Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Toespraak van de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, Melanie Schultz van Haegen, bij de ondertekening van de intentieverklaring Naar een regionaal bestuursakkoord water, in Leiden op dinsdag

Dames en heren,

Als inwoner van Leiden kende ik het belang van waterbeheer al vóórdat ik staatssecretaris werd en ik ben niet de enige Leidenaar voor wie dat geldt. In twee woorden: drie oktober. Dit jaar is het op de kop af 430 jaar geleden dat we door middel van watermanagement de Spanjaarden verjoegen. Dat feit wordt op 3 oktober echt niet alleen door Leidenaren gevierd, maar ook door heel veel inwoners uit omliggende gemeenten en de Duin- en bollenstreek. Eigenlijk is het dus heel logisch dat u juist hier in deze regio werk maakt van de uitvoering van het Nationaal Bestuursakkoord Water; het NBW. U kent het belang van strategisch waterbeheer al eeuwenlang.

Je zou de vergelijking nog door kunnen trekken en zeggen dat het er nu, net als in 1574, om gaat dat we het water de ruimte geven. Maar dat gaat me wat ver. Er is immers een groot verschil tussen het verjagen van Spanjaarden en het doel van het NBW. Dat doel is heel simpel: het regionale watersysteem moet in 2015 op orde zijn. Voorop staan de gevolgen van de klimaatverandering: meer regen en rivierwater, vooral in de herfst en winter, en een grotere kans op droogte in de zomer. Daar moeten we in 2015 ruimtelijk op voorbereid zijn. Tegelijkertijd moeten we dan voldoen aan de normen uit de Europese Kaderrichtlijn Water, die hoge eisen stelt aan de kwaliteit van ons watersysteem. Die twee aspecten waterkwantiteit en waterkwaliteit gaan bij de uitvoering van het NBW hand in hand.

De Nota Ruimte die een paar weken geleden is gepresenteerd, benoemt nog eens heel precies de consequenties van deze aanpak. Water moet meer dan voorheen een sturend principe worden in de ruimtelijke ordening. Een heikel punt daarbij is natuurlijk de woningbouw. Op waterbergingslocaties is het nu eenmaal lastig bouwen, al zijn er inmiddels voorbeelden van creatieve combinaties, zoals drijvende woningen. Ik denk echter dat het in de afweging tussen water of bouwen niet altijd een kwestie hoeft te zijn van of-of. En-en kan ook. In dat verband breek ik hier graag nog eens een lans voor de watertoets. Daarmee moeten voor elke nieuwe ruimtelijke ontwikkeling de gevolgen voor het waterbeheer in kaart worden gebracht. Zo kun je precies vaststellen of nieuwe bouwplannen elders gecompenseerd moeten worden. Nogmaals: vooral u moet die afweging maken. Dat is een belangrijke rol die u vervult en ook een rol die er met de Nota Ruimte, op weg naar 2015, zeker niet kleiner op wordt.

2015 lijkt ver weg, maar vergis u niet: er is een hoop werk te verzetten. Daarom hebben we met elkaar ook een strak schema afgesproken. Vóór de zomer van 2006 moeten de provincies duidelijk maken wat hun ruimtebehoefte is en uiterlijk in 2007 moeten zij de definitieve afspraken met de gemeentes vastleggen in hun streekplannen.

Ik wil graag dat de vaart er ook in de tussentijd in blijft, dat begrijpt u. Vandaar dat ik eenmalig 100 miljoen euro beschikbaar heb gesteld voor regionale waterprojecten die aansluiten bij het NBW en die uiterlijk in 2007 starten. Zie het maar als een soort vliegwielsubsidie. Ik moet zeggen dat die regeling tot nu toe aan mijn stoutste verwachtingen heeft voldaan. Direct nadat het aanmeldingsloket opende, lagen er al zon honderd aanvragen voor in totaal 450 projecten. Het totaal gevraagde subsidiebedrag telt inmiddels op naar 180 miljoen. De gemeenten vragen om 110 miljoen en de waterschappen om 70 miljoen. Ik ben daar heel tevreden over, omdat hieruit blijkt dat ook de gemeenten volop aan de slag zijn met het waterbeleid voor de 21e eeuw.

Ik heb voor vandaag eens laten uitzoeken welke projecten in het gebied van de deelstroomgebiedsvisie Midden-Holland zijn aangevraagd. Uit die cijfers blijkt dat u zonder meer nog wat ambitieuzer bent dan de andere 15 deelstroomgebieden. Het gaat in deze regio om meer dan 35 projecten en een totaal gevraagd subsidiebedrag van ruim 20 miljoen euro. Dat is dus 20 procent van wat er beschikbaar is! De projecten zijn heel divers, van de inrichting van bergingsgebieden tot het creëren van meer open water in stedelijk gebied. Natuurlijk stelt u mij daarmee voor problemen, want ik heb echt maar 100 miljoen beschikbaar. Maar ik ben er toch blij mee, omdat er een enorme drive uitspreekt om met het NBW aan de slag te gaan. Die daadkracht hebben we hard nodig. Op dit moment kijken we of alle aanvragen aan de criteria voldoen. Ik hoop u medio juni te kunnen laten weten wat de uitkomst is.

Dames en heren,

Ik hoef het misschien niet meer te zeggen, maar ik ben erg blij dat u elkaar gevonden hebt op een gezamenlijke aanpak van het waterbeheer. Ik weet dat het nu nog om een intentieverklaring gaat, maar dat Regionaal Bestuursakkoord Water gaat er in 2007 komen. Daar ben ik van overtuigd. Misschien dat 3 oktober dan wel een mooie dag is om het te ondertekenen.

En dan geef ik nu graag het woord aan Lenie Dwarshuis, die ons als gedeputeerde en als toekomstig voorzitter van de Regionale Stuurgroep Water als geen ander kan uitleggen wat de plannen zijn. Ik wens u alvast heel veel succes.