Toespraak staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, Melanie Schultz
van Haegen, bij 105-jarig lustrum In Volle Vaart van UVSV/NVVSU, 15
mei 2004, Utrecht
UFFIES!
Ik moet jullie bekennen dat het een verademing is voor een publiek van
bijna alleen jonge vrouwen te spreken. Ik moet helaas te vaak een zaal
vol foute grijze pakken en leden van het zwakke geslacht toespreken.
Al moet mij van het hart dat u vertegenwoordigers van het sterke
geslacht - er ook redelijk uniform bijzit
105 jaar. Een respectabele leeftijd. Normaal gesproken komt er dan een
burgemeester bij je op bezoek, je biedt als krasse knar de
burgemeester een droog kaakje en een kopje koffie aan, de fotograaf
van het plaatselijke sufferdje legt je vast op de gevoelige plaat en
je krijgt een fijn cadeautje van de gemeente.
Jullie pakken het ambitieuzer aan. Een hele week festiviteiten, een
intocht, concerten, een gala, een musical, receptiesEn dan ook nog een
zeer gepaste en prestigieuze locatie voor de jubileumbijeenkomst: de
Domkerk. De kerk die dit jaar haar 750 jarig jubileum viert onder het
motto terug van weggewaaid.
105 jaar geleden, 1899, de oprichting van de Utrechtse vrouwelijke
studenten vereniging. Een kleine groep reactionaire manwijven of
blauwkousen - als je de mannen van die tijd mocht geloven - besluiten
een vereniging voor en van vrouwelijke studenten te starten. In die
tijd een revolutionaire daad. Vrouwelijke studenten waren op de
vingers van één hand te tellen. Door studie zouden vrouwen hun
vrouwelijkheid verliezen, was de geldende mannelijke opvatting. Een
studie medicijnen was bijvoorbeeld zeer ongeschikt voor vrouwen door
het hoog realistische gehalte van deze studie.
Het duurde tot ver na 1899 voordat mannen gewend waren aan studerende
vrouwen. In ruim honderd jaar is dat beeld radicaal bijgesteld. Een
eeuw later is het aantal mannelijke en vrouwelijke studenten gelijk.
En studeren meer vrouwen dan mannen medicijnen.
We moesten als vrouwen dus van ver komen. Formeel staan we nu op voet
van gelijkwaardigheid, met de nadruk op formeel. Gelijke kansen, maar
de praktijk laat nog op bepaalde terreinen ongelijkwaardigheid zien.
Kijk naar de kloof tussen beloningsverschillen en het bijna volledig
absent zijn van vrouwen in de top van overheidsorganisaties,
bedrijfsleven en wetenschap.
De Universiteit Utrecht is in veel opzichten een gunstige
uitzondering. Met meer vrouwelijke studenten dan mannelijke, zorgt
Utrecht voor genoeg vrouwelijke nakomelingen van Alletta Jacobs of
Anna Maria van Schurman.
Anna Maria van Schurman (1607-1678) was de eerste niet officiële
Nederlandse studente aan een Universiteit, hier in Utrecht. De meest
geleerde vrouw van Europa in haar tijd. Zij was onder andere auteur
van een verhandeling over het recht van de vrouw op studie. Zij was
met andere woorden haar tijd ver en ver vooruit. Zij vond dat vrouwen
het recht moesten hebben te studeren. Anna mocht in haar tijd colleges
volgen, maar wel van achter een gordijntje want de mannelijke
studenten mochten haar niet zien. In de wand van één van de auditoria
overigens nog steeds te bezichtigen - werd een opening gemaakt die met
bepleisterd weefsel werd bespannen. Er werden een paar gaten in
geboord en zo kon ze de colleges volgen. Ze werd de roos tussen de
dorens genoemd. Later, veel later -namelijk bijna 350 jaar krijgen
vrouwen recht op universitair onderwijs en zijn naar het voorbeeld van
Anna Maria duizenden, miljoenen rozen gaan bloeien
Overigens is niet alleen de eerste studente hier in Utrecht gaan
studeren, maar is ook de eerste Nederlandse vrouwelijke hoogleraar
hier benoemd: Johanna Westerdijk in 1916. Ze bleef de enige in die
positie in de Domstad tot na de Tweede Wereldoorlog.
Is de universiteit van Utrecht soms een verlichte universiteit ga je
je dan afvragen? Misschien wel, want het past wel binnen de eeuwenoude
lijfspreuk van de universiteit: Zon der gerechtigheid verlicht ons!
Als ik naar de andere sprekers van de bijeenkomst vandaag kijk, is
Utrecht inderdaad de roos tussen de dorens: Yvonne Van Rooy,
voorzitter College van Bestuur van de universiteit en Geri Bonhof,
voorzitter Raad van Bestuur Hogeschool van Utrecht, een beter bewijs
eeuw van emancipatie en acceptatie vrouwen op universiteiten en
hogescholen is er niet.
Misschien verklaart dat misschien wel voor een deel de nummer 1
positie in Nederland als beste universiteit en de top 10 positie in
Europa, zo blijkt uit onderzoek van de Sjanghai University. Al wil ik
daar als voormalig Leids student wel gelijk pesterig aan toevoegen dat
ondanks dit soort onderzoekjes de vooraanstaande positie van de
Universiteit van Leiden vanzelfsprekend onomstotelijk blijft. Leiden
is dé wetenschappelijke en politieke hofleverancier in Nederland.
Maar ach, laten we toch vooral ons niet verlagen tot dat kinderachtige
mannelijke macho gedrag over welke universiteit de beste is.
We hebben namelijk best belangrijker zaken aan ons hoofd. Bijvoorbeeld
op het terrein van emancipatie. De doorstroom van vrouwen in
docentencorps stagneert, laat staan van vrouwelijke hoogleraren. Hoe
dichter bij de top, hoe lager het aandeel vrouwen wordt. In Nederland
is het aandeel vrouwen onder universitair docenten 22 procent, onder
universitair hoofddocenten 11 procent en onder hoogleraren 6 procent!
Nederland bevindt zich met Ierland en Denemarken met 7 procent
vrouwelijke hoogleraren in de achterhoede. Een hele slechte zaak. Zijn
universiteiten misschien nog te veel een modern mannenklooster?
De oorzaken zijn moeilijk te duiden. Machocultuur?, glazen plafond?,
valse bescheidenheid?, de lastige combinatie zorg en werk?
Het zijn vaak vrouwen die automatisch de zorgtaak voor kinderen op
zich nemen. En van dat laatste kunnen we niet altijd de kerels de
schuld geven. Vrouwen willen vaak het beste van twee werelden. En de
zorg voor kinderen, èn een briljante carrière. Een zeer zware opgave
en een recept voor een burn-out. En dan het huishouden. Let op: als uw
partner jaren in een studentenhuis heeft gewoond dan is hij best in
staat zijn eigen overhemden te strijken en te koken al kan dat een
beproeving voor de maag zijn.
We hebben we in Nederland vergeleken met andere Europese landen een
hoge participatiegraad aan vrouwen. En daar zit absoluut nog rek in,
zeker als we zorgtaken en werk beter gaan faciliteren en mannen ook
meer zorgtaken op zich gaan nemen. Er is nog een enorme potentie aan
vrouwelijk talent dat verloren gaat. Talenten die onze economie hard
nodig heeft!
Waarom is het nu bijvoorbeeld een probleem dat Nederland in
tegenstelling tot het buitenland bijna geen vrouwelijke
topwetenschappers heeft, terwijl er genoeg talent is? Antwoord: OMDAT
DAT DAT SLECHT IS VOOR NEDERLAND KENNISLAND!
We willen van Europa de meest dynamische en concurrerende economie
maken. Die ambitie dreigt als een zeepbel uit elkaar te spatten. Onze
kenniseconomie staat onder druk. Er is een constante braindrain
richting VS. Bedrijven geven weinig aan R&D uit. De kloof tussen
wetenschap bedrijfsleven, de zogenaamde innovatieparadox, is te groot.
En we hebben een tekort aan bèta-studenten. Kortom, we verliezen
terrein terwijl we juist hoogwaardige technologische kennis ons
vervoerbewijs naar een gezonde economie in 21ste eeuw is.
Het belang van een goede doorstroom van afgestudeerde vrouwelijke
studenten in wetenschap is dus evident. Meer vrouwelijke
wetenschappers kunnen de droom van Lissabon weer tot leven wekken. Ik
vind het wel zorgelijk dat veel vrouwen die medicijnen studeren
uiteindelijk parttime of helemaal niet gaan werken. Daarmee gaat een
dure opleiding en kwalitatief hoogstaande kennis door het afvoerputje.
Vrouwelijke en mannelijke wetenschappers leveren even goed werk. Daar
is iedereen het over eens. Als je dus alleen mannen of heel weinig
vrouwen in je team hebt, blijf je kwalitatief onder de maat. Je hebt
dan niet de beste mensen in dienst. De beste 25 vrouwen zijn namelijk
even goed als de beste 25 mannen. Met de 50 beste mannelijke
wetenschappers heb je dus minder kwaliteit in huis dan wanneer je de
25 beste vrouwen en de 25 beste mannen zou hebben. Das logisch! Om
Cruijff te citeren.
En om in voetbaltermen te blijven. In het algemeen is bewezen dat
gemengde teams beter scoren. Dat geldt voor zowel overheid,
bedrijfsleven als overheid. Gemengde teams zijn meer omgevingsbewuster
en meer resultaatgericht. Kijk maar naar het huidige kabinet. Of
beter, kijk maar naar het vorige kabinet, te weinig vrouwen en 87
dagen later was het afgelopen. Kabinetten met voldoende vrouwen hebben
grotere kans rit van vier jaar vol te houden. Daar ben ik van
overtuigd.
Door mijn collega vrouwelijke bewindslieden ben ik gelukkig dan ook
geen roos tussen de dorens. Dat is maar goed ook want ik word niet
graag gelabeld als icoon of rolmodel.
Desondanks voel ik mij uiteraard vereerd als jonge vrouwen zich aan je
spiegelen. Wat heb je als vrouw nodig voor een politieke carrière?
Moet je per se haar op je tanden hebben of lang blond haar dan wel de
mobiele nummers van Gerrit of Jozias uit je hoofd kennen? Nee, ik moet
jullie helaas teleurstellen. Het blijft heel saai een kwestie van hard
werken, je gezond verstand gebruiken en een tikkeltje geluk.
Ik heb als staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat de
verantwoordelijkheid over ingewikkelde dossiers: spoor, lucht en
water. Boeiende, complexe, en daarom uitdagende dossiers. Mijn inzet
voor de publieke zaak is: de Nederlandse infrastructuur op orde. Een
infrastructuur die voldoet aan de hoge eisen van burgers en
bedrijfsleven. En aan de eisen van de wereldeconomie van de 21ste
eeuw.
Ik kan u een volledig college geven over mijn portefeuille. Ik zou
eigenlijk ook niets liever willen. Maar dat kan ik u niet aandoen op
deze feestelijke bijeenkomst.
Uffies!,
Ik wens u een onvergetelijke lustrumweek toe. Uw vereniging is very
much alive and kicking, ook in de 21ste eeuw! En ik stuur u in volle
vaart op weg naar het volgende lustrum. Maar eerst:
Laat alles even vallen,
laat alles even gaan,
laat alles even rusten,
want het lustrum komt eraan!
Dank u!
Ministerie van Verkeer en Waterstaat