Socialistische Partij

Nieuwe omroepen bij CDA en PvdA taboe

BNN heeft met 240.000 leden bijna twee keer zoveel leden als CDA én PvdA, de partijen die in de Eerste Kamer dreigen met het einde van de omroep. Door niet in te stemmen met een verlaging van het minimum aantal leden van 300.000 naar 150.000, zoals staatssecretaris Van der Laan voorstelt, bieden zij nieuwe omroepen als DeNieuwe Omroep Nútopia en Max evenmin een serieuze kans. Daarmee kiezen CDA en PvdA voor de bestaande omroepen en tegen nieuwkomers.

---

door Ronald van Raak, lid van de Eerste Kamer voor de SP
---

Een bestel dat vernieuwing uitsluit, tekent haar eigen doodvonnis. Het is niet logisch bediend te worden volgens een ordening uit de tijd dat Volewijckers, Xerxes en Elinkwijk het betaalde voetbal domineerden. Wanneer het voetbal zo georganiseerd zou zijn als de publieke omroep, zouden nooit clubs degraderen of toetreden. Honderden miljoenen publiek geld dat zonder veel voorwaarden als gebraden duiven naar binnen komt vliegen houdt omroepen niet alert, althans geen 75 jaar.

Zo makkelijk als de Vereeniging Arbeiders Radio Amateurs en de Algemeene Vereeniging Radio Omroep het hadden bij toetreding in de 20er jaren van de vorige eeuw, zo vastgeroest lijken de sloten van het bestel nu te zijn. De visitatiecommissie die onlangs verslag deed repte totaal niet over het gebrek aan vers bloed dat de omroepen parten speelt, hoewel al 75 jaar geen nieuwe omroep op eigen kracht binnen is gekomen.

Het onderling verdelen van de zendtijd en 700 miljoen euro bevalt de zittende omroepen blijkbaar goed. Met kunstgrepen konden slechts enkele nieuwelingen met moeite het bestel binnenglippen. Veronica en Tros zijn als piraten populair geworden, de EO met hulp vanaf de kansel. BNN is gelanceerd door het commerciële Veronica.

Bestaande omroepverenigingen stellen zich op als de eigenaren van de publieke omroep en hebben weinig belang bij nieuwe mee-eters uit de omroepruif. Ze stellen zich steeds meer op als verkopers van zendtijd. Maatschappelijke organisaties die aandacht willen voor hun werk, kunnen zendtijd kopen bij omroepen die nota bene met publiek geld al riant worden betaald. Hoe verhoudt zich het aantal spelletjes, quizzen, comedies en gedoubleerde actualiteiten-uitzendingen tot de eis dat publiek betaalde omroepen zich onderscheiden van de commerciële zenders?

De fracties van CDA en PvdA in de Eerste Kamer hebben gelijk als zij stellen dat BNN onvoldoende leden heeft gehaald en dat het niet past om met gelegenheidswetgeving een uitzondering te maken voor een bepaalde omroep. Vergeten wordt dat verlaging van het minimum-ledental niet alleen in het belang is van BNN, maar onontbeerlijk voor de vitaliteit van de hele publieke omroep. Nieuwe omroepen, die nu met 50.000 leden mogen beginnen, moeten binnen vijf jaar 300.000 leden halen. De staatssecretaris wil dit verlagen tot 150.000. Als dit niet gebeurt kunnen ook de grote omroepen in de problemen komen, bijvoorbeeld als in de toekomst het grote aantal vaste leden wegvalt dat lid is via de omroepgids.

Door het publieke bestel op slot te gooiten tonen CDA en PvdA zich slechte belangenbehartigers van de publieke omroep. De diversiteit die zij zeggen na te streven kan alleen worden verzekerd als nieuwe omroepen een serieuze kans krijgen. Verlaging van het minimum aantal leden is daarom nu nodig. Om omroepen te stimuleren om zich meer van elkaar te onderscheiden zou in de toekomst verdere democratisering van de publieke omroep wenselijk zijn, bijvoorbeeld door omroepverkiezingen. Hopelijk krijgt ook BNN de kans daaraan deel te nemen.

Dit artikel verscheen op 18 mei 2004 in de Volkskrant