Betuweroute Internet site

reactie op artikelen Volkskrant 24 april jl.

18 Mei 2004

veiligheid Betuweroute in orde

Afgelopen vrijdag opende deze krant met: Brandweer vreest ramp bij Betuweroute. Een dag later werd dit aangevuld in een reeks artikelen met koppen als: Talloze klimopplantjes maken Betuwelijn onveilig en Veiligheid goederenspoorlijn deugt alleen op papier. En zo was er weer een nieuw relletje geboren rond de Betuweroute, het megaproject dat maar geen goed kan doen. Er viel te lezen dat behalve een slechte planning en controle op het geld, het nu ook niet goed gesteld is met de veiligheid van dit goederenspoor. Want dat bleek wel uit een geheim rapport waar de Volkskrant de hand op wist te leggen. De feiten liggen echter anders. Het NIBRA-rapport is niet geheim maar opgesteld in opdracht van de Stuurgroep Publieke Veiligheid Betuweroute (met daarin vertegenwoordigd de Projectorganisatie Betuweroute van ProRail, de betrokken brandweerregios en de ministeries van V&W en BZK). Het rapport is niets anders dan een werkdocument met daarin een inventarisatie om resterende veiligheidspunten weg te werken. Een studie, zoals die bij tientallen gedaan worden, naar allerlei facetten van de bouw van de Betuweroute.

Veiligheid van de Betuweroute is van meet af aan een belangrijk aandachtspunt geweest bij het ontwerp en de aanleg. ProRail is ervan overtuigd dat de Betuweroute een veilige spoorlijn wordt en bij het in bedrijf stellen van de Betuweroute de veiligheid van het totale landelijke spoorwegnet fors toeneemt. ProRail had graag gebruik gemaakt van wederhoor door de Volkskrant, zei het niet dat die kans niet is geboden. We schenen niet bereikbaar geweest te zijn en het belang van de primeur was dermate dat er na één keer bellen geen tijd resteerde.

knelpunten

De rapportage geeft aan dat de Betuweroute op 222 plaatsen niet voldoet aan de normen van het NIBRA. Dat klinkt nogal verontrustend, zeker wanneer de krant erbij zet dat de brandweer een ramp vreest. Maar waar gaat het nu eigenlijk precies over? De 222 punten hebben betrekking op zeven onderwerpen. De belangrijkste daarvan zijn de onderlinge afstand van de toegangsdeuren in de geluidsschermen en de overbruggingen van de spoorsloten (samen goed voor in totaal 136 punten). Aanvankelijk was de afstand tussen de deuren voorzien op 250 meter. Hoewel op dit moment als standaard afstand 200 meter geldt, is op advies van het NIBRA besloten om deze afstand te verkleinen tot 100 meter. Zo wordt het nu uitgevoerd. Voor de beeldvorming is het niet onbelangrijk te vermelden dat slechts 7 % van de geluidsschermen een hoogte heeft van 4 meter, veruit het grootste deel (64%) is niet hoger dan anderhalve meter. In totaal wordt ongeveer 30% van de Betuweroute voorzien van geluidsschermen. De gesuggereerde barrière van geluidsschermen doet zich dus slechts op een relatief klein aantal plaatsen voor en is met behulp van de deuren prima te nemen. Over overbruggingen van de spoorsloten verschillen de meningen. ProRail is van mening dat wanneer de sloten met een vaste verbinding overbrugd worden, de toegang tot het spoor en de geluidsschermen voor onbevoegden wel erg gemakkelijk gemaakt wordt (toch ook een veiligheidsvraagstuk). Ook wordt op die manier de weg geplaveid voor de graffitispuiters onder ons. Om die reden is het verstandiger om de brandweer uit te rusten met een hulpmiddel om de sloot over te komen. Voor de ontwikkeling daarvan is geld gereserveerd bij Binnenlandse Zaken. De resterende 86 knelpunten gaan over de trappetjes op het spoortalud om het bereiken van de spoorbaan te vergemakkelijken, over de grootte van de opstelplaatsen voor brandweerwagens, de afstand daarvan tot de spoorbaan, de keerruimte voor brandweerwagens en tenslotte de voorzieningen voor bluswater. Al deze punten zijn in overleg met alle betrokkenen opgelost en worden de komende tijd uitgevoerd. Om helemaal zeker te zijn zal op peildatum 1 januari 2005 opnieuw een inventarisatie plaatsvinden. Dat is een laatste gezamenlijke controle van de brandweer en de PoBr die er voor zorgt dat alle nu onvoorziene zaken nog ruimschoots opgelost kunnen worden voordat de treinen in 2007 gaan rijden.

veilige spoorlijn

Naar onze mening doet de discussie over het NIBRA-rapport geen recht aan het belang dat aan veiligheid gehecht wordt bij de aanleg van de Betuweroute. Daarom schetsen wij graag het bredere perspectief. In het tracé van de Betuweroute komen geen spoorwegovergangen met het wegverkeer voor, alle kruisingen met andere infrastructuur zijn ongelijkvloers in de vorm van tunnels, onderdoorgangen, bruggen en viaducten. Dat betekent optimale veiligheid zowel voor alle verkeersdeelnemers als voor het goederenvervoer over de Betuweroute. Een van de meest voorkomende oorzaken van ontsporingen zijn vastgelopen assen en remmen. Op cruciale punten in het tracé wordt de zogenaamde hot box detectie geïnstalleerd, zodat tijdig opsporing plaatsvindt en een trein met oververhitte assen/remmen bijvoorbeeld geen tunnels inrijdt. Mocht desondanks een ontsporing in de tunnels plaatsvinden, dan zorgt de zogenaamde ontsporingsgeleiding in de tunnels en onder de overkapping in Barendrecht ervoor dat treinen niet kantelen of omvallen. Mochten toch wagons in brand raken, dan zorgt een intelligente automatische blusinstallatie (u weet wel: de befaamde sprinklers) dat de brand geblust wordt en dat de brand niet overslaat naar de wagons ervoor of erachter. Dat elke rijrichting in de tunnels een eigen tunnelbuis heeft, zorgt ervoor dat de risicos verder worden verminderd. Langs de gehele Betuweroute komen verder nog vrijliggende brandweerpaden en blusleidingen te liggen. Bij de reconstructie van de A15 is ruimte gecreëerd zodat de brandweer sneller bij de Betuweroute kan zijn, die in de berm van deze Rijksweg ligt. En zo kunnen we nog wel een tijdje doorgaan.

Als straks de Betuweroute in bedrijf is vindt er een ontlasting van het bestaande spoorwegnet plaats en hoeven nauwelijks meer goederentreinen vanuit de Rotterdamse haven voor het Europese achterland gebruik te maken van de zogenaamde Brabantroute (met passages door de steden Dordrecht, Breda, Tilburg, Eindhoven, Helmond en niet te vergeten Venlo) of de route door Utrecht en Arnhem. Dat in al die steden de risicos worden gereduceerd behoeft ons inziens geen verdere toelichting.

Drs. Alex Sheerazi
hoofd communicatie projectorganisatie Betuweroute