---
Brieven aan de Kamer
---
Infrastructurele consequenties "nieuw evenwicht" voor de Koninklijke Landmacht
21-5-2004 14:52:00
Inleiding Met mijn brief Infrastructurele consequenties "nieuw evenwicht " voor de Koninklijke landmacht (29 200 X nr. 68) heb ik u geïnformeerd over alle infrastructurele projecten van de Koninklijke landmacht die samenhangen met de Prinsjesdagbrief.
Genoemde brief is aan de orde geweest tijdens de procedurevergadering van de vaste commissie voor Defensie van 1 april jl. Tijdens die vergadering zijn eveneens de brieven over de toekomstverkenning Den Helder en de toekomstige invulling van de vliegbasis Twenthe behandeld. U heeft mij vervolgens schriftelijk verzocht om nadere informatie te verstrekken over de belangrijke regionale ontwikkelingen ten gevolge van de bezuinigingen bij Defensie met betrekking tot Den Helder, de terugplaatsing van eenheden uit Seedorf en Twenthe (35-def-2004).
Met deze brief wil ik u de gevraagde informatie verstrekken voor zover deze samenhangt met de infrastructurele projecten van de Koninklijke landmacht. In eerste instantie beperk ik mij hiertoe vanwege het belang van deze projecten voor het behalen van de taakstelling uit de Prinsjesdagbrief. De overige gevraagde informatie zal ik u in een separate brief aanreiken. De beantwoording van de vragen over Den Helder en Twenthe vergt meer tijd, aangezien hiervoor met andere ministeries en de regio´s besprekingen worden gevoerd.
Nieuw evenwicht Met de maatregelen zoals verwoord in de Prinsjesdagbrief wordt een evenwicht bereikt tussen de omvang van de krijgsmacht en de financiële middelen die daartoe ter beschikking staan. Naast maatregelen zoals het opheffen van de 41^eGemechaniseerde Brigade die te Seedorf is gelegerd, hebben veel maatregelen de vergroting van de doelmatigheid ten doel. Om deze reden worden de overblijvende eenheden uit Seedorf teruggehaald naar Nederland en wordt de kazerne Ede-oost ontruimd en afgestoten. Het spreekt voor zich dat een zo efficiënt mogelijke bedrijfsvoering daarom een belangrijk criterium is geweest bij de keuzen over de herbelegging van eenheden.
De naar Nederland over te brengen eenheden uit Seedorf worden voor het overgrote deel verdeeld over de twee resterende gemechaniseerde brigades, te weten de 13^eGemechaniseerde Brigade in Oirschot en de 43^eGemechaniseerde Brigade in Havelte. Ook het huidige pantsergeniebataljon uit Wezep, de extra parate geniecapaciteit en het nieuwe pantserinfanteriebataljon worden bij deze herbelegging betrokken. De eenheden worden zodanig verdeeld dat de brigades identiek worden.
Belegging eenheden te Havelte Aan de 43^eGemechaniseerde Brigade te Havelte worden diverse onderdelen toegevoegd. Het betreft een tankeskadron, een batterij veldartillerie, enkele genie-eenheden en een pantserinfanteriebataljon. Door de Koninklijke landmacht is gekeken naar de mogelijkheid om deze extra eenheden ook fysiek in Havelte onder te brengen. Daaruit is naar voren gekomen dat het mogelijk is het tankeskadron inderdaad op de Johannes Postkazerne te Havelte te legeren. De batterij veldartillerie zal om doelmatigheidsredenen bij de andere artillerie-eenheden in ´t Harde worden gevoegd.
Voor de uitbreiding van de geniecapaciteit van de brigade hebben doelmatigheidsargumenten eveneens een doorslaggevende rol gespeeld. Gezien het feit dat een deel van de extra geniecapaciteit al in Wezep aanwezig was, de daar beschikbare of door herschikking vrijkomende infrastructuur en de relatief korte afstand van Wezep naar Havelte, is ervoor gekozen de extra geniecapaciteit in Wezep onder te brengen.
Ik heb overwogen om het pantserinfanteriebataljon eveneens op de Johannes Postkazerne te legeren. Er ligt immers al een dergelijk bataljon en er zijn oefenfaciliteiten beschikbaar. Niettemin kies ik voor een zekere spreiding van eenheden over het land en heb ik een voorkeur het bedoelde pantserinfanteriebataljon meer in het westen van het land te legeren. Uit het oogpunt van werving is het namelijk van belang om de eenheid dichter bij de Randstad te plaatsen. Enerzijds omdat veel BBT-personeel uit de Randstad komt en anderzijds omdat de wervingsresultaten aantonen dat in het noorden van het land voor een tweede pantserinfanteriebataljon onvoldoende wervingspotentieel aanwezig is. Zo was zowel in 2002 als 2003 slechts 33% van het nieuw aangestelde personeel bij de 43^eGemechaniseerde Brigade afkomstig uit de provincies Groningen, Friesland en Drenthe.
Gezien de beschikbare faciliteiten is de keuze voor de locatie van het tweede pantserinfanteriebataljon op Ermelo gevallen. Hiermee wordt tevens compensatie geboden voor het verlies aan werkgelegenheid op de Veluwe ten gevolge van andere en eerdere Defensiemaatregelen. Sinds de Defensienota van 1991 zijn in deze regio immers al vier grote complexen gesloten en meerdere grote eenheden opgeheven. Nu worden wederom twee kazernes op de Veluwe ontruimd en afgestoten.
Alle betrokken lokale en provinciale overheden verlenen hun (planologische) medewerking aan de keuze voor Ermelo.
Ik wil benadrukken dat, ondanks de ingrijpende reorganisaties en de daarmee samenhangende personele reducties binnen Defensie, de aanwezigheid van Defensie in Noord Nederland het afgelopen decennium nauwelijks is veranderd en nu wederom niet afneemt.
Ten slotte Er is geen verband tussen de gemaakte keuzen inzake de herbelegging van eenheden van de Koninklijke landmacht, de keuze om vliegbasis Twenthe te sluiten en de maatregelen uit de Prinsjesdagbrief met betrekking tot de regio Den Helder. Ik wil daarom de beantwoording van uw vragen over de regionale ontwikkelingen in Den Helder en Twente loskoppelen van de voortgang van de infrastructurele projecten van de Koninklijke landmacht.
Het is noodzakelijk de geplande opbrengsten te behalen van de maatregelen uit de Prinsjesdagbrief. Het programma van infrastructurele projecten van de Koninklijke landmacht is randvoorwaardelijk voor het ontruimen en afstoten van de locaties Ede Oost en Seedorf, en de omvorming tot een volledig parate Koninklijke landmacht. De bouwactiviteiten van deze projecten moeten op korte termijn beginnen. Een spoedige besluitvorming is daarom dringend gewenst. Ik ben voornemens de infrastructurele projecten met spoed voort te zetten en de uitvoering aan de Bevelhebber der Landstrijdkrachten te mandateren.
DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE