Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter Raad van Bestuur Postbus 90801 2509 LV Den Haag CWI Anna van Hannoverstraat 4 de heer drs. R. de Groot Telefoon (070) 333 44 44 Telefax (070) 333 40 33 Postbus 58191
1040 HD AMSTERDAM

Uw brief Ons kenmerk
CWI/2004/1389 UB/2004/18898

Onderwerp Datum
Jaarstukken 2003 CWI 19 mei 2004

Geachte heer De Groot,

In deze brief geef ik u mijn inhoudelijke oordeel over uw jaarverslag 2003 en daarmee over het functioneren van CWI in 2003.
Daarnaast dient uw besluit tot vaststelling van de jaarrekening 2003 door mij te worden goedgekeurd (artikel 49, zevende lid, van de Wet SUWI). Ik heb besloten deze goedkeuring te verlenen, waarbij ik uw schrijven d.d. 10 maart 2004 met kenmerk CWI/2004/1389 beschouw als uw besluit tot vaststelling, zoals bedoeld in artikel 49, zevende lid, van de Wet SUWI. Een afschrift van het goedkeuringsbesluit treft u hierbij aan.

Op 19 mei a.s. zal ik de tussenevaluatie SUWI 2004 aan beide Kamers der Staten-Generaal aanbieden. Uw jaarverslag en een afschrift van voorliggende brief stuur ik als onderdeel van deze zending mee (conform artikel 49, tiende lid, van de Wet SUWI).
De tussenevaluatie bevat een beoordeling van de resultaten van de eerste twee jaar SUWI. Voorliggende brief vormt de uitwerking van het oordeel over CWI zoals dat in de tussenevaluatie is opgenomen. Een afschrift van de tussenevaluatie en de aanbiedingsbrief treft u hierbij aan.

Oordeel over functioneren CWI in 2003
2003 was het tweede jaar na de invoering van de Wet SUWI. Een jaar waarin sprake was van forse economische tegenwind en waarin de discrepantie tussen ramingen en realisatie scherp naar voren is gekomen.
Ik vind dat u en uw medewerkers in 2003 veel werk hebben verzet. U heeft belangrijke activiteiten ontwikkeld, die er mede voor gezorgd hebben dat u in 2003 op vele terreinen vooruitgang heeft geboekt. Zo is de dienstverlening aan werkgevers aanzienlijk verbeterd. De ontwikkeling van werk.nl draagt in grote mate bij aan het transparant maken van de arbeidsmarkt. Verder bent u er in geslaagd de sterk toegenomen klantenstroom werkzoekenden op te vangen zonder dat de tijdigheid en volledigheid van de uitkeringsintake in gevaar zijn gekomen. Met u constateer ik dat de vergrote inzet van

2

capaciteit op de uitkeringsintakes ten koste is gegaan van de bemiddeling van werkzoekenden en begin 2003 van de dienstverlening aan werkgevers.
Niet alleen uw prestaties hebben belangrijke ontwikkelingen doorgemaakt. Ook in de bedrijfsvoering van uw organisatie zijn waardevolle stappen gezet richting de voltooiing van de transformatie per 1 januari 2006. Ik moet echter ook constateren dat u de komende jaren nog belangrijke stappen moet zetten. Ik verwacht dat u daar in uw jaarplan 2005 invulling aan geeft.

Ik complimenteer u met het tijdig aanleveren van uw jaarverslag en jaarrekening. Dit is een belangrijke vooruitgang ten opzichte van vorig jaar. Bovendien is de kwaliteit van uw jaarverslag verbeterd. Een voorbeeld daarvan is dat u een verklaring over de bedrijfsvoering heeft opgenomen.
Ik mis echter nog een bestuurlijk kritisch oordeel en verbeteracties op met name de onderdelen waar CWI in 2003 niet voldaan heeft aan de gestelde normen. Uw jaarverslag is nog niet VBTB-proof. Dit komt met name doordat antwoorden op de vragen: wat is er beoogd, wat is daarvoor gedaan en wat heeft dat gekost, niet (systematisch en in samenhang) terug te vinden zijn. De samenhang tussen onderwerpen kan verbeterd worden door onderwerpen niet op verschillende plaatsen in het jaarverslag terug te laten komen en helder en systematisch aan te geven wat in 2003 de planning was en wat daarvan gerealiseerd is. Het jaarverslag bevat bovendien veel vooruitblikken, wat ten koste gaat van de overzichtelijkheid.
Artikel 49, tweede lid van de wet SUWI, bepaalt onder andere dat CWI in het jaarverslag de taakuitoefening en het gevoerde beleid in het afgelopen jaar beschrijft. Voor de overzichtelijkheid dient u in uw jaarverslag ook de uitvoering van de `andere taken' aan de orde te laten komen, waarvoor u in dat jaar toestemming heeft verkregen en/of die u in dat jaar heeft uitgevoerd. Ik verzoek u mij dit overzicht voor 1 juni a.s. alsnog te verstrekken.

Hieronder ga ik nader in op een aantal onderwerpen, die van belang zijn geweest bij het formuleren van mijn oordeel over het functioneren van CWI in 2003.

Werk boven uitkering
Ik vind dat u in 2003 een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan het transparant maken van de arbeidsmarkt. Verder heeft u stappen gezet om de kwaliteit van de dienstverlening te verbeteren. Ik deel uw uitgangspunt om de zelfwerkzaamheid van cliënten hierbij voorop te stellen. Ik ondersteun uw voornemen om de elektronische dienstverlening verder te ontwikkelen.

De dienstverlening aan werkgevers heeft een positieve ontwikkeling doorgemaakt. Ik ga er vanuit dat CWI de werkwijze die in 2003 is geïmplementeerd voort zal zetten en waar mogelijk verder zal aanscherpen.

Ik ben van oordeel dat CWI het afgelopen jaar te weinig aan bemiddeling is toegekomen. Dit heeft vooral als oorzaak dat er veel tijd gemoeid is met de afhandeling van de uitkeringsintakes. De door u voorgenomen experimenten zullen naar mijn oordeel een positieve bijdrage leveren aan het hervinden van het evenwicht tussen uw activiteiten op het terrein van de bemiddeling en die met betrekking tot de intakes voor de uitkeringen. Daarnaast verwacht ik belangrijke bijdragen vanuit de scholing van uw medewerkers, zowel qua deskundigheid als qua houding richting werk boven uitkering.

3

In 2003 zijn de poortwachtersquote WW en de uitstroomquotes WW en ABW
achtergebleven bij de gestelde normen. Ik deel uw opvatting dat verbeteringen mogelijk zijn en verzoek u dit reeds in 2004 vorm te geven. Ik verzoek u mij hierover te informeren in de kwartaalverslagen en het jaarverslag over 2004. Het is van belang om goed inzicht te verkrijgen in de relatie tussen de te leveren inspanningen, de invloed van externe factoren en de resultaten. Ik zie het verklaringsmodel dat u momenteel ontwikkelt daarom met belangstelling tegemoet.

Hoewel de activiteiten op het terrein van handhaving over 2003 laat van start zijn gegaan, geeft het beleidsplan Hoogwaardig handhaven mij het vertrouwen dat CWI handhaving als onderdeel van het integrale uitvoeringsproces opneemt.
Ik constateer wel dat CWI er in 2003 niet in is geslaagd om alle medewerkers op te leiden in het kader van ID-fraude. Ik wil graag voor 1 juli a.s. geïnformeerd worden over het tijdpad waarin dit wel gerealiseerd zal zijn.

Keten
In 2003 heeft de ketensamenwerking steeds meer inhoud gekregen. De uitvoering van het begin 2003 vastgestelde Programma Ketenresultaten krijgt gestalte. Dit heeft geleid tot belangrijke, veelal ook randvoorwaardelijke, producten en afspraken. Een belangrijk onderdeel van de prestatieafspraken betreft de tijdigheid en volledigheid van de gegevensoverdracht van CWI richting gemeenten respectievelijk UWV. CWI heeft op die onderdelen in 2003 voldaan aan de gestelde norm van 80%. CWI, UWV en gemeenten werken gezamenlijk aan kwaliteitsverbeteringen. Met de cijfers over volledigheid en tijdigheid in het achterhoofd, is een waardering van de ketenpartners onder de norm niet direct te verklaren. Over de klanttevredenheid in het algemeen kom ik graag met u te spreken in een volgend bestuurlijk overleg.
Positief is dat de `warme overdacht' tussen CWI en UWV in het kader van de reïntegratie meerwaarde blijkt te hebben.
Op dit moment zijn er 37 bedrijfsverzamelgebouwen (inclusief CWI+) operationeel en wordt er slechts in vijf van de `110 CWI-gemeenten' niet gewerkt aan een BVG. Ik vind dit een goede ontwikkeling. BVG-vorming is uiteraard een middel en geen doel op zich, maar kan wel een impuls geven aan de lokale samenwerking. Ik heb waardering voor de rol van CWI bij de BVG-vorming. Ik wijs u er op dat u risico's loopt met betrekking tot het aangaan van verplichtingen, terwijl deelname van andere belanghebbenden (uitzendbureau's, reïntegratiebedrijven) nog niet is gegarandeerd. Voor het risico dat u hierbij loopt, heeft u een voorziening getroffen. Ik verzoek u in uw jaarplan en meerjarenplan huisvesting aan te geven of u deze lijn wilt doorzetten en, wanneer dit het geval is, hoe u deze risico's wilt beheersen.

De feitelijke samenwerking komt vooral op lokaal en regionaal niveau tot stand. De lokale uitvoerders blijken zich bewust van de noodzaak tot optimalisatie van de samenwerking ten behoeve van het gezamenlijke en daarmee ook het eigen resultaat. Ook de keten-ICT wordt meer en meer vanuit lokale ontwikkelingen gevoed, in samenhang met de proeftuin-gewijze ontwikkeling van Sonar bij CWI. Landelijke implementatie is aan de orde wanneer de toegevoegde waarde zich op locatie heeft bewezen. Het huidige inzicht in de zich ontwikkelende praktijk dient als basis voor de koers en agenda voor de komende jaren. De door de ketenpartners in AKO-verband ontwikkelde visie op de toekomst, die tegelijkertijd met de tussenevaluatie SUWI aan de Kamers wordt aangeboden, biedt een belangrijke basis voor de komende jaren. Er is met u afgesproken dat de daarin beschreven

4

uitgangspunten en ambities gezamenlijk met de ketenpartners uitgewerkt worden in een nieuw realistisch en meetbaar ketenprogramma, dat voor 1 juli in concept gereed is. Ik ga er vanuit dat u de afspraken uit het nog op te stellen ketenprogramma in uw jaarplan 2005 opneemt en hier ook in 2004 reeds aandacht aan besteed.

Cliëntgerichtheid
Een klantgerichte uitvoering is één van de pijlers van SUWI. Ik ben van oordeel dat CWI hiertoe in 2003 goede stappen gezet heeft. Niet alleen de installatie van cliëntenraden, maar ook de (eerdergenoemde) elektronische dienstverlening en maatwerk in de dienstverlening en informatievoorziening leveren hier belangrijke bijdragen aan. Zoals ik ook in de meibrief heb aangegeven, blijft verbetering van de warme overdracht van gegevens zowel intern als extern van groot belang. De gegevensuitvraag door CWI moet voor de gehele keten bruikbaar zijn.
Uit onderzoeken blijkt dat uw organisatie in 2003 op het terrein van de klanttevredenheid onder werkzoekenden onder de norm gepresteerd heeft. Cliënten zijn de dienstverlening in 2003 minder gaan waarderen dan in 2002. Voor een deel is deze waardering te verklaren door de algemene verslechterde situatie op de arbeidsmarkt waardoor CWI cliënten minder aan het werk heeft kunnen helpen dan de verwachtingen daarover waren. Met u hecht ik veel waarde aan de tevredenheid van cliënten over de dienstverlening van CWI en verzoek u daarom mij in de kwartaalverslagen te informeren over de acties die u onderneemt teneinde de klanttevredenheid te verhogen.

Transformatie
Voor de transformatie in 2003 had u in totaal de beschikking over een budget van 60,2 mln. Het budget is een samenstelling van de tranche 2002, die via het bestemmingsfonds ( 20 mln.) beschikbaar was, en het budget ( 40,2) dat in 2003 door mij beschikbaar is gesteld. In het vierde kwartaal 2003 heeft u bij mij een herzien Masterplan 2003 ­ 2005 ingediend. Ik ben akkoord gegaan met uw herziening van de jaartranche 2003. Met u is afgesproken dat CWI zich over de transformatie in haar jaarverslag 2003 in overeenstemming met het herziene Masterplan zou verantwoorden.
In de verantwoording van de transformatie is, ondanks mijn verzoek, niet in alle gevallen een toelichting gegeven op verschillen tussen het beschikbare budget en de bestedingen. Hierdoor is onduidelijkheid ontstaan over de voortgang van sommige projecten. Gezien de aanvullende informatie die u mij bij brief van 13 mei jl. heeft verstrekt, kan ik akkoord gaan met de in 2003 verantwoorde transformatie. Voor 2004 wil ik u er met nadruk op wijzen dat u in uw verantwoording over de transformatie de voortgang van de projecten (de mijlpalen) in verband dient te brengen met de uitgaven.

Van het bestemmingsfonds transformatie 2002 heeft u 11,0 mln. niet besteed. Van het transformatiebudget 2003 heeft u het deel dat u niet heeft besteed, te weten 22,8 mln., als schuld aan SZW op de balans per ultimo 2003 opgenomen. Ik verzoek u om overeenkomstig uw gedragslijn bij de transformatie 2003 het bedrag van 11,0 mln. uit het bestemmingsfonds transformatie 2002 als schuld aan SZW op uw balans per 1 januari 2004 op te nemen. De jaartranche 2004 van het herziene Masterplan 2003 ­ 2005 heb ik nog niet goedgekeurd. In afwachting van mijn oordeel over de jaartranche 2004 verzoek ik u de niet- bestede transformatiebudgetten van 2002 en 2003 van in totaal 33,8 mln. voor mij beschikbaar te houden. Bij mijn beslissing over de jaartranche 2004 zal ik u aangeven in welke mate u het bedrag van 33,8 mln. voor de uitvoering van transformatieprojecten in 2004 kan aanwenden en welk deel aan SZW moet worden terug betaald.


5

Doelmatigheid
U heeft in het verslagjaar veel aandacht besteed aan de kwaliteit van het personeel en het management.
Daarnaast heeft u veel aandacht besteed aan de ontwikkeling van het financieel beheer. Eind mei 2003 heeft u plateau 2 bereikt en heeft u dit laten evalueren. Onlangs heeft u mij uw plan van aanpak voor plateau 3 doen toekomen. De Inspectie Werk en Inkomen heeft opgemerkt dat u "overall" invulling hebt gegeven aan de opzet van het financieel beheer, maar dat de uniforme toepassing van de opzet nog in onvoldoende mate is ingedaald in de organisatie. Ik verzoek u mij voor 1 juli a.s. een plan van aanpak te doen toekomen met duidelijk meetbare mijlpalen, waarin u aangeeft welke verbeteracties u zult ondernemen zodat het financieel beheer in de loop van 2004 uniform toegepast wordt. Via uw kwartaalverslagen verzoek ik u om mij op de hoogte te houden van de voortgang bij de werking van het financieel beheer afgezet tegen de hiervoor genoemde bevindingen van de Inspectie Werk en Inkomen. Op uw plan van aanpak voor plateau 3 zal ik separaat reageren. Tot mijn genoegen heeft u in uw jaarverantwoording voor het eerst een verklaring over de bedrijfsvoering opgenomen. Ik vind dit een prestatie, waarmee u zich een goed uitgangspunt heeft gecreëerd voor de verdere ontwikkeling hiervan in 2004.

Uit verschillende rapportages heb ik opgemaakt dat u op schema ligt met de ontwikkeling van de ICT- projecten HVS en Sonar. Gezien de einddatum van medio 2005 is het cruciaal dat u het risico van het mogelijk uitlopen op de planning en van de kosten zo goed mogelijk beheerst. Een belangrijk risico is naar mijn oordeel de vulling van het nieuwe systeem als gevolg van de bestandsvervuiling van het huidige systeem. Gezien het belang van SONAR voor de betrouwbaarheid van de gegevens, verzoek ik u daar de noodzakelijke aandacht aan te besteden.

Uw externe accountant doet geen uitspraak over de vraag of CWI voldoet aan de eisen van doelmatigheid. De reden is het ontbreken van een toetsingskader. Dit toetsingskader zal in de periode voorafgaand aan het opstellen van het jaarverslag 2004 geëxpliciteerd worden. Als het gaat om de principes van doelmatigheid en om de kaders op het terrein van efficiency formuleer ik deze; zoals in de meibrief en in de evaluatie SUWI is aangegeven gaat het hierbij om de prestatie-indicatoren (met name de preventiequote), de efficiency zoals verwerkt in het budget en de optimalisering van het (financieel) beheer. Het is aan CWI om dit algemene kader om te zetten in een CWI-specifiek doelmatigheidsplan, waarbij vooral het beheer en de wisselwerking met de organisatie aandacht moeten krijgen. Ik verzoek u mij hierover bij het derde kwartaalverslag 2004 te informeren.

CWI heeft in 2003 een saldo van baten en lasten van 41,3 mln. Daarnaast laat u een aantal projecten uit 2002 voor een bedrag van 10,8 mln. vervallen. Dit leidt tot een vrijval van 10,8 mln. uit de bestemmingsreserve projecten regulier 2002. In totaal een bedrag van 52,1 mln.
Bij het vaststellen van de begroting CWI 2004 is afgesproken dat CWI uit het positief saldo van 2003 30,9 mln. mag aanwenden voor de ontbrekende dekking voor 2004. Met het gerealiseerde saldo van baten en lasten is dit mogelijk en geef ik u toestemming dit bedrag in 2004 als zodanig aan te wenden.
Daarnaast wilt u een aantal projecten, waarvoor in 2003 aanvullend regulier budget is verstrekt, voor 10,6 mln. doorschuiven naar 2004. Het gaat hier om: de voorbereiding WSW-indicatie, Communicatieplan Vacatureoffensief, Drempelslechting en Plan van


6

Aanpak Jong Actief. Voor de uitvoering van deze projecten in 2004 geef ik u mijn toestemming en stel ik u 10,6 mln. uit het saldo van baten en lasten beschikbaar. Een afschrift van het goedkeuringsbesluit treft u hierbij aan. Verder vraagt u uit de vrijval van de bestemmingsreserve een bedrag van 10,58 mln. te mogen doorschuiven naar 2004 voor "onvoorziene projecten". In aanvulling daarop heeft u mij op 29 april jl. verzocht om deze reserve te mogen inzetten voor een aantal nader gespecificeerde doelen. Momenteel kan ik niet instemmen met de vorming van een dergelijke reserve. Uw verzoek van 29 april beschouw ik als een mogelijk voornemen tot wijziging van de begroting 2004. Voordat ik hierover een besluit neem, wil ik graag eerst hierover nader met u van gedachten wisselen. Ik verzoek u daarom het bedrag van 10,58 mln. als schuld aan SZW in uw administratie op te nemen en, wanneer ik u daartoe verzoek, naar SZW terug te storten, indien ik zou besluiten niet over te gaan tot honorering van uw verzoek van 29 april.

Kwaliteit van de (bestuurlijke) verantwoordingsinformatie
In uw jaarverslag geeft u inzicht in de problemen met de kwaliteit van de (bestuurlijke) informatievoorziening en de daarbij te nemen maatregelen. De juistheid en volledigheid van de bestuurlijke informatievoorziening hebben mijn bijzondere aandacht. Ik stel vast dat er een risico blijft bestaan ten aanzien van het proces van totstandkoming en registratie van gegevens uit de verantwoordings-, management- en stuurinformatie. Ik heb begrepen dat u in de eerste helft van 2004 een nulmeting wilt verrichten, teneinde realistische normen te kunnen formuleren omtrent volledigheid en betrouwbaarheid van de registratie van de productiegegevens. Voor zover de betrouwbaarheid en volledigheid op dit moment nog niet 100% gegarandeerd kunnen worden, verzoek ik u uiterlijk op 1 september 2004 via een plan van aanpak met duidelijk meetbare mijlpalen aan te geven welke verbeteracties u in 2004 en 2005 zult ondernemen opdat in 2006 deze garantie gegeven kan worden. Ik verzoek u de resultaten van de eerdergenoemde nulmeting, met de daarbij geformuleerde realistische streefpercentages, in het plan van aanpak op te nemen.

Rapportage beveiligingsbeleid en EDP audit
Hoewel het jaar 2003 verbetering laat zien, is het stelsel van maatregelen en procedures nog niet zodanig dat een exclusieve, integere, beschikbare en controleerbare gegevensverwerking binnen uw organisatie, waaronder de beveiliging van Suwinet (gegevensuitwisseling), voldoende gewaarborgd is. Ik verzoek u daarom in het bovengenoemde plan van aanpak op basis van een risico-analyse aan te geven welke acties ondernomen moeten worden, ertoe leidend dat bij de audit over het jaar 2004 een positief oordeel door de EDP-auditor (als bedoeld in artikel 5.22 i.c.m. artikel 6.4 Regeling SUWI) kan worden afgegeven over de opzet en het bestaan op 31 december van een stelsel van maatregelen en procedures. Over 2005 dient tevens een positief oordeel over de werking daarvan bereikt te worden.
Met betrekking tot de (verantwoording over de) beveiliging van Suwinet ga ik ervan uit dat u medio 2004 in samenwerking met de ketenpartners komt tot een gezamenlijk uitgewerkt normenkader en een verantwoordingsrichtlijn op basis van Bijlage XIV Regeling SUWI, die dienst doen als basis voor de EDP-audit als bedoeld in art. 6.4 Regeling SUWI. In een bestuurlijk overleg in september wil ik met u op basis van het door u opgestelde plan van aanpak tot nadere afspraken komen.

Tot slot
In de meibrief 2005 heb ik aangegeven welke beleidsmatige prioriteiten ik zie voor uw organisatie in 2005. Ik ga ervan uit dat u al in 2004 verbeteracties hiertoe initieert. Dit geldt


7

evenzeer voor de acties verwoord in mijn brief aan de Tweede Kamer van 30 maart 2004 (kamerstukken II, 2003-2004, 26448, nr.126) met mijn maatregelen gericht op de versterking van sturing en toezicht. Op basis van mijn oordeel over uw jaarverslag zie ik daarnaast de volgende aandachtspunten voor 2004:

· het VBTB-proof maken van de verantwoordingsinformatie;

· het opnemen van bestuurlijke kritische oordelen en verbeteracties op met name de onderdelen waar CWI niet voldoet aan de gestelde normen;

· het opstellen en ondernemen van acties ter verbetering van de klanttevredenheid;
· het opstellen van een plan van aanpak (met meetbare mijlpalen) voor de uniforme toepassing van het financieel beheer;

· het expliciteren van de eisen van doelmatigheid aan beheer en organisatie;
· het opstellen van een plan van aanpak (met meetbare mijlpalen) met daarin verbeteracties teneinde in 2006 de garantie te kunnen geven dat de kwaliteit van de (bestuurlijke) verantwoordingsinformatie 100% betrouwbaar en volledig is.

Hoogachtend,
de Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid

(mr. A.J. de Geus)


8

Directie Uitvoeringsbeleid
Nr. UB/2004/18898

Onderwerp: Goedkeuringsbesluit van het besluit tot vaststelling jaarrekening Centrale Organisatie Werk en Inkomen 2003

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mr. A. J. de Geus

Gelet op artikel 49, zevende lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

BESLUIT:

Goedkeuring te verlenen aan het door de Centrale Organisatie Werk en Inkomen getroffen besluit van 10 maart 2004 tot vaststelling van de jaarrekening 2003.

Den Haag, 19 mei 2004

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)

Voor nadere informatie over deze beschikking kunt u terecht bij de hierboven genoemde contactpersoon. Overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht kan tegen deze beschikking schriftelijk bezwaar worden gemaakt door degene wiens belang rechtstreeks bij deze beschikking betrokken is. Daartoe moet binnen zes weken na de dag van verzending van deze beschikking een bezwaarschrift worden ingediend bij de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, t.a.v. de Directie Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden, Bureau Ondersteuning Bezwaar en Beroep, Postbus 90801, 2509 LV 's-Gravenhage. Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend en ten minste te bevatten de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van deze beschikking alsmede de reden(en) waarom de beschikking niet juist wordt gevonden.
Verzocht wordt bij het bezwaarschrift een kopie van deze beschikking en van eventuele andere op de zaak betrekking hebbende stukken te voegen.
Het bezwaar schort de werking van deze beschikking niet op.


9

Directie Uitvoeringsbeleid
Nr. UB/2004/18898

Onderwerp: toekenning aanvullend budget voor 2004, verlaging budget 2003 met hetzelfde bedrag;

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mr. A. J. de Geus

Gelet op artikel 48, tweede lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

BESLUIT:

CWI voor het jaar 2004 een aanvullend budget toe te kennen van 10,6 mln. onder gelijktijdige verlaging van het budget voor 2003 met hetzelfde bedrag voor de voorbereiding WSW-indicatie, Communicatieplan Vacatureoffensief, Drempelslechting en Plan van Aanpak Jong Actief.

Den Haag, 19 mei 2004

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)

Overeenkomstig artikel 83 Wet Suwi kunt u tegen deze beschikking beroep instellen bij de Centrale Raad van Beroep. Daartoe moet binnen zes weken na de datum van verzending van deze beschikking een beroepschrift met een kopie van deze beschikking worden ingediend bij de Centrale Raad van Beroep, postbus 16002, 3500 DA Utrecht. Het beroepschrift dient te worden ondertekend en ten minste te bevatten de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van deze beschikking alsmede de reden(en) waarom het besluit niet juist wordt gevonden. Voor behandeling van het beroepschrift is griffierecht verschuldigd.