Ministerie van Algemene Zaken

Ministerie van Justitie
Vreemdelingenzaken en Integratie
Persbericht ministerraad
19 mei 2004

KABINET STREEFT NAAR GEDEELD BURGERSCHAP

De ministerraad heeft op voorstel van minister Verdonk voor Vreemdelingenzaken en Integratie ingestemd met een kabinetsreactie op het rapport "Bruggen bouwen" van de Tijdelijke commissie onderzoek integratiebeleid (commissie-Blok). Het kabinet onderschrijft de hoofdconclusie van de commissie dat de integratie van veel allochtonen geheel of gedeeltelijk is geslaagd. Vooral in de jaren negentig is vooruitgang geboekt op verschillende terreinen. Dat neemt niet weg dat naar het oordeel van het kabinet een té groot deel van de allochtone bevolking nog altijd op té grote afstand van de samenleving staat. Het kabinet wil daarom in de komende jaren de sociale, culturele en economische afstand die nog resteert ongedaan maken. Gedeeld burgerschap staat daarbij voorop. Waar culturen praktijken met zich brengen die strijdig zijn met kernwaarden en normen van de Nederlandse samenleving, zullen deze moeten worden bestreden. Ook wil het kabinet dubbele nationaliteiten zoveel mogelijk tegengaan, omdat dit haaks staat op een gedeeld burgerschap. Integratie moet van twee kanten komen en vergt wederzijdse openheid. Discriminatie en vooroordelen zullen daarom actief worden bestreden.
Integratie begint bij inburgering. Het kabinet heeft eerder dit voorjaar het nieuwe inburgeringsstelsel gepresenteerd waarbij eisen worden gesteld aan zowel nieuwkomers, als oudkomers met een achterstand.

Voor het voeren van een effectief integratiebeleid is een vereiste dat de doelen zichbaar en meetbaar zijn. Daarvoor moet er helderheid zijn over de vraag wanneer personen of groepen zijn geïntegreerd. Daarvoor is het nodig dat er een beperkte en eenduidige set van indicatoren en criteria voor integratie komt, een integratieladder, waaraan de voortgang van de integratie op eenvoudige en overzichtelijke wijze valt af te meten. Het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) i.s.m. het CBS is inmiddels al flink gevorderd met de ontwikkeling van de integratieladder. De integratieladder onderscheidt positieve en negatieve indicatoren. Tot de positieve indicatoren behoren in ieder geval: beheersing van de Nederlandse taal, het bezoeken van een etnisch gemengde school, deelname aan de arbeidsmarkt, interetnische sociale contacten, het kennen en respecteren van Nederlandse waarden en normen, het wonen in een gemengde wijk. Tot de negatieve indicatoren rekent het WODC: uitval uit inburgeringstrajecten, werkloosheid, spijbelen en schooluitval, betrokkenheid bij criminaliteit, uitkeringsafhankelijkheid, het wonen in een concentratiewijk.

Het kabinet streeft naar gemengde scholen, maar wil geen gedwongen spreiding van leerlingen. De vrijheid van onderwijs, ook van islamitische onderwijs, staat niet ter discussie. Wel zullen eisen gesteld worden aan deugdelijkheid, waarbij de principes van de democratische rechtstaat worden getoetst. Afspraken tussen gemeenten en schoolbesturen over de plaatsing van leerlingen naar herkomst moeten de beoogde menging bevorderen. Het kabinet wil concentratie van achterstandsleerlingen tegengaan bij de stichting van nieuwe scholen. Daarom geldt als voorwaarde dat niet meer dan 80 procent van de leerlingen een achterstandkenmerk hebben. In de brief Onderwijs, integratie en actief burgerschap die op 23 april dit jaar door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap naar de Tweede kamer is gestuurd, staan beleidsaanpassingen en nieuwe acties vermeld die nodig zijn om vooruitgang te boeken in de integratie door kennisoverdracht, aanpak taalachterstand en overdracht van waarden en normen.

Het kabinet stelt zich ten doel de arbeidsdeelname van minderheden te verhogen tot 54 procent in 2005. Daartoe wil zij vooral de belemmeringen wegnemen die toetreding bemoeilijken van

minderheden tot de arbeidsmarkt. De invoering van een nieuw WAO-stelsel zal meer prikkels bevatten voor werkhervatting en een positief effect hebben op de arbeidsparticipatie van alle groepen in onze samenleving. De inspanningen voor het bevorderen van scholing en opleiding moeten de arbeidsmarktpositie versterken van laagopgeleide, kansarme jongeren. Het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI), de Uitvoeringsorganisatie Werknemersverzekeringen (UWV) en de gemeenten (inclusief de reïntegratiebedrijven) zullen werkzoekenden met maatwerk ondersteunen en gebrekkige taalbeheersing, gebrek aan kinderopvang of inadequaat zoekgedrag aanpakken. Specifiek zal het kabinet investeren in het stimuleren van etnisch ondernemerschap, het verminderen van de jeugdwerkloosheid en het bevorderen van arbeidsparticipatie van allochtone vrouwen. Het kabinet wil niet - zoals de commisie Blok aanbeveelt - een registratie door bedrijven van de herkomst van het personeel (ofwel een voortzetting van de Wet Samen). Met de oprichting van een landelijk centrum voor diversiteitsmanagement wil het kabinet inzetten op het bevorderen van een breed diversiteitsmanagement door werkgevers.

Het verminderen van de geografische concentratie van huishoudens met lage inkomens en het vergroten van de leefbaarheid en de sociale cohesie vormen de twee belangrijkste invalshoeken van het kabinet bij het concentratievraagstuk in buurten en wijken. Vergroting van de diversiteit van de woningvoorraad in de grote steden zal onder andere mogelijk worden door gemeenten - ook de komende jaren - middelen te verstrekken uit het Investeringsbudget voor Stedelijke Vernieuwing (ISV). Het kabinet wil ook meer huisvestingsmogelijkheden voor lage inkomens in de randgemeenten. Voor de verbetering van de leefbaarheid en vergroting van de sociale samenhang in achterstandswijken wil het kabinet een grotere betrokkenheid van woningcorporaties, zonodig door bestuurlijke drang. Van de corporaties wordt een meer gezamenlijk optreden verwachten met gemeenten, maatschappelijke - en private ondernemingen.

De commissie-Blok heeft zich niet uitgelaten over de oververtegenwoordiging van jongeren uit minderheidsgroeperingen in de criminaliteit. Een onevenredig groot deel van de Marokkaanse, Antilliaanse en ook Somalische en Oost-Europese jongeren veroorzaakt overlast en is betrokken bij kleine en grote vormen van misdaad. Het kabinet volgt in dezen de weg van preventie én repressie. Het Veiligheidsprogramma van het kabinet biedt een kader voor versterking van de effectiviteit van de justitiële keten. Het bestaande Preventiebeleid moet aansluiting zoeken bij de Operatie Jong, het interdepartementale initiatief dat beoogt de onderlinge afstemming tussen de veelheid van organisaties en instellingen in dit veld te verbeteren.

Imams in Nederland komen grotendeels uit het buitenland. Dat is naar het oordeel van het kabinet onwenselijk voor de integratie, omdat hun betrokkenheid bij de Nederlandse maatschappij te gering is. De overheid houdt vast aan haar voornemen om tot een Nederlandse imamopleiding te komen. Het kabinet zal op korte termijn in overleg met de moslimgemeenschap daarvoor concrete stappen ondernemen.

Het gemeenschappelijke belang van de onderkenning van de gevaren van het extremisme en de rekrutering staat voorop in het overleg tussen de overheid en de moslims. Het kabinet ondersteunt initiatieven vanuit de moslimgemeenschap, die versterking beogen van het bewustzijn van deze gevaren. Onlangs heeft een aantal islamitische organisaties zich verenigd in het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO). Ook andere, nieuwe samenwerkingsverbanden met dezelfde ambities hebben zich aangediend. Deze ontwikkeling moet op korte termijn resulteren in een representatieve gesprekspartner voor de overheid. Het kabinet zal de representativiteit van zijn gesprekspartners expliciet toetsen. Tevens zal het kabinet nog deze zomer met een nota over radicalisering komen.

RVD, 19.05.2004