Partij van de Arbeid


Den Haag, 25 mei 2004


Vragen van de leden Depla, Bussemaker en Verbeet (PvdA) aan de staatssecretaris van Financiën en de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid


over de brief van de belastingdienst van Australië en het in gevaar komen van de fiscale vrijstelling van pensioenfondsen in de VS en Australië


1. Bent u op de hoogte van het feit dat de zogenaamde superannuation status van ABP in Australië per 1-6-2004 afloopt? Klopt het dat het ABP dan opnieuw moet aantonen dat zij voor deze belastingvrijstelling (bronbelasting op dividend en interest) in Australië in aanmerking komen?


2. Heeft de Stichting Pensioenfonds ABP de Directeur-Generaal Fiscale Zaken van het ministerie van Financiën verzocht om schriftelijk te bevestigen dat ook na de behandeling van het wetsvoorstel 29210 (invoering partiële belastingplicht voor Nederlandse pensioenfondsen) het ABP in internationaal verband kan verklaren dat zij vrijgesteld is van belastingheffing?


3. Gaat u in op dit verzoek van het ABP? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u dan de verklaring van de belastingdienst naar de Kamer sturen?


4. Mag de Staat en mogen pensioenfondsen, gezien de inhoud van wetsvoorstel 29210, wel verklaren dat ze in Nederland vrijgesteld zijn van belastingheffing?


5. Wat zijn de financiële consequenties voor het ABP en de PGGM als zij aan de Australische belastingdienst niet kunnen verklaren dat zij vrijgesteld zijn van belastingheffing? Hoeveel moet hierdoor de pensioenpremie stijgen als ervan uitgegaan wordt dat het niet ten koste van de pensioenopbouw van deelnemers en de pensioenuitkering van gepensioneerden mag gaan? Spelen vergelijkbare problemen in de VS en in andere landen? Zo ja, wat zijn dan de financiële consequenties?


6. Wat betekent het voor het wetsvoorstel 29210 als het ABP en PGGM mogen verklaren dat ze niet belastingplichtig zijn?