Socialistische Partij
Nederland moet Irak op andere wijze helpen
De vraag over Nederlandse betrokkenheid bij de toekomst van Irak mag
zich na de tragische dood van de eerste Nederlandse militair op Iraaks
grondgebied niet verengen tot het wel of niet verlengen van de
aanwezigheid van 1300 Nederlandse militairen in Zuid-Irak. Er zijn
betere manieren waarop Nederland de Iraakse bevolking kan en moet
helpen in deze moeilijke tijden.
---
door Tiny Kox, lid van de Eerste Kamer voor de SP
---
Mede vanwege het wereldvreemde, arrogante en agressieve optreden van
de Amerikaanse bezetters wordt de militaire aanwezigheid van
buitenlandse troepen in Irak steeds meer een deel van het probleem dan
van de oplossing. Eén jaar na de val van dictator Saddam Hoessein
weten de Amerikaanse troepen zich nu niet alleen in gevecht met de
restanten van Saddam-getrouwen, die alle belang hebben bij het
destabiliseren van het land; ze raken ook steeds meer in staat van
oorlog met zich geschoffeerd voelende sji'itische en soennietische
bewegingen, die zich bevrijd dachten maar nu bezet voelen. Daarnaast
hebben ze (door ongelooflijke blunders in het veiligheidsbeleid), de
deuren van het land wijd open gezet voor het toestromen uit alle
hoeken van de wereld van terroristische fundamentalisten. Die vinden
in Irak het nieuwe slagveld voor hun Heilige oorlog tegen de
Amerikaanse Satan. De brutaliteit van Osama bin Laden om Europa een
'bestand' aan te bieden in ruil voor zijn 'recht' de Amerikanen te
blijven aanvallen, krijgt zeker in de islamitische wereld enige
respons doordat de Amerikaanse bezetting op een drama aan het uitlopen
is. De schokkende onthullingen over de aard en het wellicht
structurele karakter van het martelen van gevangenen door de
Amerikanen zijn volle vaten olie op het vuur dat Irak steeds verder in
brand zet.
Het Amerikaanse falen brengt ook de overige buitenlandse militairen in
het land in steeds groter gevaar. Dat de Nederlandse troepen tot begin
deze week nog niets werkelijk ernstigs overkomen was, was een
combinatie van verstandig beleid en veel geluk. Daaraan is met de dood
van de eerste Nederlandse militair op Iraaks grondgebied een einde
gekomen. Verdere voortzetting van de Nederlandse militaire
aanwezigheid als aanhangsel zonder eigen zeggenschap van de
Amerikaanse bezetting is volstrekt onverantwoord, hoezeer er in Irak
ook complimenteus over de Nederlandse inzet gesproken wordt. Bij
verdere escalatie door Amerikaans toedoen kunnen de Nederlandse
troepen immers niet buiten de nieuwe conflicten blijven, wat betekent
dat ook zij straks tegen wil en dank moeten gaan vechten * en wellicht
sterven - tegen de inwoners van een land dat we een jaar geleden
bevrijd noemden maar dat de Irakezen steeds meer als bezet ervaren.
Trouwens: Irakezen die door Nederlanders gevangen genomen worden,
moeten in een aantal gevallen aan de Britten worden overgedragen.
Gezien de onthullingen over Britse betrokkenheid bij mishandel- en
vernederingspraktijken kan dat ons land verder compromitteren, ook in
de ogen van de Iraakse bevolking.
Als Irak een kans wil krijgen om een fatsoenlijk land te worden,
zullen de Irakezen zelf de verantwoordelijkheid daarvoor moeten kunnen
en mogen nemen. Van buitenaf een seculiere en democratische
staatsinrichting en een sociale ordening afkondigen en opleggen, werkt
niet. Vanuit Nederland moet klip en klaar de boodschap komen dat de
toegezegde overdracht van de soevereiniteit per 1 juli waargemaakt
moet worden, zonder mitsen en maren. Tot nu toe heeft de Nederlandse
regering juist het tegendeel gedaan, steeds naar de Amerikaanse
regering lopen om orders inzake haar Irakbeleid te krijgen. Dat is
beschamend en contraproductief en moet veranderen.
Als de Amerikaanse regering haar belofte op dit punt gaat schenden en
alsnog delen van de Iraakse soevereiniteit voor zichzelf blijft
opeisen, dan moet de internationale gemeenschap daartegen met alle
kracht protesteren. Na een illegale oorlog hebben de Amerikanen en
Britten Irak bezet en daarbij hulp gekregen van andere landen,
waaronder Nederland. De Verenigde Naties hebben de bezetters de
opdracht gegeven de zeggenschap over het land zo snel en goed mogelijk
terug te geven aan de bevolking. Dat dient dus ook volledig en op tijd
te gebeuren.
De Amerikanen zijn er in een jaar bezetting in geslaagd om veel
aanvankelijke vrienden onder de Iraakse bevolking van zich te
vervreemden. Ze zijn op weg om het onverenigbare tegen zich te
verenigen. Niet alleen Saddamgetrouwen, terroristen en losgelaten
criminelen, maar ook anderen die aanvankelijk de Amerikanen welkom
heetten maar zich nu miskend voelen. De sji'itische gemeenschap, de
meest onderdrukte onder Sassam Hoessein, voelt zich opnieuw belazerd
en vernederd door haar bevrijders, en denkt steeds vaker terug aan
begin jaren '90 toen de Amerikanen haar eerst opriep tot een opstand
tegen Saddam maar daarna hulpeloos overliet aan diezelfde dictator.
Veel Koerden vragen zich af waarom de Amerikanen zo weinig gebruik
wensen te maken van de in de afgelopen tien jaren in Noord-Irak
opgedane positieve ervaringen met de opbouw van de samenleving. Veel
dappere mensen die onder de dictatuur verzet pleegden, voelen zich nu
aan de kant geschoven door de Amerikanen die alles beter weten en geen
behoefte hebben aan het oordeel van Iraakse ervaringsdeskundigen, of
die nu in de Iraakse regeringsraad zitten of actief zijn in vakbonden,
vrouwenorganisaties, religieuze genootschappen of politieke partijen.
In plaats dat de Amerikanen toegeven dat hun aanpak niet werkt, lijken
ze zich steeds verder in hun schulp terug te trekken van waaruit ze
verbitterd naar de wereld kijken en mopperen dat, zoals Randy Newman's
Political Science dat al jaren geleden verwoordde, niemand hun aardig
vindt terwijl ze toch zo hun best doen. Het is het drama van het land
dat alles denkt te moeten regelen en daarbij iedereen tegen zich in
het harnas jaagt.
Een meerderheid van de Nederlandse bevolking en wellicht ook de
Nederlandse politiek lijkt zich te gaan keren tegen verlenging van de
aanwezigheid van Nederlandse troepen onder Amerikaans-Britse leiding
in Irak. Dat is positief. De bezetting móet eindigen om Irak een kans
te geven. Maar Nederland kan niet volstaan met het terugtrekken van
zijn troepen en het wegkijken van Irak. Nederland kan en moet dit land
blijven helpen, maar op betere manieren.
Tijdens mijn recente werkbezoek aan Irak heb ik van tientallen mensen
en organisaties verzoeken tot samenwerking met Nederland en
Nederlandse organisaties gekregen om daarmee de wederopbouw van dit
vernielde land een kans te geven. Ik sprak met leden van de
Regeringsraad en van deelregeringen, met vakbondsmensen en
vertegenwoordigers van vrouwenorganisaties, met universiteitsrectoren
en investeringsraden, met woordvoerders van politieke partijen en
geestelijke stromingen en natuurlijk ook met gewone burgers. Na lange
jaren van dictatuur, sancties en oorlog is er van alles en nog wat
nodig. Naast financiële steun is er vooral behoefte aan kennis en
kennisuitwisseling: hulp bij het opleiden van politieagenten,
studiemateriaal voor universiteiten, kennis over herstel van wegen,
hulp bij het maken van nieuwe schoolboeken, hulp bij het weer op
niveau brengen van de leveranties van water en elektriciteit,
assistentie bij het verbeteren van de eerste en tweedelijns
gezondheidszorg, traumabegeleiding van de talloze slachtoffers van
terreur en oorlog, adviezen over sociale woningbouw, informatie over
het aantrekken van buitenlandse investeerders, contacten tussen
vrouwenorganisaties daar en hier. En vooral ook informatie over de
opbouw van een democratisch land. Dat is immers volslagen nieuw voor
de Irakezen. Hoe informeer je de bevolking, hoe organiseer je
politieke partijen, hoe kun je kerk en staat gescheiden houden, Hoe
zet je een verkiezingscampagne op en wat doe je ná verkiezingen, ook
met andere partijen? De tijd dringt, met verkiezingen in het voorjaar
van 2005 in zicht.
Als Irak een kans wil krijgen om na alle ellende een fatsoenlijk land
te worden, dan is materiële steun en uitwisseling van kennis en
ervaring van het grootste belang, veel meer dan massale militaire
aanwezigheid van buitenlandse troepen. Snelle afbouw van die
controlerende aanwezigheid ten gunste van snelle opbouw van civiele
aanwezigheid van de internationale gemeenschap lijkt juist de
hoofdvoorwaarde om Irak vooruit te helpen. Nederland kan Irak en haar
bevolking op vele andere manieren helpen. Enkele voorstellen aan de
Nederlandse regering:
* Ga op1 juli over tot onmiddellijke erkenning van de dan aan
tredende Iraakse interim-regering;
* Roep als voorzitter van de Europese Unie alle overige lidstaten op
dat ook doen;
* Vraag de Amerikaanse regering de bezetting van Irak te stoppen en
de volledige soevereiniteit aan de Iraakse interim-regering over
te dragen;
*
* Dring aan op coördinatie van alle internationale steun voor de
politieke, sociale en economische wederopbouw van Irak door de
Verenigde Naties;
* Neem als voorzitter van de Europese Unie het voortouw bij het
organiseren van een internationale donorconferentie om de
noodzakelijke middelen voor de wederopbouw van Irak bijeen te
brengen;
* Breng spoedoverleg op gang met de huidige Regeringsraad en de
aanstaande interim-regering over de best mogelijke steun vanuit
Nederland en de Europese Unie;
* Vraag de aanstaande Iraakse interim-regering of en zo ja hoe en
hoe lang verdere militaire aanwezigheid van de internationale
gemeenschap onder leiding van de VN nodig is en of Nederlandse
militairen daarbij een rol zouden kunnen spelen.