Gemeente Utrecht


2004 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
46 Vragen van mevrouw J.C.A. Kuijf-Kurver
(ingekomen 19 mei 2004)


Vanaf zomer 1995 heeft de Utrechtse serieverkrachter meermalen toegeslagen en vrouwen op een schandalige manier behandeld. Veel vrouwen in Utrecht voelen zich, mede hierdoor, bijzonder onprettig en onveilig in onze gemeente. Het CDA in Utrecht vindt het van essentieel belang dat deze dader(s) wordt/worden gepakt; deze opsporing verdient prioriteit. Daarnaast vindt de CDA-fractie het wezenlijk dat gemeente, politie en justitie de Utrechters tijdig en volledig van informatie voorzien. De afgelopen maanden is er nieuwe informatie in de openbaarheid gekomen (o.a. via het landelijke TV-programma Netwerk).
Zaterdag 15 mei ontvingen meerdere raadsleden per mail informatie over de Utrechtse serieverkrachter. Dit bericht bevat intrigerende informatie, onder andere dat de Utrechtse serieverkrachter al achter slot en grendel zou zitten en dus geen kwaad meer kan aanrichten.
Graag willen wij weten wat hiervan fictie en werkelijkheid is.

Dit leidt voor de CDA-fractie tot de volgende vragen aan het college van Burgemeester en Wethouders:

1. Hoe serieus moeten we deze informatie nemen?
2. Hoe is het beleid van het college om te gaan met dit soort berichtgeving?
3. Heeft het college bij politie en justitie gecheckt wat waar is van deze berichten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is hieruit gekomen?
4. Welke stappen gaat u verder ondernemen om de Utrechtse bevolking te informeren?
5. Welke stappen gaat u ondernemen om de onrustgevoelens bij de bevolking hierover weg te nemen?

Antwoorden van Burgemeester en Wethouders
(verzonden 25 mei 2004)

1. Iedere informatie voor het onderzoek naar de serieverkrachter is van belang.
2. Zodra het college informatie krijgt van burgers die over informatie beschikken, wordt dit onmiddellijk doorgegeven aan het Openbaar Ministerie. Zie antwoord op vraag 1.
3. Het college heeft de ontvangen informatie onmiddellijk doorgegeven aan de politie en het Openbaar Ministerie. De politie en het Openbaar Ministerie hebben geantwoord dat de verstrekte informatie al bij hen bekend was en dat de informatie ook al onderzocht was. Ten overvloede merken de politie en het Openbaar Ministerie op dat bij hen het DNA-profiel van de verdachte 'serieverkrachter' bekend is en dat, zodra het DNA van een onderzocht persoon met dit profiel overeenkomt, dit bekend gemaakt wordt.
4. Omdat deze zaak onder verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie valt hebben wij het Openbaar Ministerie verzocht, zodra dit kan, ook de Utrechtse bevolking te informeren.
5. Zie antwoord op vraag 4.


---- --