INSP. VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
IGZ: ziekenhuizen moeten meer oefenen in rampenopvang
Ziekenhuizen zijn onvoldoende voorbereid op de hulpverlening aan
slachtoffers van rampen. In 2002 deden maar vijftien van de 130
onderzochte ziekenhuislokaties samen met andere hulpdiensten mee aan
grootschalige rampenoefeningen. De meeste ziekenhuizen geven aan
daarvoor geen geld of personeel beschikbaar te kunnen stellen. Het is
onduidelijk of de kosten van rampenoefeningen zijn verwerkt in de
vergoeding die ziekenhuizen krijgen. Dit blijkt uit het rapport Het
ziekenhuis paraat voor rampen? dat de Inspectie voor de
Gezondheidszorg vandaag openbaar maakt.
De inspectie vindt het belangrijk dat ziekenhuizen meedoen aan
rampenoefeningen om zo deskundigheid op te bouwen. Aangezien er in de
dagelijkse activiteiten geen 'rampenroutine' wordt opgebouwd, moet men
het hebben van opleiding, training en oefening.
De inspectie vindt dat de interne organisatie van het ziekenhuis op
het onderdeel 'rampenvoorbereiding' meer aandacht en verbetering
verdient. Op twee ziekenhuizen na hebben alle hospitalen een zogeheten
rampenopvangplan in de kast staan. Maar bij 56 van de 130 ziekenhuizen
zijn de rampenopvangplannen nooit gewijzigd. Aan de actualiteit ervan
kan dus worden getwijfeld. De inspectie adviseert om, net als bij de
gemeenten, iedere vier jaar het rampenopvangplan te toetsen aan de
actualiteit.
Verder constateert de inspectie dat de crisiscoördinatoren van de
ziekenhuizen onvoldoende zijn opgeleid, mede doordat een gericht
cursusaanbod ontbreekt. De inspectie vindt dat ziekenhuizen hun
beleids- of crisisstaf minimaal één keer per jaar moeten trainen.
-0-0-0-