s. tijdens de NAVO-top in Istanbul
besluiten SFOR te beëindigen, waarop vervolgens de Europese Unie zal
kunnen besluiten een veiligheidspresentie in Bosnië-Herzegovina te
gaan leiden. De EU-geleide missie zal, naar het zich laat aanzien, op
1 januari 2005 van start kunnen gaan.
Op 1 april jl. heeft de minister van Defensie, tijdens een algemeen
overleg over de informele vergadering van ministers van Defensie van
de EU (TK 21501-28, nr. 16), reeds toegelicht dat voortzetting van de
Nederlandse militaire presentie in Bosnië-Herzegovina in de rede ligt.
In reactie op het informele verzoek van de EU heeft Nederland dan ook
gemeld dat zal worden onderzocht of het een militaire bijdrage kan
leveren die vergelijkbaar is met de huidige Nederlandse bijdrage aan
SFOR. Daarbij is aangetekend dat hiermee niet wordt vooruitgelopen op
politieke besluitvorming.
Overeenkomstig het Toetsingskader 2001 berichten wij u hierbij dat het
kabinet de wenselijkheid en mogelijkheid onderzoekt van een
Nederlandse militaire bijdrage aan een EU-geleide missie in
Bosnië-Herzegovina.
Zodra het onderzoek daartoe aanleiding geeft zullen wij u nader
informeren.
DE MINISTER VAN DEFENSIE, DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN,
H.G.J. Kamp Dr. B.R. Bot
Nieuws
ke_onderzoek_tbv_een_mogelijke_nederlandse_militaire_bijdrage_aan_de_e
Ministerie van Defensie