Toespraak van minister van verkeer en Waterstaat, Karla Peijs, bij
uitreiken prijs Schip van het Jaar 2004 van de Koninklijke Nederlandse
Vereniging van Technici op Scheepvaartgebied , op 15
Leuke dingen in de scheepvaart zijn vaak voorbehouden aan vrouwen.
Alleen zij mogen een schip dopen en ook de uitreiking van deze Schip
van het Jaar-prijs was tot voor kort voorbehouden aan een vrouw.
Dames en heren,
Zo begon mijn voorganger op het ministerie, de heer De Boer, zijn
Schip van het Jaar toespraak van vorig jaar. En hij sprak vervolgens
de profetische woorden: En het ziet er naar uit dat hier volgend jaar
weer een vrouw staat. En hier sta ik dus, in het prachtige en
landelijke Katwoude.
Maar of hier nu een man of vrouw staat, het is en blijft een mooie
traditie dat de minister van Verkeer en Waterstaat deze prijs
uitreikt.
Als we het hebben over de Schip van het Jaarprijs hebben we het over
innovatie. Het begrip innovatie lijkt soms wel hype-achtige vormen aan
te nemen, maar is voor de Nederlandse scheepsbouw allang de hype
voorbij en het garantiebewijs voor een gezonde toekomst. De
Nederlandse scheepsbouw onderscheidt zich wereldwijd door hoogwaardige
technologie en innovaties.
Maar uw buitenlandse concurrenten zitten niet stil. We staan
wereldwijd nog steeds relatief hoog op lijstjes, maar we verliezen
terrein aan andere Europese landen en vooral ook aan Amerika. Dat tij
moeten we keren, en vandaar ook de extra aandacht die het kabinet
geeft aan innovatiebeleid.
Ik geef een voorbeeld. Gisteren heb ik samen met vier andere ministers
het eindrapport van de Commissie Wijffels in ontvangst genomen. Deze
commissie heeft de brugfunctie tussen TNO en de Grote Technologische
Instituten geëvalueerd. De commissie heeft bekeken of we met de
huidige organisatie van de kennisinfrastructuur in Nederland het
maximum aan innovaties bereiken. De conclusie is dat we een omslag in
denken nodig hebben. Dat we meer vraaggericht dan aanbodgericht moeten
gaan werken.
Het is duidelijk dat in Nederland en ook buiten Nederland een kloof
bestaat tussen fundamenteel onderzoek en de toepassing door
bedrijfsleven en overheid, de zogenaamde innovatieparadox. Kortom, de
vraag naar kennis is niet sturend genoeg.
Mijn ministerie zal het advies van de commissie aangrijpen om de eigen
kennis- en innovatiefunctie sterk te verbeteren. Daarbij staat
vanzelfsprekend vraagsturing centraal.
Een van de GTIs die de commissie Wijffels onder de loep heeft genomen
is het MARIN. Het MARIN wordt omschreven als een belangrijke nationale
en internationale speler binnen het maritieme cluster. Met een
duidelijke economische meerwaarde.
De commissie beoordeelt de Maritime Stakeholders Association ,
die door het MARIN is ontwikkeld, als zeer positief. Bij deze
Association zijn zoals u weet - ondernemingen aangesloten die veel aan
onderzoek en ontwikkeling doen. Ook in financieel krappe tijden.
Zonder nu te veel vooruit te lopen op het kabinetsstandpunt over het
eindrapport van de commissie wil ik wel zeggen dat ik deze conclusie
van harte onderschrijf. De vraagsturing die wordt bepleit in het
eindrapport is bij het MARIN eigenlijk al verregaand toegepast.
Dames en heren,
Mede door de durf en creativiteit van de maritieme bedrijven die zijn
aangesloten bij de MSA, is de Nederlandse scheepsbouw mondiaal een
speler van formaat. Die status is niet voor niets komen aanwaaien. De
sector heeft op basis van drie pijlers een brug naar een economisch
gezonde toekomst geslagen. Ik wil daarbij de term Triple K
introduceren analoog aan de in de bankwereld bekende Triple A status.
Triple K staat voor: kwaliteit, klantgerichtheid en kennis. Op al deze
drie terreinen scoort de scheepsbouw Europees nog steeds
bovengemiddeld.
De hoogstaande inzendingen voor de Schip van het Jaar-prijs dit jaar
bijna 100 - zijn daar het beste bewijs van; ieder jaar weer. De
uitreiking van een innovatieprijs is een goede zaak. Het is een
belangrijk signaal richting sector dat innovatie ertoe doet. Al moet
mij van het hart dat enige bundeling van innovatieprijzen in de
scheepvaart de kracht van het signaal zal kunnen verbeteren.
Dames en heren,
Ook dit jaar had de jury een zware taak. Inzendingen werden beoordeeld
op zaken als veiligheid, milieu en de investeringskosten versus de
toegevoegde waarde. Heel belangrijk is natuurlijk de vraag hoe
baandoorbrekend een schip is. Kortom, het heeft de jury vele vrije
zaterdagen gekost om alle inzendingen te wikken en te wegen.
Uiteindelijk zijn er twee schepen door de jury geselecteerd: het
tankschip m.s. Vlissingen en de dredger J.F.J. de Nul. Hoe
verschillend ook, bij beide schepen staan veiligheid en milieu met
hoofdletters geschreven.
En de winnaar van de schip van het Jaarprijs 2004 is: J.F.J. de Nul
Mag ik de vertegenwoordiger van dit schip vragen naar voren te komen?
Ministerie van Verkeer en Waterstaat