[s?.nieuws.parlement.brieven_aan_de_kamer.2004-05-17_stand_van_zaken_p
roject_licht_verkennings-_en_bewakingsvoertuig_fennek_en_consequenties
_financiële_situatie_rdm]
---
Brieven aan de Kamer
---
Stand van zaken project licht verkennings- en bewakingsvoertuig (Fennek) en
consequenties financiële situatie RDM
17-5-2004 15:00:00
Naar aanleiding van het verzoek van de vaste commissie voor Defensie
om informatie over de voortgang van het project Fennek en de claims
van de Staat jegens RDM-T, informeer ik u als volgt.
Faillissement RDM-bedrijven
In het Algemeen Overleg van 8 april jl. heb ik u geïnformeerd over de
financiële problemen bij de bedrijven RDM Technology (RDM-T, 208
medewerkers), RDM Submarines (RDM-S, 109 medewerkers), Flycam (5
medewerkers) en Nevesbu (een ontwerpbureau op scheepsbouwgebied, 68
medewerkers), als onderdeel van de RDM Holding N.V. en de mogelijke
consequenties voor Defensie van een faillissement. Inmiddels is door
de rechtbank op 16 april jl. het faillissement over Flycam
uitgesproken. Op 23 april 2004 werd het faillissement van de bedrijven
RDM-T, RDM-S en Nevesbu een feit.
Zowel bij RDM-T, RDM-S als Nevesbu is inmiddels sprake van een
doorstart. Volgens informatie van de zijde van RDM bestaat het
voornemen de defensie-activiteiten van RDM-T (o.a. werkzaamheden voor
de projecten Fennek en Panzerhaubitze 2000 (PzH2000)) met ca. 65
medewerkers voort te zetten binnen een nieuw op te richten bedrijf
onder de naam RDM Technology en Defence Systems B.V., zijnde een 100%
dochtermaatschappij van SP Aerospace & Vehicle Systems B.V. (SP). De
(financiële) positie van dit nieuwe bedrijf binnen het concern is
echter voor Defensie nog niet geheel duidelijk. Een
accountantsonderzoek moet hierover meer duidelijkheid geven. Door
vertegenwoordigers van het concern is gemeld dat de uitvoering van de
werkzaamheden aan de Fennek (o.a. rompen) en aan de PzH2000 op de
locatie Rotterdam-Heijplaat gehandhaafd blijft. Een gedeelte van RDM-S
en de civiele activiteiten van RDM-T gaan, naar verluidt, op in een
nieuw bedrijf, Maatschappij de Maas genaamd, waar ongeveer 75
medewerkers komen te werken. Dit bedrijf zou geen binding meer hebben
met de directeur grootaandeelhouder van het concern. Datzelfde geldt
voor het bedrijf dat na de doorstart van Nevesbu is ontstaan,
Iv-Nevesbu genaamd. Dit bedrijf vormt een onderdeel van de Iv-groep,
een niet-beursgenoteerde Nederlandse particuliere onderneming en de
beheersmaatschappij van verschillende advies- en ingenieursbureaus.
Het nieuwe bedrijf neemt de in uitvoering zijnde projecten (thans geen
defensie projecten) en een kern van twintig Nevesbu-medewerkers over.
Consequenties voor de projecten Fennek en PzH2000
Fennek
De surseance van betaling en het recent uitgesproken faillissement van
RDM-T hebben gevolgen voor de levering van de rompen van de Fennek en
een aantal onderdelen die benodigd zijn voor de bouw van de
Fennek-voertuigen. Het is niet uit te sluiten dat hierdoor vertraging
optreedt in de eerstvolgende leveringen van de Fennek-voertuigen. De
leverancier van de voertuigen, het binationale samenwerkingsverband
ARGE dat bestaat uit Krauss Maffei Wegmann (KMW) en SP Aerospace &
Vehicle Systems (SP), is daarom verzocht op korte termijn mede te
delen wat de consequenties zijn voor het leverschema van de
Fennek-voertuigen.
Gezien de huidige onduidelijke situatie en de status van de diverse
bedrijven binnen de organisatiestructuur van het concern kan Defensie
vooralsnog niet instemmen met de voorgenomen tweede wijziging van het
Fennek-contract waarover u op 11 maart jl. vertrouwelijk bent
geïnformeerd.
PzH2000
Als gevolg van het faillissement van RDM-T hebben Krauss Maffei
Wegmann (KMW) en Rheinmetall Landsysteme (RLS) de contracten met die
firma in het kader van het project PzH2000 ontbonden. Tussen de
curator en KMW en RLS vindt naar aanleiding van de doorstart van de
activiteiten van RDM-T, onder de verantwoordelijkheid van SP,
(schriftelijk) overleg plaats. Defensie houdt zich hiervan op de
hoogte. Het standpunt van KMW en RLS is dat zij zich verantwoordelijk
voelen voor de correcte uitvoering van de contracten met Defensie,
waarbij zij hebben aangegeven belang te hebben bij een blijvende
betrokkenheid van de Nederlandse industrie (compensatieverplichting).
Zij stellen in dat kader echter wel de nodige voorwaarden.
Om de curator de gelegenheid te geven een doorstart van de militaire
activiteiten bij RDM-T mogelijk te maken, wat van belang is voor het
behoud van werkgelegenheid, is door Defensie ingestemd met een
vertraging van ongeveer twee weken op de levering van de derde
Panzerhaubitze, waarbij is gesteld dat de overige systemen conform
leverschema vanaf oktober 2005 afgeleverd dienen te worden.
Financiële positie SP
Er bestaat onduidelijkheid over de (financiële) positie van SP en het
nieuw op te richten RDM Technology en Defence Systems B.V. als 100%
dochter van SP. Zonder duidelijkheid over de (financiële) positie kan
Defensie niet instemmen met de overdracht van werkzaamheden in het
kader van PzH2000, en zullen ook KMW en RLS niet bereid zijn de
geannuleerde contracten met RDM-T opnieuw te sluiten met SP dan wel
met het nieuwe bedrijf RDM Technology en Defence Systems B.V..
Thans onderzoeken accountants naar aanleiding van de door mij gedane
toezegging tijdens het met u op 8 april jl. gevoerde Algemeen Overleg,
de financiële situatie van SP. De relatie van SP met het nieuw op te
richten bedrijf RDM Technology en Defence Systems B.V. maakt deel uit
van dat onderzoek evenals de positie van de RDM Holding N.V..
Ontwerp- en bouwgegevens en productiegereedschap
RDM-S en Nevesbu beschikken over ontwerp- en bouwgegevens van
onderzeeboten en bovenwaterschepen van de Koninklijke marine.
Daarnaast beschikt RDM-S over speciaal productiegereedschap voor de
bouw van onderzeeboten. Deze ontwerp- en bouwgegevens en
productiegereedschappen en ook de ontwerp- en bouwgegevens van andere
onderzeeboten zoals die van de Moray-klasse mogen pas aan derden
worden overgedragen na toestemming van de Staat. Deze voorwaarde is
aan zowel de curator als aan Iv-Nevesbu bekend gesteld. Door de MIVD
wordt toegezien op de naleving ervan, vooral voor wat betreft de
geclassificeerde gegevens.
Vorderingen/eigendommen
Zoals ik in het Algemeen Overleg van 8 april heb aangegeven is er
sprake van vorderingen van de Staat (Domeinen 1,6 miljoen en Defensie
1,1 miljoen) op RDM-T die mogelijk kunnen worden verrekend met
verplichtingen van Defensie aan RDM-T als gevolg van verrichte
diensten. Na verrekening blijft voor Defensie een vordering op RDM-T
bestaan van ca. 385.000 (exclusief wettelijke rente). Voor Domeinen
blijft een bedrag aan vorderingen staan van 1.485.650 (exclusief
wettelijke rente).
Naast de vorderingen zijn er ook Defensie-eigendommen aanwezig bij
genoemde ondernemingen. Deze eigendommen betreffen een beperkte
hoeveelheid uitrustingstukken en reservedelen, die reeds in een eerder
stadium herkenbaar zijn gelabeld.
De vorderingen en aanspraken op eigendommen worden via de
landsadvocaat ingediend bij de curator. Diens bevindingen zullen
uitwijzen in hoeverre de vorderingen van de schuldeisers zullen kunnen
worden voldaan.
Tot slot
Zodra de consequenties van het faillissement voor het leverschema van
de Fennek en de resultaten van het accountantsonderzoek bekend zijn,
zal ik u nader informeren.
DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Nieuws
Nieuwsberichten