Opnieuw stijging fraudemeldingen
Verzekeraars hebben in het eerste kwartaal van 2004 in totaal 391
fraudezaken gemeld bij het Fraudeloket Verzekeringsbedrijf, een
stijging van bijna 25% ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar.
De stijging is onder meer het gevolg van de nog steeds lopende pilot
reisfraude uit 2003.
Het Fraudeloket Verzekeringsbedrijf, onderdeel van het Verbond,
coördineert de fraudemeldingen die verzekeraars doen op basis van het
Fraudeprotocol, dat in 1998 aan de verzekeringsmarkt is aangeboden.
Inmiddels zien steeds meer verzekeraars het maatschappelijk belang van
een gezamenlijke bestrijding van fraude; in totaal hebben 114
maatschappijen zich aangesloten bij het protocol.
In het eerste kwartaal van 2004 werden in totaal 391 zaken gemeld. Met
name in de reisverzekeringsbranche was het aantal meldingen hoog (in
totaal 74). Het Fraudeloket schrijft dat toe aan de pilot reisfraude,
die samen met het Openbaar Ministerie/Fraude-unit Oost is opgezet. De
pilot heeft tot doel om het aantal fraudezaken in de reisbranche
inzichtelijker te maken.
Overzicht fraudezaken per kwartaal
Profiel
Dat fraude in iedere verzekeringsbranche voorkomt, is een publiek
geheim. Concrete cijfers zijn echter broos. Datzelfde geldt voor het
profiel van dé fraudeur. Toch zijn er wel pogingen gedaan. In 1990
beperkt de Duitse hoogleraar G.W. Wittkämper zich tot de stelling dat
jongere mensen en personen die in financiële nood verkeren, zich
eerder dan anderen met verzekeringsfraude bezighouden. Hij meent dat,
voorzover het niet gaat om professionele fraude, de fraudeur over het
algemeen een doorsnee burger is.
In 1994 bevestigt W.L.G. Verschuur in een onderzoek van de Leidse
Universiteit de ervaring van Wittkämper. Hij voegt eraan toe dat
verzekeringsfraudeurs meer egocentrisch zijn ingesteld, zich meer
storen aan regels en een meer machiavellistische houding hebben. Het
plegen van fraude wordt zeker niet ingegeven door een grotere
risicobereidheid. Fraudeurs zijn gevoelig voor afschrikking. Verschuur
meent dat fraudeurs en niet fraudeurs niet verschillen in de sociale
normen die ze erop na houden.
Een stelling die door minister W. Sorgdrager wordt bevestigd. Zij
noemt fraude in 1995 een van de meest ondermijnende activiteiten in de
samenleving, omdat het niet alleen door de bad guys, maar evenzeer
door de vermeende good guys wordt gepleegd.
Verzekerd!, mei 2004
Verbond van Verzekeraars