Speech van Staatssecretaris Van Geel van VROM op het asbestsymposium
van de provincie Gelderland op 24 mei 2004
Dames en heren,
Het grootste probleem van asbest is dat het gevaar ervan decennia lang
volstrekt is onderschat. Het werd op grote schaal in de bouw gebruikt.
Maar ook mensen die een schuurtje in de tuin wilden, stonden vrolijk
onbeschermd asbestplaten te verzagen. Als er een weggetje moest worden
aangelegd, deed de fabriek een vrachtwagenlading afval cadeau. U kent
de resultaten: wie in de buurt van een vervuilde plek woont, maakt
zich ernstige zorgen. Bij sloop en renovatie, en bij branden bestaat
de kans dat asbest vrijkomt. Uit onderzoek blijkt dat talloze
bodemlocaties met asbest zijn verontreinigd. Er zijn miljoenen nodig
om de meest riskante plekken te saneren.
Het spreekt vanzelf dat we meer van dit soort ellende willen
voorkomen. Een potentieel risico is het slopen van stallen met asbest.
Veel boeren in de intensieve veehouderij stoppen namelijk met hun
bedrijf, en laten hun stallen en andere bedrijfsgebouwen slopen.
De provincie Gelderland heeft verleden jaar besloten de sloop en het
verwijderen van het asbest intensief te controleren. Daarbij heeft ze
nauw samengewerkt met de gemeenten, de Arbeidsinspectie, de politie,
het Openbaar Ministerie en de inspectie van VROM. Wie zich niet aan
regels houdt, wordt aangepakt - al dan niet met een proces verbaal -
en dat heeft indruk gemaakt. De regels worden beter nageleefd.
Naast handhaving is ook voorlichting gegeven aan de asbestbranche over
het verantwoord verwijderen van asbest.
En in Gelderland is een handig boekje uitgebracht voor gemeenten, de
Toezicht Uitvoeringsmethode Asbest, kortgezegd TUM-Asbest. Daarin
staat precies waar de vergunningverlener en de toezichthouder van de
gemeente voor en tijdens het slopen op moeten letten.
Zo'n 225 toezichthouders uit de Gelderse gemeenten zijn bovendien op
een praktijkgerichte asbestcursus gestuurd.
Ik vind dat prima initiatieven, waarmee ik de provincie en de andere
partijen graag wil complimenteren.
De kennis die bij het stallenproject is opgedaan, kan helpen om de
greep op de asbestketen te verbeteren. Met datzelfde doel heeft de
VROM-inspectie onlangs een onderzoeksproject rond de sloop van
asbesthoudende gebouwen afgerond. Ook daarbij werd samengewerkt met de
Arbeidsinspectie, de provincie Gelderland en Overijssel. De resultaten
van dat onderzoek zijn recent naar de Tweede Kamer gestuurd en de
andere betrokkenen brengen we snel op de hoogte.
Het onderzoek toont nog eens aan wat we eigenlijk al wisten, namelijk
dat een ketengerichte handhaving preventief werkt. Bij die handhaving
controleren we bedrijven in het hart van de asbestketen, zoals de
opdrachtgevers bij sloopwerken en de bedrijven die het sloopwerk
uitvoeren. Die geconcentreerde aandacht maakt ook bedrijven daar
omheen, zoals verwerkers van bouw- en sloopafval, erop attent dat ook
zij in de gaten worden gehouden.
Ik wil trouwens niet alleen naar het bedrijfsleven wijzen. Ook lagere
overheden hebben duidelijke verantwoordelijkheden als ze werkzaamheden
uitbesteden waar asbest in het spel is. Die verantwoordelijkheden
mogen ze niet afwentelen op de uitvoerder.
Lagere overheden hebben daar trouwens ook direct belang bij, want als
de zaken niet goed geregeld zijn, treedt onvermijdelijk het
boomerang-effect op. Er zijn veel voorbeelden van ontoereikende
uitvoering en toezicht, die dure saneringen noodzakelijk maken. Als
overheid zijn we aan de belastingbetaler verplicht om dat te
voorkomen. En dan heb ik het nog niet over de dreiging die van
asbestvervuiling uitgaat.
Ik ben daarom blij dat binnen de provincie Gelderland is gewerkt aan
een systematische aanpak van de asbestproblematiek. De uitgangspunten
van die systematiek zijn goed gekozen. Ik zie samenwerking,
ketendenken, uitvoeringsgericht en kennis- en informatie-uitwisseling
als de kernvoorwaarden voor succes.
Het Rijk heeft verder gekeken naar de bestaande regels. Het bleek dat
die niet garanderen dat asbest op een verantwoorde manier wordt
verwijderd uit gebouwen en objecten, zoals schepen.
Daarom verscherpen mijn collega van het ministerie van SZW en ik de
regels voor het verwijderen van asbest uit gebouwen en objecten. Het
herziene asbestbesluit schrijft voor dat een gecertificeerd
inventarisatiebedrijf vooraf bekijkt hoeveel asbest aanwezig is, en
welke risico's het oplevert. Na de sloop moet een eindmeting
plaatsvinden. Het is de bedoeling dat het nieuwe
asbestverwijderingsbesluit en de bijbehorende arboregels begin 2005 in
werking treden.
Uit het onderzoek naar asbesthoudende stallen van de provincie
Gelderland, en het ketenproject van mijn inspectie, is namelijk
gebleken dat een aantal gecertificeerde asbestbedrijven het niet zo
nauw neemt met de regels. Blijkbaar is het noodzakelijk om het
toezicht op deze bedrijven te verscherpen. Zowel certificerende
instellingen als gecertificeerde bedrijven vallen daarom straks onder
direct toezicht van de inspectiediensten van SZW.
Niet alleen lagere overheden, ook ministeries slaan de handen in
elkaar om de asbestproblematiek aan te pakken. Onlangs heb ik samen
met mijn collega Rutte van SZW nieuwe regels voor asbest in de bodem,
grond en puingranulaat afgekondigd. Er bleek onduidelijkheid te
bestaan over beste manier om daar mee om te gaan. De nieuwe regels
zorgen voor helderheid voor provincies en gemeenten.
Verder werken VROM en SZW aan een toetsingssysteem om het risico van
asbestconcentraties in de binnenlucht te beoordelen.
Dames en heren,
De risico's van asbest zijn lange tijd niet onderkend. Inmiddels weten
we beter. U bent bezig om te voorkomen dat de inktvlek van de
asbestvervuiling zich nog verder verspreidt. Bovendien bent u op de
goede weg met de aanpak van de asbestproblematiek. De provincie
Gelderland biedt u hier een prima kans om nog verder te komen.
Ik denk dan ook dat de tijd die u hier vandaag doorbrengt een goede
investering kan zijn, die zichzelf terugbetaalt met nieuwe inzichten
en ideeën. Hopelijk kunnen die u helpen om de asbestproblematiek zo
goed mogelijk aan te pakken. Ik hoop ook dat het u inspireert dat ook
tot samenwerking, want u staat er niet alleen voor. Ik wens u veel
succes, en dank u voor de aandacht.
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer