Ministerie van Algemene Zaken

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Persbericht ministerraad
19 mei 2004

100 MILJOEN EURO BESCHIKBAAR VOOR INVOERING LUMPSUM PRIMAIR

ONDERWIJS

Het kabinet stelt 100 miljoen euro beschikbaar voor de invoering van lumpsum in het primair onderwijs. Vanaf het schooljaar 2006-2007 kunnen de scholen zelf beslissen over de besteding van het geld. Zo kunnen scholen hun beleid en onderwijs beter afstemmen op de situatie op en rond de school. Met de invoering van lumpsum komt een deel van de huidige regels te vervallen. Een schoolbestuur met meer dan één school moet een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad instellen. Dit staat in een wetsvoorstel waarmee de ministerraad op voorstel van minister Van der Hoeven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCenW) heeft ingestemd.

De invoering van lumpsum in het primair onderwijs maakt deel uit van een breed pakket maatregelen onder de noemer `autonomievergroting en deregulering'. Lumpsum betekent dat de overheid bestedingsvrijheid geeft aan scholen. Op dit moment krijgt het primair onderwijs de materiële bekostiging al als lumpsum budget. Onder de materiële bekostiging vallen zaken als de schoonmaak van scholen en de aanschaf van lesmateriaal. Ook zijn scholen al vrij in de besteding van een klein deel van het personele budget. In dat budget zit onder andere nascholing en integraal personeelsbeleid. Maar het grootste gedeelte van het geld krijgen scholen op declaratiebasis: het ministerie van OCenW geeft aan op hoeveel formatieplaatsen een schoolbestuur recht heeft, het bestuur neemt personeel aan en stuurt de rekening naar het ministerie. Om te bepalen wat scholen mogen declareren heeft het ministerie van OCenW een flink aantal regels gesteld. Met lumpsum gaat dat veranderen. In het nieuwe systeem krijgen schoolbesturen één totaalbedrag voor personele en materiële uitgaven en mogen ze zelf uitmaken hoe ze dat besteden.

Een schoolbestuur met meerdere scholen zal een beslissing moeten nemen over de verdeling van het geld over de scholen. Gegarandeerd moet zijn dat alle scholen bij deze beslissing via de medezeggenschap betrokken zijn. Vandaar dat de invoering van lumpsum gepaard gaat met de verplichte instelling van een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. De verplichting om aan elke school een medezeggenschapsraad te hebben, blijft bestaan. Voor de invoering van de lumpsum is 32 miljoen euro beschikbaar in 2004 oplopend tot 100 miljoen in 2007. Het geld wordt voornamelijk ingezet voor het versterken van het management en bestuur. De kleine scholen krijgen een bedrag zodat ze niet worden gedwongen tot (bestuurlijke) schaalvergroting.

De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden pas openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.

RVD, 19.05.2004