Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Binnenhof 4

2513 AA `s-Gravenhage

Den Haag Ons kenmerk 14 mei 2004 OWB/AI/04/17839

rapport Ad Hoc Commissie "Brugfunctie TNO en rapport

GTI's"

Onder verwijzing naar mijn brief van 10 maart 2003, in de bijlage waarvan de opzet van het beleidsproject Brugfunctie TNO en GTI's is opgenomen en waarin de instelling van een externe ad hoc commissie werd aangekondigd, zend ik u hierbij een exemplaar van het rapport van deze commissie, die onder leiding stond van dr. H.H.F. Wijffels. Dit rapport, getiteld "De kracht van directe verbindingen", is op 14 mei 2004 door de Commissie aan mij aangeboden. Ik heb mij bij die gelegenheid positief uitgelaten over het rapport en aangekondigd dat het Kabinet zich spoedig zal uitspreken over de uitvoering van de aanbevelingen.

In bijgaand rapport doet de Commissie een aantal aanbevelingen die gericht zijn op het versterken van de rol die TNO en de GTI's (ECN, NLR, MARIN, WL en GeoDelft) kunnen spelen bij het vergroten van de innovatiekracht van Nederland. Om dat te bereiken dienen niet alleen deze instituten de nodige aanpassingen door te voeren, maar wordt ook de overheid op een aantal punten aangesproken. De Commissie hanteert daarbij als belangrijkste uitgangspunten de noodzaak van het functioneren in kennisnetwerken en het hanteren van vraagsturing.

De Commissie is van mening dat de instituten weloverwogen positie moeten kiezen binnen de genoemde kennisnetwerken en daarin een eigen bijdrage moeten leveren aan de gewenste innovaties. Dit in nauwe samenwerking en afstemming met de andere in de kennisnetwerken deelnemende partijen, t.w. het bedrijfsleven, kennisinstellingen, de overheid (als klant) en maatschappelijke organisaties.

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl

blad 2/2

Van de overheid vraagt de Commissie een strategische visie en een heldere articulatie van de behoefte aan onderzoek te formuleren. Meer dan voorheen zal daardoor sprake moeten zijn van een inhoudelijke sturing op hoofdlijnen. Om dit te realiseren is volgens de Commissie een versterking van de daarvoor nodige expertise binnen de overheid geboden. Ook bepleit de Commissie een andere wijze van financiering die in overeenstemming is met de vraagsturing.

Het Kabinet zal over het rapport een standpunt bepalen, dat zo mogelijk nog in juli 2004 zal verschijnen.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

(Maria J. A. van der Hoeven)