Kamerstuk, 25-5-2004
Standpunt Infectiepreventie ziekenhuizen
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
CZ/IZ/2484549
24 mei 2004
Hierbij zend ik u het rapport "Infectiepreventie in ziekenhuizen",
zoals dat door de Inspectie voor Gezondheidszorg aan mij is
aangeboden.
Bevindingen van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ)
In haar rapport geeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg duidelijk
aan dat zij nog niet tevreden is over het beleid van ziekenhuizen op
het gebied van infectiepreventie. De IGZ constateert dat de
aanbevelingen die zij in 1996 heeft gedaan, nog niet volledig
opgevolgd zijn. Zo hebben veel ziekenhuizen nog geen operationeel
kwaliteitssysteem voor infectiepreventie.
Een belangrijk onderdeel van een goed infectiepreventiebeleid is de
surveillance van ziekenhuisinfecties. Aangetoond is dat surveillance
kan leiden tot vermindering van het aantal infecties. De IGZ heeft
onderzocht in hoeveel ziekenhuizen actieve surveillance van infecties
plaats vindt. Uit dit onderzoek blijkt dat actieve surveillance nog
geen vast onderdeel van het infectiepreventiebeleid is. Eén van de
oorzaken voor deze tekortkoming is het gebrek aan voldoende draagvlak
voor het preventiebeleid binnen het ziekenhuis. Daarnaast geven
ziekenhuizen aan dat personele bezetting een barrière vormt voor een
samenhangend infectiepreventiebeleid, waaronder het opzetten en
onderhouden van een surveillancesysteem.
Maatregelen IGZ
De IGZ heeft een aantal maatregelen voor ogen om de situatie te
verbeteren. Ten eerste moeten ziekenhuizen een eigen plan van aanpak
opstellen. Dit plan van aanpak moet voor alle ziekenhuizen leiden tot
een duidelijk infectiepreventiebeleid, welke breder wordt gedragen dan
uitsluitend door de infectiepreventie deskundigen. Daarbij verwacht de
IGZ dat de vereniging van medisch microbiologen en de vereniging van
ziekenhuishygiënisten, samen met de ziekenhuizen, onderbouwen welke
taken door welke deskundigen moeten worden opgepakt en welke formatie
er bij deze taken hoort. Ten tweede wil de IGZ de actieve surveillance
van infecties bevorderen. Hiervoor stelt zij dat ziekenhuizen minstens
éénmaal per jaar moeten deelnemen aan één module van het
PREZIES-netwerk. Bovendien moet deelname aan het PREZIES-netwerk
worden opgenomen als één van de prestatie-indicatoren. In de toekomst
kan dit leiden tot het openbaar maken van infectiepercentages uit het
netwerk Prezies. Om te voorkomen dat er onjuiste interpretaties worden
gemaakt, raadt de IGZ de ziekenhuizen aan om zélf na te denken hoe
deze cijfers het best openbaar gemaakt kunnen worden.
Standpunt Minister van VWS
Naar aanleiding van het rapport heb ik de volgende opmerkingen.
Ziekenhuizen zijn op basis van de kwaliteitswet zorginstellingen
verantwoordelijk voor het bewaken en verbeteren van de kwaliteit van
zorg. Preventie van ziekenhuisinfecties is een belangrijk aspect van
deze kwaliteit. Het is daarom teleurstellend dat de IGZ moet
constateren dat er nog veel schort aan het infectiepreventiebeleid in
ziekenhuizen. Ik ben het eens met de keuze van de IGZ om prioriteit te
leggen bij dit onderwerp en ondersteun de maatregelen die de IGZ voor
ogen heeft om de kwaliteit van de infectiepreventie in ziekenhuizen te
verbeteren.
Surveillance van ziekenhuisinfecties is een belangrijke pijler van de
infectiepreventie. Er is inmiddels aangetoond dat surveillance leidt
tot vermindering van het aantal infecties. Het PREZIES-netwerk, dat al
jarenlang vanuit mijn ministerie wordt gesubsidieerd, levert
duidelijke winst op voor de deelnemende instellingen. Ik ben het dan
ook eens met de beslissing van de IGZ om de deelname aan het
PREZIES-netwerk als een prestatie-indicator aan te wijzen. Een
ontwikkeling naar enige vorm van transparantie over infectiecijfers
acht ik in de toekomst onvermijdelijk. Ik wil daarbij benadrukken dat
ik het belangrijk vind dat ziekenhuizen het openbaar maken van
infectiepercentages zelf ter de hand nemen. Hierbij moet door
ziekenhuizen, verenigd in het netwerk Prezies, verder uitgewerkt
worden hoe de vergelijkbaarheid van de cijfers verbeterd kan worden,
zodat deze in de toekomst als externe kwaliteitsindicator gebruikt
zouden kunnen worden.
Ik verwacht overigens dat ziekenhuizen, ook bij een nieuwe
financieringssystematiek, hun inspanningen en deskundigheid op het
gebied van infectiepreventie op peil houden.
Ik ga er vanuit u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
H. Hoogervorst
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport