EVO, Ondernemersorganisatie voor logistiek en transport
http://www.evo.nl

Persbericht

24 mei 2004

EVO: MEER TRANSPARANTIE TOESLAGEN IN LUCHTVAART EN ZEEVAART

Uit een schatting van verladersorganisatie EVO blijkt dat het Nederlandse bedrijfsleven jaarlijks ruim een half miljard euro kwijt is aan toeslagen en clausules. Gemiddeld worden bij een verlader vijf verschillende toeslagen per jaar in rekening gebracht. Onderzoek van EVO toont aan dat meer communicatie over de hoogte en de noodzaak van het opleggen van toeslagkosten noodzakelijk is. Dit geldt met name voor de vervoersmodaliteiten waarin weinig marktwerking optreedt. In de luchtvaart, en zeker in de zeevaart, is er te weinig ruimte voor onderhandeling en worden toeslagen regelmatig onaangekondigd opgelegd.

Algemeen directeur Dick van den Broek Humphreij: "Wij willen geen heksenjacht ontketenen om toeslagen tegen te gaan. Toeslagkosten kunnen best gerechtvaardigd zijn. EVO vraagt echter wel aandacht voor de manier waarop deze in rekening worden gebracht. De opbouw van de kosten moet vaker inzichtelijk worden gemaakt, toeslagen moeten ruim van tevoren worden aangekondigd en een redelijke basis hebben. Op deze drie punten valt er met name bij de luchtvracht en zeevaart nog veel te verbeteren. Duidelijke afspraken met de partijen in deze sectoren zijn hard nodig."

Hoewel het onderzoek van EVO niet alle toeslagen in Nederland in kaart gebracht heeft, werden alleen al bij de ruim 120 ondervraagde bedrijven meer dan veertig verschillende soorten toeslagen geconstateerd. Het onderzoek richtte zich op het verladen via wegvervoer, binnenvaart, spoor en zee- of luchtvaart. In het bijzonder de verschillen tussen het wegvervoer en luchtvaart zijn opvallend. Het achterblijven van marktwerking leidt ertoe dat in de luchtvaart slechts 35 procent van de verladers onderhandelt over de hoogte van toeslagen, terwijl dit bij wegvervoer maar liefst 82 procent bedraagt. De opdrachtgever lijkt bij luchtvaart geen keuze te hebben: maar liefst 76 procent van de rekeningen van luchtvervoerders wordt in zijn geheel en 14 procent gedeeltelijk betaald. Ter vergelijking: bij het wegvervoer betaalt minder dan de helft van de verladers de toeslagen zondermeer.

26 procent vindt dat winstverhoging voor de vervoerder de reden is van de opgelegde toeslag. Een kwart van de respondenten is dus van mening dat er met de prijsverhoging geen daadwerkelijke kosten gedekt worden. De oorzaak van dit gevoel kan deels liggen in het feit dat toeslagen in de praktijk alleen naar boven toe worden bijgesteld. Bij de luchtvaart (33 procent) is dit gevoel met name sterk aanwezig, terwijl bij de binnenvaart (12 procent noemt winstverhoging) de kostenverhogingen veel vaker als redelijk worden ervaren.

De mogelijkheden voor verladers om kostenverhogingen kritisch te bekijken blijken bij het wegvervoer veel groter te zijn. 62 procent van de verladers betaalt de brandstoftoeslag. De congestietoeslag (veroorzaakt door files) wordt door slechts 13 procent betaald. Deze toeslag wordt dan ook door maar liefst 48 procent als niet terecht beschouwd, met name omdat verladers vinden dat deze kosten een onderdeel van het tarief moeten zijn.

Binnen de zeevaart worden vooral de valutatoeslag en toeslagen bij oorlogsdreiging als onterecht ervaren. Een oorzaak hiervan kan gelegen zijn in het feit dat er weinig ruimte is om hierover te onderhandelen. Daarentegen vindt 86 procent van de respondenten de toeslagenkosten opgelegd door de binnenvaart terecht.

EVO zal haar leden voorlichting geven over de uitkomsten van het onderzoek en adviseren over de achtergrond van toeslagen en clausules. Hiertoe organiseert EVO op 15 juni een aparte discussiebijeenkomst waarbij verladers en logistiek dienstverleners de dialoog aangaan over de toepassing van toeslagkosten. Ten slotte treedt EVO in gesprek met vervoerders om tot duidelijke richtlijnen te komen in met name de sectoren waarin onvoldoende marktwerking leidt tot een gebrek aan transparantie.