Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

DEN HAAG


- Directie Integratie Europa

Bezuidenhoutseweg 67

2594 AC Den Haag


Datum


- 25 mei 2004

Auteur


- Mw. drs. B. M. Karel


Kenmerk


- DIE-256/04

Telefoon


- 070 348 48 76


Blad


- 1/6

Fax


- 070 348 40 86


Bijlage(n)


2

E-mail


- die-in@minbuza.nl


Betreft


- Informatievoorziening aan de Tweede Kamer over nieuwe Commissievoorstellen

C.c.


-

-

Zeer geachte Voorzitter,

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij twee fiches aan te bieden die werden opgesteld door de Werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC):

Mededeling Versterking Internationaal Bijstandsmechanisme van de Europese Unie

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's over de bevordering van coöperatieve vennootschappen in Europa

De Staatssecretaris voor Europese Zaken

Atzo Nicolaï

Fiche 1: Mededeling Versterking Internationaal Bijstandsmechanisme van de EU

Titel:

Mededeling Versterking Internationaal Bijstandsmechanisme van de Europese Unie


Datum Raadsdocument: 29 maart 2004

Nr Raadsdocument: 7890/04

Nr. CommissiedocumentCOM(04)200

Eerstverantwoordelijk ministerie: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties i.o.m. BZ, FIN, DEF, VNG, IPO

Behandelingstraject in Brussel: Raadswerkgroep Civiele Bescherming, JBZ-Raad.

Achtergrond, korte inhoud en doelstelling van het voorstel:

De Commissie gaat in deze mededeling in op de bestaande samenwerking tussen de lidstaten op het terrein van civil protection in het kader van internationale bijstand. De Commissie stelt dat aangetoond is dat het EU-mechanisme zijn vruchten kan afwerpen, doch dat op het terrein van internationale bijstand nog verbeteringen kunnen worden doorgevoerd. In december 2003 zijn conclusies in de Raad aangenomen die de Commissie opriepen met voorstellen te komen ter verbetering van het EU-mechanisme. De mededeling is in lijn met de verklaring van de Raad over terrorisme van 25 en 26 maart 2004 en met de wens van het EP de internationale bijstand op het terrein van civil protection te vergroten.

De mededeling gaat in op het verbeteren van de reactiecapaciteit op het terrein van internationale bijstand, informatie, training en interoperabiliteit. Daarnaast gaat de mededeling in op verbeteringen in de communicatie en coördinatie, alsmede de financiële aspecten.

De Commissie stelt voor de beschikbare database te herzien en deze met meer volledige informatie uit te rusten. Eventueel komt de Commissie met een modificatie van het Raadsbesluit 2001/792.

Daarnaast wenst de Commissie verder te gaan met de ontwikkeling van trainingen en gezamenlijke oefeningen zodat de verschillende nationale teams en experts op een efficiënte wijze kunnen samen werken. Tevens wenst de Commissie de interventieteams te voorzien van een gemeenschappelijk insigne om de Europese solidariteit zichtbaar te maken.

Dit zou de Commissie in het Raadsbesluit willen amenderen.

Aanvullingen op internationaal en EU niveau tussen civil protection en humanitaire hulp zullen worden voortgezet en versterkt. Coördinatie procedures met UN-OCHA en UNDAC dienen nader te worden aangegeven teneinde een gemakkelijke coördinatie ter plekke uit te kunnen voeren.

De Commissie zal komen met voorstellen voor de financiering van transport en andere kosten. Een conferentie "The Solidarity Fund and the EU immediate response to disasters" zal in juni 2004 plaatsvinden, waarbij een uitwisseling van gegevens op sommige onderwerpen, zoals verwoord in deze mededeling, aan de orde zullen komen.

Rechtsbasis van het voorstel: EG-Verdrag artikel 3, eerste lid, onderdeel u.

Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement:n.v.t.

Instelling nieuw Comitologie-comité:n.v.t

Subsidiariteit en proportionaliteit:

Strikt genomen niet van toepassing, want het betreft een mededeling.

Daarbij dient aangetekend te worden dat voorkomen moet worden dat de Commissie in de toekomst voorbijgaat aan de nationale structuren en eventueel eerder gemaakte afspraken met andere internationale organisaties.

Consequenties voor de EU-begroting:

Strikt genomen niet van toepassing, omdat het een Mededeling betreft.

Momenteel wordt ex post steun verleend vanuit het EU solidariteitsfonds. De omvang hiervan bedraagt maximaal ¤ 1 miljard per jaar. Deze steun behelst de financiering van geleden schade bij aanzienlijke natuurrampen binnen de EU.

Het EU-bijstandsmechanisme richt zich op het direct inzetten van middelen o.a. ter beperking van een ramp. Het gaat hierbij om transportkosten van materiaal en personeel. De Commissie verwacht hiervoor een bedrag van 15 miljoen euro nodig te hebben .Deze kosten staan los van het Solidariteitsfonds en zijn vooral gericht op de beginfase van een ramp. Door snel, in de beginfase van de ramp, op te treden kunnen de gevolgen van een ramp worden beperkt en wordt de betaling uit het solidariteitsfonds voor de geleden schade aanzienlijk lager.

Daarnaast stelt de Commissie een fonds voor welke zou kunnen worden aangesproken in noodsituaties wanneer de eigen middelen van een getroffen Lidstaten op korte termijn ontoereikend zijn. De in het kader van dit fonds uitgekeerde middelen zouden door de lidstaat in kwestie moeten worden terugbetaald. De kosten voor een dergelijk "fonds de trésorie" worden door de Commissie geraamd op 10 miljoen euro. De bijdrage uit dit fonds zou daarbij los staan van mogelijke latere kwalificatie voor steun uit het solidariteitsfonds. In totaal voorziet de Commissie in haar mededeling dus in een bedrag van 25 miljoen euro voor civiele bescherming. Het Nederlandse beleid ten opzichte van nieuwe uitgaven is nader beschreven onder Nederlandse belangen en eerste algemene standpuntbepaling.

Financiële, personele en administratieve consequenties voor de rijksoverheid, decentrale overheden en/of bedrijfsleven en burger:N.v.t.

Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving/beleid, (informatie over het inschakelen van nationale agentschappen / zelfstandige bestuursorganen e.d., implementatie en uitvoering, notificatie en handhaving en/of sanctionering):n.v.t.

Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen) dan wel voorgestelde datum inwerking treding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid:

De Commissie heeft aangegeven naar aanleiding van de mededeling na goedkeuring (verwacht in 2004) met concrete voorstellen te willen komen

Nederlandse belangen en eerste algemene standpuntbepaling:

Nederland verwelkomt de mededeling, die in lijn is met de conclusies in de Raad van afgelopen december en de verklaring van de Raad over terrorisme van 25 en 26 maart 2004. Nederland is het met de Commissie eens dat de werking van het mechanisme verbeterd kan en moet worden en hecht veel waarde aan de samenwerking met andere internationale organisaties.

Nederland onderschrijft de genoemde noodzaak voor training en gezamenlijke oefeningen en ziet graag opgenomen dat t.a.v. de inzet van het mechanisme in derde landen gezamenlijke trainingen, oefeningen en "lessons learned"-bijeenkomsten met de VN zullen worden georganiseerd. Tot op heden is daarvan onvoldoende sprake. Nederland gaat ervan uit dat hierover overeenstemming zal worden bereikt in de besprekingen die momenteel tussen de Commissie en OCHA plaatsvinden.

Nederland is van mening dat de opmerking dat de EU-coördinatie in Iran (aardbeving) een essentieel element is geweest te sterk is aangezet. Juist bij deze inzet is gebleken dat er nog tal van verbeteringen dienen te worden doorgevoerd met betrekking tot het EU-mechanisme.

Voor wat betreft de financiële middelen maakt Nederland een algemeen voorbehoud, omdat eerst de Commissievoorstellen voor de kosten voor met name transport e.a. afgewacht moeten worden, zodat de financiële consequenties daarvan inzichtelijk worden.

Nederland heeft het standpunt dat er geen voorschot kan genomen worden op de nieuwe Financiële Perspectieven (meerjarenbegroting van de EU voor de periode 2007-2013) omdat hier nog geen akkoord over is. Nederland stelt zich op het standpunt, dat voor de periode 2007-2013 de begroting van de EU niet boven 1% van het BNI moet uitkomen en dat er beleidskeuzes gemaakt dienen te worden. Nederland is geen voorstander van het ophogen van het budget.

Nederland maakt een voorbehoud ten aanzien van de door de Commissie geponeerde stelling dat lidstaten bij het inroepen van iedere vorm van bilaterale of multilaterale assistentie of het verlenen van hulp aan andere EU-lidstaten automatisch het Monitoring and Information Center (MIC) van de EU op de hoogte moeten stellen.

Fiche 2: Mededeling over de bevordering van coöperatieve vennootschappen in Europa

Titel:

Mededeling van de commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's over de bevordering van coöperatieve vennootschappen in Europa


Datum Raadsdocument: 27 februari 2004

Nr Raadsdocument: 6895/04

Nr. Commissiedocument:COM(04)18

Eerstverantwoordelijk ministerie: Ministerie van Economische Zaken i.o.m. JUST, SZW, OCW, LNV

Behandelingstraject in Brussel: RWG Vennootschapsrecht; Raad v Concurrentievermogen

Achtergrond, korte inhoud en doelstelling van het voorstel:

De Commissie is van mening dat het potentieel van coöperaties nog niet ten volle is benut en dat hun imago op nationaal en Europees vlak moet worden verbeterd. Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan de nieuwe lidstaten en de kandidaatlidstaten, waar coöperaties ondanks diepgaande hervormingen onvoldoende worden benut.

De discussie over de rol van coöperaties is in juli 2003 opnieuw op gang gekomen na de goedkeuring door de Raad van de verordening over het statuut van een Europese

Coöperatieve Vennootschap (SCE) en de richtlijn over de deelname van de werknemers aan de besluitvorming in de SCE.

De goedkeuring van het SCE-statuut houdt in dat de lidstaten maatregelen moeten vaststellen om de verordening en de richtlijn toe te passen. De Commissie is van mening dat dit voor de nationale autoriteiten en de belanghebbenden een goede gelegenheid is om initiatieven te nemen om de wetgeving op coöperaties te verbeteren en een gunstiger klimaat te scheppen voor de oprichting van coöperaties. De Commissie heeft ook aandacht voor de steeds belangrijkere positieve bijdrage van coöperaties tot de verwezenlijking van veel communautaire doelstellingen op gebieden als werkgelegenheid, sociale integratie, regionale en plattelandsontwikkeling, landbouw enz. De Commissie is van mening dat deze trend moet worden voortgezet en dat de aanwezigheid van coöperaties in verscheidene communautaire programma's en beleidsgebieden verder moet worden benut en aangemoedigd.

In deze mededeling worden de resultaten van deze uitgebreide raadpleging onderzocht. Er wordt nagegaan wat de lidstaten en de coöperaties zelf kunnen doen om het potentieel van coöperaties waar te maken. Er worden drie aandachtspunten genoemd, met per punt een reeks concrete acties die de Commissie zal ondernemen om de doelstellingen te verwezenlijken.

De aandachtspunten van de mededeling zijn:

bevordering van gebruik van coöperaties in Europa door de zichtbaarheid van coöperaties en het inzicht in de kenmerken ervan te vergroten;

verbetering van wetgeving op coöperaties in Europa;

behouden en bevorderen van de rol van coöperaties en hun bijdrage tot de doelstellingen van de Gemeenschap.

Rechtsbasis van het voorstel: n.v.t.

Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement:n.v.t.

Instelling nieuw Comitologie-comité:n.v.t.

Subsidiariteit en proportionaliteit: n.v.t.

Consequenties voor de EU-begroting: geen

Financiële, personele en administratieve consequenties voor de rijksoverheid, decentrale overheden en/of bedrijfsleven en burger:geen

Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving/beleid, (informatie over het inschakelen van nationale agentschappen / zelfstandige bestuursorganen e.d., implementatie en uitvoering, notificatie en handhaving en/of sanctionering):geen

Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen) dan wel voorgestelde datum inwerking treding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid:n.v.t.

Nederlandse belangen en eerste algemene standpuntbepaling:

De Commissie stelt in deze mededeling het gebruik van coöperaties te willen bevorderen door de zichtbaarheid en het begrip daarover alsook regelgeving van invloed op coöperaties te verbeteren. Nederland heeft er geen bezwaar tegen als de Commissie de aandacht wil vestigen op coöperaties als rechtsvorm. Coöperaties zijn een nuttige en bruikbare rechtsvorm, waarvoor boek 2 BW een goede regeling biedt. Primaire verantwoordelijkheid voor de keuze voor de coöperatie als rechtsvorm ligt echter bij het bedrijfsleven zelf. Een verdergaande bemoeienis van nationale overheden lijkt dan ook niet voor de hand te liggen. Eerste observatie is dat deze mededeling op nationaal niveau aldus geen beleidsimplicaties heeft.

===