Ministerie van Algemene Zaken

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Persbericht ministerraad
19 mei 2004

BIJNA 90 MILJOEN EURO VOOR AANPAK VEILIGHEID SCHOLEN

Het kabinet stelt bijna 90 miljoen euro beschikbaar voor de aanpak van veiligheid op scholen. Vanaf 2005 kunnen scholen voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen meer leerlingen opvangen. Dat aantal loopt op tot 1.000 extra plaatsen vanaf 2006. Scholen in het primair en voortgezet onderwijs krijgen geld om in totaal ruim 900 extra leerlingbegeleiders aan te kunnen stellen. Samenwerkingsverbanden in voortgezet onderwijs kunnen "reboundvoorzieningen" creëren voor ongeveer 4.500 leerlingen per jaar. Bij deze voorzieningen gaan dwang en drang hand in hand. Dit staat in het "Plan van aanpak veiligheid in het onderwijs en de opvang van risicoleerlingen" waarmee de ministerraad op voorstel van minister Van der Hoeven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft ingestemd. Het plan van aanpak wordt aan de Tweede Kamer aangeboden.

Voor een veilig schoolklimaat is de school verantwoordelijk. Dit kan niet zonder actieve deelname en betrokkenheid van leerlingen en ouders. Scholen, ouders en leerlingen moeten samen afspraken maken over wat wel en niet aanvaardbaar is in de omgang met elkaar. Maar er zijn zaken die de deskundigheid van het onderwijs overstijgen; bijvoorbeeld ernstige gedragsproblemen, criminaliteit, drugsproblemen, problemen in de gezinssituatie. De school kan nooit de problematiek van geweld in de maatschappij oplossen, ook al werkt deze samen met externe zorgverleners.

Scholen in het primair en voortgezet onderwijs krijgen geld voor leerlingbegeleiding. In het primair onderwijs gaat het om 600 scholen in de vier grote gemeenten (G4) en de G32. Op deze scholen kunnen ongeveer 120 leerlingbegeleiders worden aangesteld. Dit zijn scholen met minimaal 30 procent leerlingen met een allochtone afkomst en een achterstand ("0,9 leerlingen"). Deze scholen krijgen extra geld voor de inzet van maatschappelijk werkers. Het voortgezet onderwijs krijgt geld om 800 leerlingbegeleiders aan te kunnen nemen. In aansluiting op leerlingbegeleiding moet de school een beroep kunnen doen op andere voorzieningen voor de jeugd: het maatschappelijk werk, de leerplichtambtenaar, jeugdgezondheidszorg, jeugdzorg en zonodig politie en justitie. Bij ongeveer 85 procent van de scholen in het voortgezet onderwijs zijn teams actief waarin deze externe voorzieningen vertegenwoordigd zijn (zorgadviesteams). Vanaf 2007 moet er een landelijk dekkend netwerk van zorg zijn rond de scholen voor primair, voortgezet en beroepsonderwijs.

Deze samenwerking kent vooralsnog een aantal knelpunten. Het aanbod van zorg in en om de school vertoont nog onvoldoende samenhang. Wachtlijsten staan een soepele toegang tot zorg in de weg. Ook is niet altijd duidelijk wie op welk moment waarvoor verantwoordelijk is. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft met de Vereniging Nederlandse Gemeenten afspraken gemaakt over de functies die op lokaal niveau en onder gemeentelijke regie geboden moeten worden aan ouders en jeugdigen met problemen rond opvoeden en opgroeien.

Er komen voor het onderwijs aan zeer moeilijk opvoedbare kinderen 1.000 extra plaatsen. Deze plaatsen zijn bedoeld voor die leerlingen die ernstige gedragsproblemen vertonen en niet meer te handhaven zijn binnen het regulier onderwijs. Deze leerlingen kunnen worden ingeschreven ook al voldoen ze niet aan de criteria die gelden voor het zmok (onderwijs aan zeer moeilijk opvoedbare kinderen).

Daarnaast komen er "reboundvoorzieningen". Het doel is dat leerlingen niet alleen een periode wordt geboden om af te koelen, maar ook om ze een andere houding aan te leren. Er is geen sprake van uitval, maar van een tweede kans en die moet door de leerling ook daadwerkelijk worden aangegrepen.

Het is de bedoeling dat deze leerlingen teruggaan naar het reguliere onderwijs en daarom blijven deze leerlingen ook ingeschreven bij de school. De samenwerkingsverbanden voortgezet onderwijs krijgen geld om deze "reboundvoorzieningen" op te zetten. Alle scholen voor vmbo en praktijkonderwijs zijn aangesloten bij een dergelijk samenwerkingsverband. Deze verbanden zijn al verplicht om jaarlijks een zorgplan op te stellen. Met het verstrekken van het extra geld wordt het ook verplicht om in het zorgplan de inrichting van de "reboundvoorzieningen" en de procedure van verwijzing van leerlingen op te nemen. Vanaf 2007 zijn er in totaal ongeveer 1.500 plaatsen waar op jaarbasis ongeveer 4500 leerlingen kunnen worden opgevangen.

Vanaf 2004 is 4 miljoen euro oplopend tot 86 miljoen in 2007 structureel beschikbaar voor de aanpak van veiligheid op scholen.

RVD, 19.05.2004