Nationaal Actieplan Seksueel Misbruik Kinderen

|Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG |Bezoekadres
Schedeldoekshaven 100
2511 EX Den Haag
Telefoon (070) 3 70 79 11
Fax (070) 3 70 64 44
www.justitie.nl | |

|Onderdeel         |Directie Opsporingsbeleid             |                |
|Datum             |17 mei 2004                           |                |
|Ons kenmerk       |5282219/504                           |                |
|Uw kenmerk        |2030410640                            |                |
|Bijlage(n)        |Antwoorden                            |                |
|Onderwerp         |Kamervragen lid Griffith (VVD) over   |                |
|                  |mogelijke toename van pedofilie door  |                |
|                  |internet                              |                |
|                  |                                      |                |
|                  |                                      |                |
|                  |                                      |                |
|                  |                                      |                |
Hierbij zend ik u, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Griffith VVD over de mogelijke toename van pedofilie door internet (ingezonden 15 maart 2004, nummer 2030410640).

De Minister van Justitie,

2030410640
Vragen van het lid Griffith (VVD) aan de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over mogelijke toename van pedofilie door internet. (Ingezonden 15maart 2004)

Vraag 1.
Is de verspreiding van kinderporno via het internet in 2003 weer toegenomen? Zo ja, met hoeveel en wat is daarvan de oorzaak?1

Antwoord 1.
Op basis van het jaarverslag van het Meldpunt Kinderporno en cijfers van het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) blijkt dat het aantal ontvangen meldingen die bij het meldpunt is binnengekomen, nagenoeg gelijk zijn gebleven. In 2002 ontving het meldpunt 6119 meldingen en in 2003 5999. Het aantal aangiften bij het KLPD dat hieruit is voortgekomen is licht gedaald van 226 in 2002 naar 208 in 2003. Uit deze aangiften zijn in 2003 20 zaken meer voor justitie voortgekomen dan in 2002 (80 zaken in 2002 en 100 zaken in 2003). Een verklaring voor deze stijging van het aantal zaken voor Justitie kan gevonden worden in de betere samenwerking tussen het KLPD en US Customs over de uitwisseling van gegevens over gebruikers van MSN- groepen/hotmail accounts.
Hoewel de cijfers over aangiftes voor Nederland een lichte daling laten zien, geeft het meldpunt in de inleiding van het jaarverslag 2003 aan dat de 5999 meldingen in 2003 hebben geleid tot 3.914 aangiftes van kinderporno, waarvan 208 bij het KLPD en de rest bij buitenlandse meldpunten. Voor de aangiftes aan buitenlandse meldpunten houdt dit een stijging van 67% ten opzichte van 2002 in. Dit leidt tot de conclusie dat de stijging in het aantal aangiftes verklaard kan worden door een toename van het aantal meldingen over buitenlandse verspreiders. Het KLPD bevestigt dit en geeft aan dat veel afbeeldingen van seksueel misbruik afkomstig zijn uit de jaren zeventig en tachtig en betreffen derhalve oud materiaal. Er is in 2003, zo rapporteert het KLPD, wel een toename te zien van afbeeldingen van seksueel misbruik en seksueel en erotisch poseren uit met name Rusland en Oost-Europa. Daarnaast is een vermeerdering te zien van het aantal filmfragmenten van seksueel misbruik van kinderen.

Vraag 2.
Bent u nog steeds van mening dat de politie en justitie over voldoende expertise en capaciteit beschikken?2 Hoe gaat u de expertise en capaciteit van politie en justitie verbeteren, dit mede met het oog op recente en toekomstige ontwikkelingen?

Antwoord 2.
De situatie met betrekking tot de capaciteit en expertise die wordt beschreven in het aanhangsel waaraan u refereert (aanhangsel Handelingen nr. 1610, vergaderjaar 2002-2003) is ongewijzigd gebleven, zoals mijn ambtgenoot, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, onlangs heeft geantwoord (aanhangsel Handelingen nr. 1102, vergaderjaar 2003-2004; bijlage 1). In deze beantwoording geeft mijn ambtgenoot tevens aan het plan ter professionalisering van de aanpak van kinderporno, waarin onder meer voorstellen worden gedaan ten aanzien van een politiemeldpunt kinderporno, ter bespreking bij de adviesgroep Zeden van de Raad van Hoofdcommissarissen ligt.

Vraag 3.
Hoe gaat u voorkomen dat de verspreiding van kinderporno verder zal toenemen door de introductie van umts?3

Antwoord 3.
Met de komst van een nieuw medium zullen er altijd individuen zijn, die misbruik van een nieuw medium maken. Met de wereldwijde verbreding en versnelling van internet zal dit een aantrekkelijk transportmiddel blijven voor data, ook strafbare gegevens als kinderporno. Hoewel UMTS nieuw is en veel internet toepassing overal beschikbaar maakt, ligt het voorlopig niet in de verwachting dat dit medium een substantiële toename van kinderporno zal veroorzaken. De reeds bestaande breedband internet toegangen als ADSL en internet via de kabel lenen zich meer voor het transporteren van grote hoeveelheden data.
Mocht dit op termijn wel gebeuren dan is middels de Telecomwet artikel 13 lid 1 geregeld dat de telecommunicatie infrastructuur aftapbaar moet zijn. Ingevolge artikel 13 lid 2 van diezelfde wet zijn aanbieders verplicht medewerking hieraan te verlenen. Dit geldt onverkort voor UMTS. Uiteraard worden nieuwe toepassingen door Justitie gevolgd en mocht er aanleiding zijn tot nadere maatregelen, dan zullen deze zeker worden genomen.

Vraag 4.
Wat is de stand van zaken met betrekking tot het politiemeldpunt kinderporno? Hoe wordt voortzetting van het werk van het meldpunt kinderporno gegarandeerd?

Antwoord 4.
De stand van zaken met betrekking tot het politiemeldpunt kinderporno is reeds beantwoord bij vraag 2. De voortzetting, voor zover deze afhankelijk is van de financiële steun van het Ministerie van Justitie, van het particuliere meldpunt is, onder de betreffende subsidie voorwaarden, gegarandeerd tot en met 2005.
Indien er een politiemeldpunt wordt opgericht verandert dit de situatie. Op dat moment dient opnieuw bekeken te worden welke organisatie het best geëquipeerd (juridisch, instrumenteel en organisatorisch) is deze taken uit te voeren.

Vraag 5.
Is het Nationaal Actieplan aanpak seksueel misbruik van kinderen nog toereikend? Kunt u aangeven wat de laatste stand van zaken is?

Antwoord 5.
Ruim twee jaar na de start van het Nationaal Actieplan 'Aanpak seksueel misbruik van kinderen' (NAPS), dat op 19 april 2000 aan de Tweede Kamer aangeboden is, zijn de projectactiviteiten formeel afgerond. Een verslag van de resultaten is op 11 november 2002 aan de Tweede Kamer aangeboden.

(1) P.M. denHaag, maart 2004.
(2) Aanhangsel Handelingen nr. 1610, vergaderjaar 2002-2003 (3) Child abuse, child pornography and the internet, National Children's Home (NCH).