Partij van de Arbeid


Den Haag, 19 mei 2004


Vragen van de leden Eijsink en Van Heemst (beiden PvdA) aan de minister van Defensie en de staatssecretaris van Defensie


over de nazorg voor veteranen


1. Acht u het gewenst dat u, in het kader van het beleid inzake psychologische keuring van militairen en/of psychische nazorg van veteranen, kunt beschikken over een overzicht van en inzicht in de mogelijke betrokkenheid van oud-militairen bij ernstige geweldsmisdrijven, zoals recent in het geval van de voor een tweetal moorden veroordeelde Pascal F.? Zo ja, hoe gaat u dit bewerkstelligen?


2. Wanneer zullen de resultaten bekend zijn van het onderzoek naar de gezondheidseffecten en psycho-sociale problemen die het gevolg kunnen zijn van de uitzending van militairen? Wilt u, als de resultaten bekend zijn, de Kamer hierover informeren?


3. Acht u de werkwijze, waarbij na uitzending een reïntegratiegesprek volgt en na zes maanden een psychologische nazorgvragenlijst wordt ingevuld, afdoende in het kader van de nazorg van veteranen? Zo ja, kunt u dat oordeel toelichten? Zo neen, welke verbeteringen gaat u aanbrengen?


4. Wanneer komt de evaluatie van het veteranenbeleid, waarin Lgen. b.d. De Veer onder meer de mogelijkheden tot optimalisering van de zorg en nazorg voor uitgezonden militairen zal belichten?


5. Welke conclusies verbindt u aan de volgende constatering van de Utrechtse rechtbank


Aangezien het aangetroffen stukje loop afkomstig is van een Uzi-pistoolmitrailleur van de Koninklijke Landmacht die kennelijk is ontvreemd en de overeenkomsten in de cijferreeks opvallend zijn, acht de rechtbank het, met de defensiedeskundige, aannemelijk dat het stukje loop is afgezaagd van de in 1994 gestolen Uzi-pistoolmitrailleur en voorts dat dit het wapen is geweest dat verdachte die dat deel van de loop en bijbehorende DAG munitie bezat voorhanden heeft gehad. ?


6. Kunt u aangeven, wanneer en hoe wordt uitgezocht of Pascal F. zich bij zijn uitzending naar Bosnië heeft misdragen, gelet op de ernstige misdrijven die hij na zijn terugkeer heeft gepleegd?


Deze vragen zijn naar aanleiding van de ontvangen antwoorden op de eerder gestelde vragen van de leden Eijsink en Van Heemst, 17 maart 2004, 2030410760.