Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzittervan de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag


- Directie Veiligheidsbeleid

Afdeling wapenbeheersing en wapenexportbeleid

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum


- 19 mei 2004

Behandeld

G. Kampman


Kenmerk


- DVB/WW-243/02

Telefoon


- 070-3485228


Blad


- 1/5

Fax


- 070-3485479


Bijlage(n)


- 1

E-Mail


- gert.kampman@minbuza.nl


Betreft


- Beantwoording vragen van het lid Van Velzen overleverantie door Philips van onderdelen voor Apache-helikopters en F-16-straaljagers (ingezonden 5 april 2004).

Graag bied ik u hierbij- , mede namens de staatssecretaris van Economische Zaken, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door - het lid- Van Velzenover leverantie door Philips van onderdelen voor Apache-helikopters en F-16-straaljagers. Deze vragen werden ingezonden op - 5 april 2004 met kenmerk 2030412020.


- De Minister van Buitenlandse Zaken

Dr. B.R. Bot

Antwoorden van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, mede namens mevrouw Van Gennip, staatssecretaris van Economische Zaken, op vragen van het lid Van Velzen (SP) over leverantie door Philips van onderdelen voor Apache-helicopters en F-16-straaljagers

Vraag 1
Kent u het bericht dat Philips in het kader van compensatiebeleid onderdelen voor Apache-helikopters levert aan Israël? 1)

Vraag 2
Herinnert u zich de uitspraken van de minister van Buitenlandse Zaken d.d. 20 november 2003 dat toetsing van aanvragen voor wapenexportvergunningen met eindbestemming Israël automatisch leidt tot een negatief advies aan Economische Zaken? 2)

Vraag 3
Op welke wijze heeft de regering sindsdien aanvragen behandeld voor wapenexportvergunning van bedrijven met betrekking tot leveranties van onderdelen van wapensystemen aan Israël?

Vraag 4
Op welke wijze verhoudt een eventueel positief advies van de minister van Buitenlandse Zaken zich met de woorden van de voormalige minister van Buitenlandse Zaken van 20 november 2003? Is er sprake van een beleidswijziging?

Vraag 5
Indien de minister van Buitenlandse Zaken de staatssecretaris van Economische Zaken negatief geadviseerd heeft, wat heeft de staatssecretaris van Economische Zaken met dat advies gedaan? Indien de staatssecretaris dat advies naast zich neer heeft gelegd, wat waren daarvan de redenen?

Vraag 6
Deelt u de mening dat de afgifte van betreffende vergunningen in strijd is met de Europese gedragscode voor wapenexport? Zo ja, welke maatregelen gaat u treffen om overtreding van de gedragscode in de toekomst te voorkomen?

Antwoord
Het betreft hier leveranties aan de Verenigde Staten. Het bedrijf levert onderdelen en componenten aan de Amerikaanse producent van de Apache-helikopter in het kader van compensatie-afspraken die gemaakt werden bij de Nederlandse aanschaf van deze helikopter. Er is in het onderhavige geval geen sprake van Nederlandse uitvoer van militair materieel naar Israël.-

Vraag 7
Bent u bereid bij levering van onderdelen voor wapensystemen naar de Verenigde Staten een eindbestemmingverklaring te eisen, om op dergelijke wijze het Europese en Nederlandse wapenexportbeleid effectiever te kunnen controleren? Zo ja, op welke wijze? Indien neen, waarom niet?

Antwoord
Het komt bij toelevering van onderdelen aan buitenlandse systeembouwers veelvuldig voor dat vantevoren niet bekend is voor welke eindgebruiker(s) de systemen bestemd zijn. Soms weet de systeembouwer zelf nog niet welk eindproduct aan welke klant geleverd gaat worden of wil hij uit commerciële overwegingen zijn klantgegevens niet delen met buitenlandse toeleveranciers. In beide gevallen zou de eis van een exacte eindgebruikersverklaring toelevering van onderdelen door buitenlandse partijen onmogelijk maken.

Bij de beoordeling van de aanvraag wordt daarom tevens een oordeel geveld over de kwaliteit van de exportcontrole in het land waar de systeembouwer gevestigd is. Wordt die kwaliteit, zoals in het geval van de Verenigde Staten, adequaat geacht, dan zal de Nederlandse exporteur gevraagd worden een internationaal import certificaat (IIC) te overleggen, afgegeven in het land waarnaar de uitvoer plaats zal vinden. Middels dit certificaat verplicht de importeur zich vóór eventuele re-export van de op het certificaat vermelde goederen een uitvoervergunning aan te vragen bij zijn exportcontrole-autoriteiten.

De regering hecht er aan deze procedure te kunnen blijven toepassen, mede uit oogpunt van internationale samenwerking bij de ontwikkeling en productie van defensiematerieel.


1)Persbericht Campagne tegen de Wapenenhandel, 31 maart jl., 'Wapenleveranties aan Israël in strijd met overheidsbeleid' - www.antenna.nl/amokmar., - www.philips.com/InformationCenter/Global/FArticleSummary.asp?1NodeId=772


2) Kamerstuk 22 054, nr. 79, Algemeen Overleg, 20 november 2003, blz. 9. ("Ook bij de export van componenten ten behoeve van defensiematerieel geldt dat vergunningverzoeken altijd worden getoetst op eindbestemming; in de vergunningaanvrage dient de eindbestemming te worden vermeld. Indien het een leverantie via een derde land betreft met bijvoorbeeld als eindbestemming Israël, dan wordt op Israël getoetst en zal conform het huidige beleid een negatief advies aan Economische Zaken worden gegeven.")

===