Ministerie van Algemene Zaken

Ministerie van Justitie
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Persbericht ministerraad
19 mei 2004

PREVENTIE ESSENTIEEL ONDERDEEL VAN VEILIGHEIDSKETEN

De ministerraad heeft op voorstel van minister Donner van Justitie en minister Remkes van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ingestemd met de nota criminaliteitspreventie. Uit de nota blijkt dat het kabinet, naast repressie, preventie ziet als essentieel onderdeel van het veiligheidsbeleid. Inzet van preventie is bedoeld om het gebruik van strafrechtelijke middelen terug te dringen en daarmee de druk op de strafrechtketen te verminderen. Om preventie nadrukkelijker onderdeel van de veiligheidsketen te maken, zullen departementen in de toekomst vaker worden gewezen op de mogelijkheden die zij daartoe hebben op het eigen beleidsterrein.

Daarnaast is preventie de verantwoordelijkheid van de samenleving als geheel en niet alleen van de (rijks)overheid. Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV), dat in juli haar werkzaamheden start, gaat gemeenten, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties faciliteren en stimuleren preventieve maatregelen in te zetten. Ook wordt bekeken of bedrijven en burgers kunnen worden verplicht tot het nemen van preventieve maatregelen. Verder zal het kabinet nog in 2004 een beleidsverkenning over geweld in brede zin aan de Tweede Kamer zenden, waarin voorstellen worden gedaan voor een intensivering van de aanpak.

Hoewel het een gangbare opvatting is dat het strafrecht een ultimum remedium is, wordt bij veel ongewenste maatschappelijke verschijnselen snel geroepen om een strafrechtelijke reactie. Terughoudendheid is echter geboden, vindt het kabinet. Vooral daar waar het om feiten gaat die een geringe inbreuk vormen en weinig overlast of schade veroorzaken is zelfregulering door sociale controle belangrijk.

Het maatschappelijk debat over waarden en normen kan eraan bijdragen dat burgers de normovertreder op zijn gedrag aanspreken bij wijze van informele sanctie. Indien de normovertreding ernstiger is, zijn er de formele sancties. In de eerste plaats kan dan naar het civiele en bestuursrecht worden gekeken.

Veiligheidsprogramma
Het preventiebeleid is onderdeel van het veiligheidsprogramma "Naar een veiliger samenleving". Het kabinet concentreert zich in het preventiebeleid op de thema's die in het veiligheidsprogramma zijn benoemd: jeugdcriminaliteit, bedrijfsleven, overlast en openbaar vervoer. De nota geeft voor deze thema's op hoofdlijnen inzicht in de preventieve bijdrage die departementen nu al leveren.

Preventie jeugdcriminaliteit
Binnen het actieprogramma Jeugd Terecht van Justitie worden diverse acties uitgevoerd op het gebied van preventie van jeugdcriminaliteit. Deze acties zijn gericht op het vroegtijdig signaleren van risicofactoren, sluitend doorverwijzen, interveniëren op maat en effectiviteitmeting. Doelstellingen zijn het voorkomen dat jeugdigen die een verhoogd risico hebben om tot crimineel gedrag over te gaan dat ook daadwerkelijk doen en voorkomen dat jeugdigen die zich schuldig hebben gemaakt aan strafbare feiten verder gaan op het criminele pad. Daarnaast is de Operatie Jong van start gegaan, een interdepartementaal samenwerkingsverband van de ministeries van VWS, OCW, Justitie, SZW en BZK. Deze operatie moet leiden tot eerdere en adequatere hulpverlening aan jongeren, onder andere om te voorkomen dat zij criminele activiteiten ontwikkelen. Het voorkomen van opgroei- en opvoedproblemen, het tijdig signaleren van problemen en het bieden van adequate ondersteuning dragen bij aan het tegengaan van jeugdcriminaliteit.


---

Het ministerie van OCW ziet preventie van criminaliteit als een zaak van school, leerlingen en ouders. Het departement ondersteunt scholen, onder meer met middelen uit de campagne "De veilige school".

Bedrijfsleven
In het Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing (NPC) werken overheid en bedrijfsleven al ruim tien jaar samen bij de aanpak van specifieke problemen van het bedrijfsleven, zoals voertuigdiefstal, overvallen en integriteitvraagstukken. Inmiddels zijn er vijftien Regionale Platforms Criminaliteitsbeheersing opgericht. Het Actieplan Veilig Ondernemen loopt vanaf dit jaar en heeft tot doel het terugdringen van de criminaliteit tegen het bedrijfsleven met minimaal 20 procent in 2008. Om invulling te kunnen geven aan preventie zijn voor overheid en bedrijfsleven een aantal instrumenten beschikbaar. Bedrijven kunnen van werknemers een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) vragen. Sinds 1 april van dit jaar kan ook een Verklaring Omtrent het Gedrag van rechtspersonen worden gevraagd, waarbij zowel de rechtspersoon zelf als de beleidsbepalende bestuurders worden gescreend op justitiële antecedenten. Sinds juni 2003 kunnen overheden bij aanbestedingen en bij het verlenen van sommige vergunningen een advies aanvragen bij het bureau BIBOB (Bevordering IntegriteitsBeoordelingen door het Openbaar Bestuur). Zo'n advies wordt verstrekt op basis van gegevens van onder andere politie, justitie en de Belastingdienst.

Overlast
Een aanzienlijk deel van de dak- en thuislozen komt in aanraking met de politie en heeft ooit een gevangenisstraf uitgezeten. Ook veel harddrugsverslaafden plegen zeer frequent delicten. Twee instrumenten zijn in dit kader van belang. In de eerste plaats de maatregel van plaatsing in een Inrichting voor Stelselmatige Daders (ISD) voor de categorie die zich veelvuldig aan kleine criminaliteit schuldig maakt (veelplegers). In de tweede plaats de Maatregel Strafrechtelijke Opvang Verslaafden (SOV) voor criminele verslaafden die opname in een SOV-instelling mogelijk maakt voor maximaal twee jaar. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat geeft hoge prioriteit aan de verbetering van de sociale veiligheid in het openbaar vervoer door zwartrijden, agressie en overlast terug te dringen.

RVD, 19.05.2004