Kamerstuk, 25-5-2004
Brief cliëntenraad Robert-Fleury Stichting
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DBO-CB-U-2479332
25 mei 2004
Met uw brief van 23 april 2004, kenmerk VWS-04-439, vraagt u mij om
een reactie op de brief van de Centrale Cliëntenraad van de
Robert-Fleury Stichting. De Robert-Fleury Stichting is werkzaam in
onder meer Leidschendam en Voorburg. De Riagg Haagrand, die werkzaam
is in hetzelfde gebied, is gefuseerd met Parnassia, psychomedisch
centrum te Den Haag.
De brief van de Centrale Cliëntenraad van de Robert-FLeury Stichting
geeft signalen over opname van cliënten bij Parnassia in Den Haag, na
aanmelding vanuit de Riagg-vestiging in Voorburg. De Cliëntenraad
geeft in haar brief onder meer aan dat een gevolg hiervan is dat
regelmatig familiebezoek vanwege hoge reiskosten en langdurige
reistijd niet meer mogelijk is. Tevens wordt erop gewezen dat
huisartsen vanwege de reisafstand hun cliënten niet bezoeken en dat
uitbehandelde cliënten aangeven dat wanneer zij ontslagen zijn uit de
kliniek, ze niet naar de polikliniekafspraken gaan vanwege de
reiskosten.
Op 30 maart 2001 heeft mijn voorgangster een aanwijzing op grond van
de Kwaliteitswet gegeven aan de Robert-Fleury Stichting en de Riagg
Haagrand. Doel van deze aanwijzing was dat beide instellingen
afspraken zouden maken ten behoeve van de ketenkwaliteit van de zorg
in de regio Haagrand. Op 7 mei 2001 hebben beide instellingen een
overeenkomst getekend waarin deze afspraken zijn neergelegd.
Gelet op de voorgeschiedenis neem ik het signaal van de cliëntenraad
serieus.
Ik heb de brief van de cliëntenraad dan ook doorgeleid naar de
Inspectie voor de Gezondheidszorg, met het verzoek de brief te
betrekken bij een oriënterend onderzoek dat op 23 april 2004 heeft
plaatsgevonden.
De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft mij gemeld dat inderdaad
sprake lijkt van verschuiving in de clientstromen in de Haagse
randgemeenten.
Onder meer doordat Riagg Haagrand onderdeel is geworden van Parnassia,
heeft deze instelling zich een belangrijke ingang in de Haagse
randgemeenten verworven. Genoemde gemeenten waren voorheen als
vanzelfsprekend adherentiegebied van de Robert Fleury-Stichting.
Er kan geconstateerd worden dat in de Haagse randgemeenten feitelijk
twee zorgketens of zorgcircuits naast elkaar ontstaan. Parnassia heeft
haar eigen voordeur, een eigen netwerk met huisartsen, verzorgings- en
verpleeghuizen en andere zorgpartners, een eigen GGZ-aanbod en
hetzelfde geldt voor de Robert Fleury-Stichting.
De inspectie is van mening dat de uitgangspunten die zijn geformuleerd
in de overeenkomst van 07 mei 2001, in onderlinge samenhang leidend
dienen te zijn voor de wijze waarop de cliënteninstroom vanuit de
Haagse randgemeenten naar de Robert Fleury-Stichting of Parnassia
plaatsvindt. Dit houdt in dat naast het uitgangspunt van voorkeur voor
zorg binnen de regio van herkomst, ook de keuzevrijheid van cliënt en
verwijzer, de professionele standaard en de continuïteit van zorg de
uiteindelijke verwijsbeslissing mede beïnvloeden.
Er zijn geen aanwijzingen dat in het algemeen door betrokken partijen
onvoldoende rekenschap aan het afwegen van bovenstaande uitgangspunten
wordt gegeven. Zo wordt bijvoorbeeld aan client en verwijzer
consequent een keuze voorgehouden tussen beide organisaties. Ook is de
inspectie niet uit meldingen op het niveau van individuele casuïstiek
gebleken dat cliënten de dupe worden van gebrekkige afstemming tussen
de twee ontstane ggz-circuits in regio Haagrand. De
informatievoorziening over cliënten en de continuïteit van zorg
(overdracht van cliënten) lijkt voldoende gewaarborgd. Tenslotte is de
inspectie niet bekend met klachten van huisartsen uit de Haagse
randgemeenten over het feit dat hun cliënten dusdanig ver zijn
opgenomen dat het (te) lastig wordt om hen te bezoeken.
De Inspectie zal de cliëntenraad nog afzonderlijk een brief sturen
over de resultaten van het afgelegde bezoek.
Op grond van de bevindingen van de Inspectie voor de Gezondheidszorg
zie ik vooralsnog geen reden tot het ondernemen van actie. De situatie
in de regio Haagrand past binnen het streven naar meer marktwerking in
de zorg en het als gevolg daarvan ontstaan van enige concurrentie
tussen instellingen en toenemende keuzevrijheid van patiënten.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
H. Hoogervorst
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport