Antwoorden op Kamervragen van het Kamerlid Arib over mogelijk seksueel misbruik
patiënten door huisartsen (2030413160 (2e druk)).
1
Hebt u kennisgenomen van het bericht over seksueel misbruik van patiënten door
huisartsen? 1)
1.
Ik heb kennisgenomen van het onderzoek waarnaar in de voetnoot wordt verwezen. 2)
2
Wat is uw mening over het feit dat 1 op de 25 huisartsen zich schuldig maakt of heeft
gemaakt aan seksueel misbruik?
2.
Uit het onderzoek blijkt dat ca. 3,3% van de huisartsen aangegeven heeft ervaring te
hebben met seksueel contact met een patiënt in de arts-patiëntrelatie. Dit is niet hetzelfde
als seksueel misbruik. Immers, het geeft geenszins aan dat er niet sprake was van
wederzijds goedvinden. In geval van seksueel contact herbergt de ongelijke relatie tussen
arts en patiënt echter wel het risico van misbruik in zich.
Seksueel contact in de arts-patiëntrelatie is om die reden onder geen beding te tolereren. Dit
past ook niet bij de uitoefening van het beroep van de huisarts. Artsen dienen het belang
van de patiënt voorop te stellen en mogen deze geen schade toebrengen.
Wanneer artsen onverhoopt, met wederzijds goedvinden van de patiënt, in dergelijke
contacten verzeild raken, dienen zij hun behandelrelatie direct te verbreken. In het onderzoek
is overigens niet onderzocht in hoeverre dit bij deze contacten is gebeurd en in welke mate
er sprake was van seksuele contacten bij continuering van de behandelrelatie.
3
Deelt u de mening van de onderzoeker dat het hier niet om incidenten gaat, maar om een
structureel probleem? Wat vindt u hiervan?
3.
Ongeacht de omvang van het onderhavige probleem ben ik van mening dat dergelijke
contacten niet passen in de uitoefening van het beroep. Overigens komen de bevindingen
van dit onderzoek ruwweg overeen met die van onderzoeken in het buitenland.
4
Deelt u de mening dat het hier gaat om misbruik door zorgverleners van patiënten die in een
afhankelijke positie verkeren, en dat zorgverleners zich schuldig maken aan een strafbaar
feit?
4.
Zie ook het antwoord op vraag 2: gezien de afhankelijkheidsrelatie van de patiënt ten
opzichte van de huisarts is seksueel contact met patiënten niet toelaatbaar.
Tegen een huisarts is bij het Tuchtcollege voor de gezondheidszorg een klacht in te dienen,
door de patiënt of belanghebbenden zelf of door de Inspectie voor de Gezondheidszorg.
5
Wat is volgens u de reden dat, ondanks de huidige gedragscode over seksueel misbruik in
de huisartsenzorg, een aantal huisartsen zich toch aan hun patiënten vergrijpt? Is deze
gedragscode voldoende bekend onder huisartsen? Zo ja, wat is het effect van zo'n code
gezien de uitkomsten van bovengenoemd onderzoek?
5.
De KNMG en de Landelijke Huisartsenvereniging (LHV) hebben een duidelijk standpunt ten
aanzien van seksueel contact tussen arts en patiënt: zij wijzen dergelijke contacten ten
strengste af. Er is een duidelijke beroepscode ten aanzien van seksueel contact.
De IGZ biedt goede voorlichting op dit punt met haar publicatie `Het mag niet, het mag
nooit', waarvan binnenkort een herziene uitgave verschijnt. Huisartsen zijn goed op de
hoogte van de gedragsregels ten aanzien van dit onderwerp.
6
Deelt u de mening dat patiënten die in een afhankelijke situatie verkeren niet snel geneigd
zullen zijn aangifte te doen, en daarmee zorgverleners hun gang kunnen blijven gaan?
Op welke manier kunnen zorgverleners, en in dit geval huisartsen, worden vervolgd voor
seksueel misbruik?
6.
Wanneer seksueel contact tussen patiënt en huisarts plaatsvindt met wederzijds
goedvinden, is het onwaarschijnlijk dat patiënten aangifte (willen) doen.
Indien sprake is van ongewenste seksuele contacten tussen patiënt en behandelaar, kunnen
patiënten aangifte doen bij de politie, hiervan melding doen bij de regionale tuchtcolleges of
klachtencommissies of bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Hierop zal de IGZ een
onderzoek instellen, waarbij zij zonodig melding doet aan het regionaal tuchtcollege of het
Openbaar Ministerie.
7
Op welke wijze kan in preventieve sfeer worden gewerkt aan het bestrijden van seksueel
misbruik van patiënten door zorgverleners? Welke rol ziet u hier voor de KNMG en de LHV
weggelegd?
7.
Voor de preventie van onoorbaar gedrag van huisartsen ten aanzien van seksuele contacten
met patiënten, doen de onderzoekers een aantal aanbevelingen.
Eén van de aanbevelingen van de onderzoekers ter preventie is dat de LHV haar
standpunten dient te implementeren in beleid. Zo zou een meldpunt kunnen worden
ingesteld, waar huisartsen collega's op grond van ongewenst seksueel gedrag kunnen
aangeven. Daarnaast zou in de opleiding van artsen meer nadrukkelijk aandacht voor dit
onderwerp moeten zijn.
Ik ben van mening dat de KNMG, en de LHV in het bijzonder, zich blijvend moeten inzetten
om de professionaliteit van medisch handelen en de ethische normen op dit onderwerp te
benadrukken.
De tuchtcolleges voor de gezondheidszorg publiceren uitspraken waarvan de inhoud relevant
is voor de beroepsuitoefening; hiervan gaat eveneens een preventieve werking uit.
8
Hebt u zicht op de omvang van seksueel misbruik binnen andere zorginstellingen? Zo ja, hoe
vaak komt dat voor, en om hoeveel patiënten gaat het? Zo nee, bent u bereid een onderzoek
te doen naar het voorkomen van seksueel misbruik binnen zorginstellingen?
8.
In eerdere onderzoeken onder KNO-artsen en gynaecologen bleek dat bij ca. 4% ooit sprake
was van seksueel contact met patiënten. In buitenlandse onderzoeken wordt gesproken van
3-9 % onder internisten, gynaecologen en chirurgen.
9
Deelt u de mening, dat om zicht te hebben op de omvang van deze problematiek, patiënten
de mogelijkheid moeten hebben een melding te doen bij een onafhankelijke instantie? Deelt u
voorts de mening dat alleen op deze wijze stappen kunnen worden ondernomen om seksueel
misbruik van patiënten/cliënten binnen zorginstellingen te kunnen aanpakken?
9.
De genoemde instanties in vraag 6 zijn onafhankelijk en behandelen alle vormen van
grensoverschrijdend gedrag. Een extra instantie, speciaal voor seksueel contact tussen
hulpverlener en patiënt, acht ik ongewenst.
10
Deelt u de mening dat er op dit moment geen instantie bestaat die deze taak op zich neemt?
Zo ja, bent u bereid een meldpunt tegen seksueel misbruik van patiënten/cliënten door
zorgverleners binnen zorginstellingen in te stellen?
10.
Die mening deel ik niet. Zoals gezegd zijn meerdere instanties beschikbaar. Op basis van het
onderhavige onderzoek zie ik geen reden om een dergelijk meldpunt alsnog in te stellen.
1) Algemeen Dagblad, 17 april jl.
2) Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 17 april 2004
---- --
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport