Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Kamerstuk, 18-5-2004

Rookvrije werkplek in de horeca

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

VGB/GB 2482787

18 mei 2004

Hierbij treft u aan de brief die de voorzitter van de FNV Horecabond mij op 6 april jl. deed toekomen. Mede namens de CNV Bedrijvenbond en De Unie zet hij hierin het standpunt van de FNV Horecabond ten aanzien van de rookvrije werkplek in de horeca uiteen.
Bijgevoegd is ook mijn antwoord op bovengenoemde brief.

Met het oog op het algemeen overleg, dat voor 25 mei gepland staat, lijkt het mij van belang dat de Kamer ook kennis neemt van het standpunt van de vakbonden.

De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

H. Hoogervorst

PDF
Rookvrije werkplek in de horeca (nieuw venster)

Om het kamerstuk op te halen:

Zie het origineel
Kamerstuk, 18-5-2004 (2 pag., 31 kB)
PDF
Rookvrije werkplek in de horeca (bijlage) (nieuw venster)

Kamerstuk, 18-5-2004 (3 pag., 547 kB)

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

FNV Horecabond
T.a.v. dhr. B.C. Francooy, voorzitter
Postbus 1435
1300 BK ALMERE

Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag VGB/GB 2478426
Onderwerp Bijlage(n) Uw brief Rookvrije werkplek in horeca 6 april 2004

Geachte heer Francooy,

In de eerste plaats zeg ik u dank voor uw brief van 6 april jl., waarin u het standpunt van de FNV Horecabond, CNV Bedrijvenbond en De Unie met betrekking tot de rookvrije werkplek in de horeca uiteenzet. De gezondheid van de werknemers die u vertegenwoordigt vormt immers de inzet van de discussie over een rookvrije horeca. Het is daarom goed dat ook de standpunten van de betreffende werknemersorganisaties duidelijk zijn en zo in de discussie een rol kunnen spelen.

Belangrijk vind ik uw uitgangspunt dat iedere werknemer recht heeft op een rookvrije werkplek en dat het uitzonderen van werknemers in de horeca principieel onjuist en vanuit gezondheidsoverwegingen niet acceptabel is. Vervolgens stelt u dat u een rookverbod op korte termijn niet wenselijk acht, aangezien dit op korte termijn tot grote problemen zou leiden. Ik lees uw brief zo dat u vooral problemen voorziet in de sfeer van handhaving en orde. Werknemers in de horeca zouden bezoekers in een aantal gevallen immers moeten sommeren niet te roken. U wijst erop dat dit agressief gedrag zou kunnen uitlokken.

U benadrukt dat het van belang is dat er voldoende draagvlak wordt gecreëerd voor de maatregelen die moeten worden getroffen om te komen tot een situatie waarin een rookvrije werkplek voor de werknemers in de horeca kan worden gerealiseerd. Uit uw brief leid ik af dat het u vooral gaat om het draagvlak onder bezoekers.

De horeca is een nogal heterogene bedrijfstak. Vanuit de optiek van het draagvlak (onder bezoekers) bent u van mening dat een rookvrije werkplek in sommige sectoren van de horeca eenvoudiger te realiseren is dan in andere. Daarom bepleit u een gefaseerde aanpak. Tevens geeft u de volgorde aan, waarin de diverse sectoren rookvrij zouden kunnen worden.

Postbus 20350 Bezoekadres: Correspondentie uitsluitend Internetadres: 2500 EJ DEN HAAG Parnassusplein 5 richten aan het postadres www.minvws.nl Telefoon (070) 340 79 11 2511 VX DEN HAAG met vermelding van de Fax (070) 340 78 34 datum en het kenmerk van deze brief.

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Blad
2
Kenmerk
VGB/GB 2478426

Zoals u weet, zal ik op korte termijn mijn oordeel over het stappenplan van Koninklijk Horeca Nederland geven. Het spreekt vanzelf dat ik hierin het standpunt van de werknemersorganisaties zal meewegen.

Op 25 mei a.s. heb ik een Algemeen Overleg met de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport van de Tweede Kamer. Dit overleg zal in belangrijke mate gaan over de rookvrije werkplek in de horeca. Tegen deze achtergrond lijkt het mij goed dat de Tweede Kamer kennis neemt van uw brief en mijn antwoord daarop.

Hoogachtend,

de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

H. Hoogervorst

C.c. Voorzitter van de Tweede Kamer