Praktijkonderzoek Veehouderij

Mechanische onkruidbestrijding in snijmaïs op zandgrond

PraktijkRapport 49

Auteurs: H.A. van Schooten, P.O. Bleeker

In de biologische veehouderij is men bij de teelt van snijmaïs voor het bestrijden van onkruid aangewezen op niet chemische methoden. De tot nu toe meest gebruikte methode is een aantal keren voor en na opkomst volle velds eggen gevolgd door schoffelen eventueel in combinatie met aanaarden. De onkruidbestrijding in de rij is met deze methode in de praktijk niet altijd voldoende. Daarom is op praktijkcentrum Aver Heino in 2002 en 2003 gekeken naar de effectiviteit op de onkruidbestrijding in de rij van een aantal nieuwere methoden. Dit waren een aantal mechanische methoden: vingerwieder, torsiewieder, roterende eg en een experimentele rotoreg en een tweetal methoden die tot doel hadden om de onkruiddruk te verlagen, namelijk: uitvoeren van grondbewerkingen in het donker en onderzaai van gras/klaver in de rij. Het onderzoek is uitgevoerd op zandgrond. Beide jaren was de onkruiddruk vrij laag.

In dit onderzoek bleek het uitvoeren van grondbewerkingen in het donker alleen effect te hebben wanneer niet alleen het eggen voor opkomst maar ook het ploegen en de zaaibedbereiding in het donker werden uitgevoerd. In de laatste situatie werd het aantal onkruiden met 30 tot 50 % verlaagd. De traditionele manier van mechanisch onkruid bestrijden in de rij, eggen en aanaarden, gaf in dit onderzoek over het algemeen voldoende bestrijding van het onkruid. Vergeleken met deze methode gaven de andere onderzochte mechanische methoden (vingerwieder, torsiewieder, roterende eg, experimentele rotorwieder) nauwelijks tot geen betere onkruidbestrijding. De experimentele rotorwieder gaf ten opzichte van de meeste andere methoden zelfs een slechtere onkruidbestrijding. Afstemmen van de opeenvolgende bewerkingen op de omstandigheden en de timing van de bewerkingen zijn belangrijker voor het uiteindelijke resultaat op de onkruidbestrijding in de rij dan de keuze voor een bepaalde mechanische methode. Andere methoden dan eggen en schoffelen plus aanaarden kunnen eventueel wel aanvullend werken op de onkruidbestrijding. Voor maïs betekent dit dat de investeringskosten van deze alternatieven over het algemeen snel te hoog zijn. De torsiewieder is één van de mogelijkheden die het eerst in beeld komt. Onderzaai van gras/klaver in de rij bij de eerste keer eggen na opkomst had nauwelijks effect op de onkruidbestrijding. In één jaar had het een duidelijk effect op het aantal nakiemers. Het feit dat het weinig effect heeft op de onkruidbestrijding en dat mechanische onkruidbestrijding na inzaai niet meer mogelijk is maakt deze methode vooralsnog weinig perspectiefvol.

De verschillende onderzochte methoden van mechanische onkruidbestrijding veroorzaakten geen aantoonbare verschillen in plantverlies en gaven geen noemenswaardige verschillen in droge-stofopbrengst. In één jaar had de behandeling zonder onkruidbestrijding in de rij een hogere opbrengst dan de behandelingen waarbij het onkruid in de rij werd bestreden. Niet alleen uit oogpunt van kosten maar ook van opbrengst is het daarom zinvol om het onkruid te bestrijden met een minimum aantal bewerkingen dat is afgestemd op de hoeveelheid onkruid.

Wilt u het hele praktijkrapport lezen? Dat kan. Bestel praktijkrapport 49 hier voor de prijs van EUR 14.71 (excl BTW) .

Rundvee praktijkrapport 49: Mechanische onkruidbestrijding in snijmais op zandgrond - 2004 - 28 pagina's

Oudste praktijkrapport Vorige praktijkrapport Overzicht alle praktijkrapporten

---

© Praktijkonderzoek - Animal Sciences Group - Wageningen UR. Laatst bijgewerkt: 17-05-2004 14:12.
Mail vragen en opmerkingen over de Praktijkonderzoek Website naar: webmaster.po.asg@wur.nl