uit: Tribune 14 mei 2004
interview Erik Meijer
Als het ons met de campagne lukt om de kritische mensen naar de stembus te krijgen, dan kunnen we op 10 juni een enorme overwinning behalen,' zegt de SP-lijsttrekker bij de Europese verkiezingen. `De aanval op wat we met ons allen hebben opgebouwd, zal onherroepelijk heropend worden: meer liberalisering, meer ongelijkheid, meer bewapening.' Meijer is klaar voor een nieuwe periode van vijf jaar blaffen en bijten. `Deze Europese Unie deugt niet. Maar ik ga niet aan de zijlijn staan mopperen. Ik ben een Euro-criticus en geen Euro-scepticus.'
Erik Meijer
Tekst Rob Janssen
Foto's Suzanne van de Kerk
`Je krijgt de boel niet weg, door zelf weg te blijven' '
`Vier jaar geleden wilde Brussel de nationale overheden verplichten om
het openbaar vervoer aan grote bedrijven weg te geven. Toen het me
gelukt was om daar een stokje voor te steken, kwam toenmalig PvdA
minister Tineke Netelenbos naar me toe en zei: Erik, je hebt iets heel
moois kapot gemaakt. Dit voorstel zou de communistische mentaliteit
onder vervoerspersoneel hebben gebroken. Die lui willen toch alleen
maar meer geld en minder werken.'
Hij haalt de anekdote graag aan. Vanwege de tegenstellingen die erin
schuilen: multinationals contra publieke sector, markt contra mens.
Dat zijn de veldslagen die de komende jaren nog sterker dan voorheen
geleverd moeten worden. Zegt Erik Meijer.
`Als SP'er in Brussel voer je in feite een constant gevecht tegen het
uit handen geven van steeds meer nationale bevoegdheden aan Europa en
een steeds neoliberaler beleid. Dat heb je eerst gezien met het
Stabiliteitspact. Later is daar nog het zogenaamde Lissabon-proces aan
toegevoegd en nu is ook nog de Europese Grondwet op komst. Alle drie
hebben ze eigenlijk maar één doel: minder bescherming van mens en
milieu, meer ruimte voor de vrije markt. De voorbije vijf jaar heb ik
- soms met succes - geprobeerd om zand in die machine te strooien.
Steeds gekeken naar wat de mogelijkheden zijn om een opstand te
organiseren tegen dingen die de verkeerde kant op gaan. Met de huidige
rechtse meerderheid in het Europarlement valt dat niet mee, nee. Want
men is echt bezig om in sneltreinvaart allerlei dingen door te duwen
die het tegendeel zijn van waar de SP voor staat.'
Heb je in dat krachtenveld dan wel het gevoel dat je - nota bene in je
eentje - er toe doet?
`Absoluut. Ik durf best te zeggen, dat we hebben doorbroken, dat
tegenspraak vooral buiten Nederland plaatsvond en wij hier eigenlijk
nauwelijks een rol speelden. Waar het ging om kritiek op de
ontwikkelingen binnen de EU waren wij een beetje een achtergebleven
gebied. Want ook in Nederland heerste het beeld, dat alle partijen dit
Europa en het bijbehorende beleid mooi vinden en dat ons slechts de
keuze rest tussen óf ervoor zijn óf ongeïnteresseerd terzijde staan en
hooguit wat mopperen. Maar nu zie je dat er vanuit ons land ook
duidelijke betrokkenheid is. Onze banden met bijvoorbeeld de
internationale vakbonden en de milieubeweging zijn versterkt. De SP
heeft daarin een heel nuttige rol gespeeld. Daarbij moet je denken aan
het bieden van tegenspraak en tegengas, het organiseren van acties en
het verstrekken van informatie aan Nederland over wat er allemaal
gaande is. De mensen denken vaak, dat er helemaal niks gebeurt en dat
het enkel een geldverspillend circuit is. Circus Europa, dat is voor
velen het beeld. En daar blijft het maar al te vaak bij. Alsof dit
Europa niet heel erg bedreigend is voor veel verbeteringen waarvoor
vele jaren gestreden is.'
Maar als Europa voor veel mensen een geldverspillend circus is, moet
je daar dan als SP'er wel bij willen horen?
`Ik wíl daar helemaal niet bijhoren! Maar ik vind wel, dat de SP
aanwezig moetzijn op de plekken waar iets verkeerd gaat. Europa is
zo'n plek. Waar andere Europarlementariërs er juist trots op zijn dat
ze erbij mogen zitten en hun belang eraan ontlenen dat ze een steentje
bijdragen aan deze Europese stap in de geschiedenis, is mijn positie
de omgekeerde. Ik zeg: Hier gebeurt iets verkeerds, iets wat strijdig
is met de democratie, iets wat strijdig is met een sociaal en
milieubestendig Europa zoals wij dat zouden willen. En dan moet je
niet alleen uit de verte roepen dat het allemaal niet deugt. Je moet
ook ter plekke proberen om zo sterk mogelijk aanwezig te zijn om
tegenspel te bieden. Dit in combinatie met het voeren van
buitenparlementaire acties en het informeren van mensen. En uiteraard
ook met sterk optreden in het parlementaire debat en het stellen van
kritische vragen aan de Europese Commissie. En hoewel ik weet dat ik
vaak niét mijn zin krijg, denk ik dat zulk handelen toch inspirerend
kan werken voor veel mensen. Dat ik duidelijk kan maken, dat dit
Europa niet een soort natuurramp is die over ons heen komt, maar iets
waarmee we ons bezig moeten houden. We moeten er iets aan doen en we
mogen het niet uit handen laten glippen. En ik denk dat ik daar als
Europarlementariër een nuttige rol in vervul.'
Op het punt van het openbaar vervoer kreeg je wél je zin. Hoe ging dat
in z'n werk?
`In maart 2000 kwam de Ra ad van Ministers - waarin de nationale
regeringen zitten - bijeen om te praten over een sociaal Europa. Maar
ondanks dat soicaal-democraten in die Ra ad in de meerderheid waren,
gingen ze in die top dus niét met elkaar praten over bijvoorbeeld
algemene arbeidstijdverkorting, verbeteringen van de sociale
voorzieningen, of betere publieke dienstverlening. Nee, ze gingen iets
heel anders doen. Ze vroegen zich af hoe ze banen konden scheppen. Dat
lukt vooral bij grote multinationals, vonden ze. En dus kregen ze een
idee: Alles wat wij aan overheidstaken hebben - dus de
energievoorziening, de posterijen en ook het openbaar vervoer - geven
we aan die multinationals. Nou, binnen vier maanden kwam de Europese
Commissie met een voorstel naar het Europarlement om alle openbaar
vervoer verplicht in handen te spelen van particuliere bedrijven. Dat
zou de touringcar-ondernemer om de hoek kunnen zijn, maar het gaat
natuurlijk vooral om internationale concerns zoals Arriva en
Connex-Vivendi, veelal bedrijven met Engels kapitaal. Op de Engelse
vrije markt hebben ze sinds Thatcher veel geld verdiend en nu proberen
ze op het Europese vasteland het openbaar vervoer over te nemen om ook
daar geld te verdienen. Dat was bij mij alarmfase één, want ieder kind
weet dat in Engeland het openbaar vervoer volstrekt verwaarloosd is.'
Even tussendoor: wat is de normale gang van zaken als zo'n voorstel
van de Europese Commissie op tafel komt?
`Normaal dien je een aantal voorstellen in. En als je dan ziet dat het
fout gaat, stem je vervolgens tegen. Maar in dit geval slaagde ik erin
om als rapporteur voor dat voorstel benoemd te worden. Meteen werd er
druk uitgeoefend. De rechtse partijen, de Ra ad van Ministers en de
Europese Commissie zeiden: Er is jaren op dit voorstel gestudeerd, het
moet zo snel mogelijk worden doorgevoerd, zorg even dat dat rapport er
komt, dan kunnen we vlug beslissen. Maar ik zei: Nee, om goed in kaart
te brengen wat de voor- en n ad elen zijn neem ik neem rustig de tijd
om in heel Europa te overleggen met vakbonden, milieuorganisaties,
nationale verenigingen van gemeenten, reizigersorganisaties,
gemeentebesturen en vervoersbedrijven. En uiteindelijk ben ik erin
geslaagd om de Europese vakbeweging en andere organisaties ervan te
overtuigen dat dat voorstel tot verdere afbraak van het openbaar
vervoer zou leiden en dat we die kant zeker niet opmoesten. Ook de
sociaal-democraten raakten toen overtuigd en dat heeft ertoe geleid,
dat de gehele linkerzijde mij steunde. Bovendien heb ik de
eurokritische rechterzijde aan het twijfelen gebracht en ook achter
mijn pakket voorstellen kunnen krijgen. En daardoor heb ik op 14
november 2001 met 317 tegen 224 stemmen mijn tegenvoorstel door het
parlement kunnen loodsen. Onderdeel daarvan is dat tram, metro en
buslijnen van korter dan 50 kilometer buiten de verplichte
aanbesteding blijven. Daarmee doorbrak ik de verplichte aanbesteding,
de regel dat overheden bedrijven moéten inhuren en het bedrijf moeten
uitkiezen dat de minste overheidssubsidie vraagt, ongeacht uitvoering
en personeelsbeleid.'
...waardoor de marktdwang eraf was...
`Precies. Dus het is een leugen als er nu in Nederland ergens geroepen
wordt, dat dit moet van Europa. Onzin! Het hoéft helemaal niet meer
van Europa! Het Europarlement heeft het in november 2001 afgewezen.
Punt uit.'
Komt het vaker voor, dat onterecht wordt gezegd dat iets moet van
Europa?
`Ja hoor. Bijvoorbeeld door regeringen die iets voor elkaar willen
krijgen wat via het nationale parlement niet lukt. Naast het
Europarlement heb je dus die Ra ad van Ministers die achter gesloten
deuren allerlei dingen bedisselt. En vaak zie je bij die Ra ad , dat
als er rare dingen uitkomen, ze altijd roepen: Wij wilden wel het
goede, maar die anderen helaas niet. Ga je het dan bij de ministers
van de buurlanden vragen, dan zeggen die weer: Ja, wíj wilden het wel,
maar die anderen niet. Kortom: als er iets mis is gegaan, zeggen de
Belgen dat de Nederlanders het gedaan hebben en vervolgens beweren de
Nederlanders dat de Belgen schuld zijn. Die Ra ad van Ministers, dat
is het geheime, meest ondemocratische deel van Europa. En ik verdenk
de regeringen er inderda ad van, dat ze er via die Ra ad van alles
doordrukken wat thuis niet lukt. Zodat het zogenaamd moet van Europa.
Dat soort spelletjes worden gespeeld.'
Een aantal Oost-Europese landen doet op 10 juni voor het eerst mee aan
de verkiezingen. Wat voor gevolgen zal dat hebben, denk je?
`Nou, als ik kijk naar Oost-Europa en naar de partijen die daar
moedoen aan de verkiezingen, en vervolgens naar de opiniepeilingen,
dan zie ik dat er in elk Oost-Europees land drie of vier partijen zijn
die zich uiteindelijk bij de Europese fractie van christendemocraten
en conservatieven gaan aansluiten. In een aantal van die landen kunnen
die partijen samen zestig tot zeventig procent van de stemmen gaan
halen. Dus wat krijg je? De toegevoegde zetels uit Oost-Europa zullen
in het Europarlement in grote meerderheid door christen-democraten
bezet gaan worden. Daardoor zal het heel moeilijk worden om zoiets als
wat ik met het openbaar vervoer gewonnen heb, in de volgende periode
ook te doen.'
Daar word ik niet vrolijk van...
`Nee, ik ook niet. Maar dat is geen reden om ervoor weg te lopen.
Integendeel. Ik denk dat wij juist daarom des te harder aanwezig
moeten zijn in de volgende periode en dat er nog meer reden is om -
het liefst met fors meer SP'ers - er dwars tegenin te gaan. Want de
aanval van rechts zal ongetwijfeld worden geopend: volgens rechts is
er nog niet voldoende geliberaliseerd, is er nog onvoldoende
ongelijkheid, moet er nog meer ruimte komen voor het particuliere
bedrijfsleven, moeten we nog meer op Amerika gaan lijken, ons nog meer
bewapenen... dat zal allemaal gaan spelen de komende jaren.'
Aan de andere kant lijkt me dat wel lekker gemakkelijk
campagnevoeren...
`Vergis je niet; het is niet zo gemakkelijk. De mensen zeggen
weliswaar vaak dat dit Europa niet deugt. En daar hebben ze gelijk in.
Maar als de Europa-propaganda zegt: Europa is mooi en kom dat maar
even in de stembus ondersteunen, ja, dan blijven de mensen juist
thuis. Waarom? Omdat ze dit Europa helemaal niet wíllen ondersteunen!
Daar komt nog eens bij, dat volgens een peiling ruim tachtig procent
van de mensen in Nederland geen idee heeft waarin de Europese
standpunten van de Nederlandse partijen van elkaar verschillen. Als de
mensen het dan ook nog eens als één pot nat zien, dan is de kans heel
groot, dat ze uit weerzin thuisblijven. Voor de SP is het nu de kunst
om te laten zien dat we niet tot die één pot nat behoren. Dat is onze
uitdaging in de verkiezingsstrijd.'
Ondanks jouw felle kritiek neem jij zelf soms ook `Europese'
standpunten in. Zo steunde je bijvoorbeeld, dat arbeidsbeschermende
maatregelen Europees geregeld moeten worden.
`Ik wil niet zozeer iets Europees regelen. Ik wil het de goede
richting uit regelen. Het interesseert de mensen helemaal niets of een
goede maatregel genomen wordt door een gemeentera ad , door
provinciale staten, door de Tweede Kamer of door het Europarlement.
Áls hij maar genomen wordt. En het interesseert de mensen ook niets
door wie een slechte maatregel wordt tegengehouden. Áls hij maar wordt
tegengehouden. Je moet dus op de plek zijn waar het aan de orde is. Ik
roep dus zeker niet: alles moet door Europa geregeld worden. Maar áls
het in Europa aan de orde is, dan ga ik ook niet zeggen: Ach, wat kan
mij het schelen, Europa moet zich gewoon erbuiten houden. Nee, ik heb
een mening over hóe het geregeld moet worden en welke keuzes daarbij
horen. Oké, in principe vind ik dat Europa zich zou moeten beperken
tot grootschalige gemeenschap- pelijke grensoverschrijdende problemen.
Zo bezien zijn onder meer milieu en grensoverschrijdend openbaar
vervoer belangrijk, en voor de rest moet Europa zich terughoudend
opstellen. Maar op het moment dat iets ófwel op de agenda van het
Europarlement terechtkomt, óf aangekaart wordt door de vakbeweging, de
milieubeweging of consumentenorganisaties, dan wordt het kennelijk
belangrijk gevonden dat het op Europees niveau wordt opgelost en dan
zet ik me ook ervoor in.'
In dat geval pak je gewoon het handvat vast...
`Juist. Anders ben je alleen maar een euroscepticus die zegt: Ik vind
dat Europa niets mag en dus ga ik met de handen over elkaar zitten. En
ondertussen alle ellende maar laten gebeuren. Daar voel ik niets voor.
Als wij als SP dingen in Europa kunnen verbeteren, dan werken we mee.
En vervolgens zeggen we: Overigens zijn we van mening dat niet zo
idioot veel door Europa geregeld moet worden. Dat is de volgorde. Ik
ben een Euro-criticus en geen Euro-scepticus.'
En dan ben je ook nog een waakhond. Hoe hard kun jij blaffen en
bijten?
`Ik kan beter blaffen dan bijten. Om te bijten heb je macht nodig en
moet je een meerderheid kunnen organiseren. Om anderen in het stof te
kunnen laten bijten. En ja, wat betreft het openbaar vervoer heb ik
inderda ad met succes gebeten. Daar zag rechts verbijsterd dat ik
gewonnen h ad en daar h ad den ze niet op gerekend. Hetzelfde geldt
bij de Havenrichtlijn, waar de Europese Commissie voorstelde om de
bescherming van het werk van de havenarbeiders los te laten (zodat
reders zelf goedkoop personeel zouden kunnen inhuren om schepen te l
ad en en te lossen - red.) Ook daar beet ik met succes.'
Erik Meijer kreeg onlangs een dikke 10 als rapportcijfer van de
internationale milieuorganisatie Friends of the Earth, die de
milieukeuzes van Europarlementariërs onderzocht. Daarnaast is de
SP'ers de onbetwiste Kampioen vragenstellen: in vijf jaar tijd trok
hij bijna zeshonderd keer schriftelijk aan de bel.
`Vragen stellen is ook een vorm van blaffen en soms van bijten, hè. In
ongeveer tien procent van die zeshonderd gevallen moest Europa
erkennen dat er echt iets hartstikke mis was. Dus werden en worden er
echt zaken opgelost door die schriftelijke vragen.'
Je maakt deel uit van de fractie van Verenigd Links. Wat is dat voor
club?
`De fractie waarvan ik deel uitmaak bestaat uit mensen uit heel
verschillende landen met heel verschillende prioriteiten en opinies,
die het op wezenlijke punten toch met elkaar eens zijn. Dan moet je
denken aan bijvoorbeeld de bescherming van de publieke dienstverlening
en de rechten van de arbeiders, het belang van een gezond milieu en
van internationale solidariteit, democratisering en strijd tegen
militarisering. In het Europarlement hebben we 49 van de 626 zetels.
We zijn de vierde fractie in grootte. Kleiner dan de
christen-democraten, sociaal-democraten en liberalen, maar groter dan
de Groenen. Ik ben dan wel de enige SP'er, maar in de Tweede Kamer is
geen enkele fractie zo groot als de mijne.'
En hoeveel zetels pakt de SP op 10 juni?
`Da's moeilijk te zeggen. Veel hangt af van de vraag in hoeverre wij
de mensen die kritisch zijn over dit Europa naar de stembus weten te
krijgen. Als dát lukt, dan zijn drie of meer zetels mogelijk. Maar
omdat het aantal Nederlandse zetels vermindert, kunnen we met een
kleine winst ook op een zetel blijven staan. We moeten er dus echt
voor knokken. Want er zijn veel mensen in Nederland die zeggen: de SP
heeft gelijk, maar het is vechten tegen de bierkaai. En sommigen
hebben zelfs het gevoel dat het allemaal één pot nat is, en blijven
daarom thuis.'
Doet jou dat pijn?
`Ja, eigenlijk wel. Als je hard aan het knokken bent en je ziet dat
juist de kritische mensen die vinden dat er geknokt moet worden, thuis
blijven, dan krijg je wel een gevoel van: voor wie doe ik het
eigenlijk? En als ik nou het gevoel h ad , dat maar weinig mensen het
met ons eens zijn, dan zou ik met een bescheiden verkiezingsresultaat
tevreden zijn. Maar volgens mij is wat Europa betreft 20 tot 30
procent van de mensen het met de SP eens, dus dan zou ik het wel erg
zonde vinden als dat niet zichtbaar wordt in de verkiezingsuitslag.
Maar aan de andere kant ga ik de mensen die thuisblijven niet veroor
delen, want ik begrijp ze best. Alleen ik denk dat ze niet de juiste
keuze maken. Want ze geven een wapen uit handen. En dan kom je uit op
onze leuze: Wie zwijgt stemt toe. Je krijgt de boel niet weg, door
zelf weg te blijven. Dit verkeerde Europa zal straks bij een
bedroevend lage opkomst niet zeggen: Oh, de mensen zijn thuis
gebleven, dan stoppen we er maar mee. Nee, ze zullen zeggen: Hoera, de
mensen zijn thuis gebleven, Dus we kunnen ongehinderd onze gang
blijven gaan.'
Erik Meijer (1944, vrijgezel) studeerde sociale
geografie, was leraar aardrijkskunde en ambtenaar. Sinds het begin van
de jaren `60 is hij politiek actief, onder meer als hoofdbestuurslid
van de Socialistische Jeugd (SJ). In de jaren `70 was hij namens de
PSP gemeentera ad slid in Amsterdam, in de jaren 1982-1995 Statenlid
in Zuid-Holland voor de combinatie PSP-CPN-PPR. Na de vorming van
GroenLinks was hij tot 1995 tevens landelijk vice-voorzitter van die
partij. Begin 1996 maakte Meijer de overstap naar de SP. Hij werd in
1998 fractievoorzitter in de armste deelgemeente van Rotterdam,
Delfshaven, waar hij ook woont. Daarnaast nam hij actief deel aan de
uitbouw van de Europese contacten van de partij.
De echte Tribune is veel dikker en veel mooier! Wil je een jaar lang
de Tribune in huis voor slechts 9 euro?
Vul dan het aanvraagformulier in!
Nieuws van het Europese front
Volg alle nieuws rond Europa en de verkiezingen via de campagne-weblog