Nieuws
Een gezonde omgeving in het ruggenmerg beschermt de zenuwcellen tegen ALS
Bij de meeste mensen met ALS is de ziekte niet erfelijk. Bij 5-10%
komt de ziekte echter wel in de familie voor en spreekt men van
zogenaamde familiaire ALS. Bij die mensen met familiaire ALS kan maar
bij 20% een afwijking gevonden in het DNA. Het gaat om een mutatie in
het gen voor superoxide dismutase (SOD1). Wanneer bij muizen dit
"verkeerde" menselijke gen wordt ingebouwd, ontwikkelen ze een ziekte
die sterk op ALS lijkt. Deze zogenaamde SOD-muizen worden dan ook
gebruikt voor onderzoek naar de oorzaak en nieuwe behandeling van ALS.
Een van de vragen die onderzoekers zich stellen is: waarom zit dat
verkeerde gen in alle cellen in het lichaam, van de huidcellen tot de
levercellen tot de zenuwcellen, en ontstaat er alleen schade aan de
zenuwcellen in het ruggenmerg? Om deze vraag te beantwoorden werden al
eerder muizen gemaakt die dat verkeerde DNA alleen in de zenuwcellen
in het ruggenmerg meedroegen en niet in andere cellen in het lichaam.
Dit bleek echter niet tot ALS te leiden! En ook wanneer muizen alleen
het verkeerde DNA hadden zitten in de steuncellen die zich rondom de
zenuwcellen in het ruggenmerg bevinden (astrocyten), werden de muizen
niet ziek. Het leek er met andere woorden op dat de muizen zowel het
verkeerde DNA in de astrocytren als in de zenuwcellen in het
ruggenmerg moesten meedragen voordat ze ALS kregen.
Chimeren
Een Amerikaanse groep onderzoekers van de groep van Dr Cleveland uit
La Jolla, Californië werd door deze bevinding op het idee gebracht om
te onderzoeken wat er nu gebeurt wanneer een deel van het ruggenmerg,
zowel astrocyten als zenuwcellen, het verkeerde DNA zou dragen en een
ander deel niet. Gaan alle cellen kapot, blijven alle cellen het juist
goed doen of sterft alleen het deel van het ruggenmerg af dat verkeerd
DNA draagt? Er werden muizen gemaakt waar als een schaakbord-patroon
een deel van de (ruggenmerg-)cellen het verkeerde menselijke SOD1-gen
bij zich droeg en het andere deel niet (chimeren). Het bleek dat
wanneer tot 70% van het ruggenmerg het verkeerde DNA bij zich droeg de
zenuwcellen beschermd werden tegen afsterven door de overige gezonde
30% van het ruggenmerg. Bij minder dan 30% gezond ruggenmerg werd dit
niet gezien maar bij meer natuurlijk wel. Een gezonde omgeving
beschermt het ruggenmerg dus tegen de ongezonde invloeden die tot ALS
leiden.
Stamceltherapie
Uit deze belangrijke bevindingen, gepubliceerd in het tijdschrift
Science (2003 Oct 3;302(5642):113-117) kan geconcludeerd worden dat de
oorzaak van de schade aan de zenuwcellen in het ruggenmerg die bij ALS
optreedt niet alleen in de zenuwcellen zelf gezocht moet worden: de
interactie tussen zenuwcellen en astrocyten in het ruggenmerg is
blijkbaar van groot belang. Dit biedt mogelijkheden voor het
ontwikkelen van medicijnen die gericht zijn op die interactie.
Bovendien kan er echter geconcludeerd worden dat wanneer we de
omgeving in het ruggenmerg gezond zouden maken, dit misschien het
afsterven van zenuwcellen zou afremmen. Dat biedt perspectieven voor
stamceltherapie. Bij stamceltherapie worden namelijk onvolgroeide
cellen, die nog alle kanten kunnen uitgroeien, gestuurd om zich
richting zenuwcellen te ontwikkelen zoals die ook in het ruggenmerg
gevonden worden. Als die stamcellen vervolgens in het ruggenmerg
gebracht zouden kunnen worden, dan zouden die gezonde zenuwcellen
misschien ter plekke kunnen beschermen tegen de ALS-veroorzakende
factoren. Dit is nu nog allemaal theorie. Dit soort experimenten zal
eerst in ALS-muizen worden uitgevoerd voor het bij mensen wordt
onderzocht. Tot op heden konden geen positieve resultaten van
stamceltherapie worden aangetoond, maar bovenstaande resultaten zijn
hoopvol voor een succesvolle ontwikkeling van stamceltherapie in de
toekomst.
G.J. Groeneveld en L.H. van den Berg namens het ALS-centrum Nederland
18 mei 2004
VSN - Lt. gen. van Heutszlaan 6 - 3743 JN Baarn tel: 035-5480480
Spierziekten Infolijn: 0900-5480480 - E-mail: vsn@vsn.nl - Postbank
1422400
Vereniging Spierziekten Nederland