Pemba; toekenning uitkering voor 1 januari 1998; premiejaar 1999;
ontbreken overgangsrecht.
Bron: Centrale Raad van Beroep Utrecht
Datum actualiteit: 24-05-2004
De Pemba-regeling betreft een categorale maatregel, die mede ten doel
heeft de werkgever te stimuleren tot het voeren van een effectief
preventie- en reïntegratiebeleid. Eén van de aspecten die de hoogte
van de gedifferentieerde WAO-premie bepalen is het individuele
werkgeversrisicopercentage. De wetgever heeft bewust gekozen om voor
de berekening van dit percentage maatgevend te achten het totaalbedrag
van de ten laste van de Arbeidsongeschiktheidskas komende
arbeidsongeschiktheidsuitkeringen die in het tweede jaar vóór het
premiejaar zijn betaald aan werknemers die bij het intreden van de
arbeidsongeschiktheid in dienstbetrekking stonden tot de werkgever.
Het enkele feit dat in de onderhavige zaak de bewuste
arbeidsongeschiktheidsuitkeringen zijn uitbetaald op een moment dat de
Pemba-regeling nog niet van kracht was, rechtvaardigt, gezien de
relatie tussen het individuele werkgeversrisicopercentage en de hoogte
van de gedifferentieerde WAO-premie, niet de conclusie dat in een
geval als het onderhavige de doelstelling van de regeling in het
geheel niet tot zijn recht komt. Ook de enkele omstandigheid dat de
wetgever heeft afgezien van het treffen van een overgangsregeling door
voor de premiejaren 1999 en 2000 een ander toetsingsjaar te hanteren,
leidt de Raad niet tot het oordeel dat het Besluit
premiedifferentiatie in een geval als het onderhavige geheel of
gedeeltelijk geen toepassing kan vinden.
Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AO8957
Zie het origineel