Ministerie van Justitie
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Persbericht ministerraad
14 mei 2004
NEDERLAND VEILIGER
De ministerraad heeft ingestemd met de derde voortgangsrapportage van het veiligheidsprogramma
"Naar een veiliger samenleving" van de ministers Donner van Justitie en Remkes van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties. Uit de rapportage blijkt dat het aantal vermogensdelicten zoals diefstal en
woninginbraak vorig jaar met bijna 9 procent is gedaald. De burgers voelen zich ook iets veiliger. Er
worden meer zaken (14.000 extra) aangeleverd bij het openbaar ministerie, het aantal veroordelingen
stijgt en het aantal staandehoudingen door de politie is met 30 procent gestegen tot bijna 1,8 miljoen.
Ook ligt er een pakket aan wetgeving klaar voor parlementaire behandeling zoals de wet op de
identificatieplicht, de wet stelselmatige daders en de wet cameratoezicht gemeenten.
Het veiligheidsprogramma "Naar een veiliger samenleving" is eind 2002 van start gegaan om de aanpak
van criminaliteit te intensiveren. Met het pakket aan maatregelen wil het kabinet de overlast van
criminaliteit fors verminderen. Het programma heeft in principe een looptijd tot 2006 waarna een
eindevaluatie volgt. De Tweede Kamer wordt ieder half jaar geïnformeerd over de voortgang.
Uit de rapportage wordt duidelijk dat het programma op koers ligt. Tal van maatregelen zijn inmiddels
voltooid of in ontwikkeling. De eerste resultaten zijn bemoedigend te noemen. Het Centraal Bureau
voor de Statistiek (CBS) constateert aan de hand van een slachtofferenquête een daling van het aantal
delicten van meer dan 5,1 miljoen naar 4,8 miljoen. Het aantal vermogensdelicten is met 9 procent
gedaald naar 1,7 miljoen. Het aantal inbraken laat een sterke daling zien van 132.000 naar 86.000. Het
kabinet schrijft deze daling onder meer toe aan de verstevigde aanpak van veelplegers. Het aantal
geweldsdelicten is nagenoeg stabiel gebleven en bedraagt 1,1 miljoen. De Politiemonitor Bevolking laat
zien dat er sprake is van een geleidelijke verbetering van het veiligheidsgevoel. In 2002 voelde 30,8
procent van de bevolking zich wel eens onveilig, in 2003 is dit gedaald tot 27,7 procent. Over 2004 laat
een eerste indicatie zien dat de daling zich voortzet met een daling tot 26,9 procent.
Enkele maatregelen uit het veiligheidsprogramma richten zich onverkort op de versterking van toezicht,
handhaving, opsporing en vervolging. Met alle korpsen zijn prestatieafspraken gemaakt waardoor ook
de resultaten zichtbaar worden. Het aantal staandehoudingen is met 30 procent gestegen naar bijna 1,8
miljoen. Het betreft hier de aanpak van overtredingen van lokale politieverordeningen waarmee de
handhaving extra zichtbaar wordt voor het publiek. Het publiek is ook meer tevreden over de politie,
het percentage personen dat (zeer) tevreden is over het laatste contact met de politie is toegenomen van
62,6 naar 64,1. Het ziekteverzuim is bij de politie gedaald van 8,2 naar 7,2 procent. De politie heeft
verder meer rechtbankzaken aangeleverd bij het Openbaar Ministerie (van 214.000 naar 228.300 zaken).
De uitstroom bij het Openbaar Ministerie en de rechtbanken is gestegen van 248.300 naar 277.300. De
detentiecapaciteit is vorig jaar met 1.500 gestegen. Er is een proef gestart met twee gedetineerden op
één cel en de Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel stelselmatige daders aangenomen. Verder zijn met
gemeenten afspraken gemaakt over de aanpak van veelplegers, zowel voor wat betreft de opsporing als
ook de detentie en de nazorg.
Inmiddels ligt er een pakket aan wetgeving gereed voor parlementaire behandeling. Zo liggen er
wetsvoorstellen voor elektronische aangifte, DNA-onderzoek bij veroordeelden, identificatieplicht,
gemeentelijk cameratoezicht en enkele wetsvoorstellen om de strafrechtsketen te stroomlijnen. Verder
is begin dit jaar de Nationale Recherche van start gegaan, zijn de bovenregionale rechercheteams
geformeerd en is de tiplijn Meld Misdaad Anoniem landelijk geïmplementeerd. Met het bedrijfsleven
zijn aparte afspraken gemaakt over het voorkomen van criminaliteit.
RVD, 14.05.2004
Ministerie van Algemene Zaken