Onderzoek geeft inzicht in problemen Antillianen en Arubanen
26 mei 2004 - Zuidoost
Het onderzoeksrapport `Monografie Antillianen en Arubanen in
Amsterdam' wordt vanmiddag gepresenteerd. Dit onderzoeksrapport geeft
een veel preciezer beeld over de aard en de omvang van de
maatschappelijke problemen van Antilianen en Arubanen in Amsterdam. De
oorzaak van de problemen en de samenhang daartussen. Het onderzoek
naar de leefwereld en problematiek van Antillianen en Arubanen in
Amsterdam is opdracht van het stadsdeel Zuidoost uitgevoerd door het
Bureau Onderzoek en Statistiek.
Het onderzoek wijst uit dat een op de vijf Antillianen in de hoofdstad
te kampen heeft met hardnekkige en langdurige problemen. Deze groep
heeft vaak meerdere problemen tegelijk op het gebied van wonen, werk,
inkomen, taal, onderwijs en opvoeding. Zo blijkt dat vorig jaar 19%
van de Antilliaanse scholieren het onderwijs zonder startkwalificatie
verlieten. De Citoscore van Antilliaanse jongeren ligt onder het
gemiddelde en het schoolverzuim is hoog. Een aanzienlijk deel van de
Antillianen die in Nederland komt wonen, schrijft zich niet in in het
bevolkingsregister. Hierdoor hebben zij geen uitzicht op een plaats op
de arbeidsmarkt, vervolgopleidingen of recht op een uitkering en
andere sociale voorzieningen. Het vinden van een woning of
inschrijfadres is voor velen een probleem. Het onderzoeksrapport wordt
vanmiddag door portefeuillehouder Welzijn, Hans Res, overhandigd aan
het Antilliaans en Arubaans participatieorgaan SABANA.
In 2001 heeft de gemeente Amsterdam in overleg met stadsdeel Zuidoost
besloten het vierjarig stedelijk project Antillianen en Arubanen (AA
project) onder regie van het stadsdeel uit te laten voeren. Doel van
dit project is de verbetering van de positie van Antillianen en
Arubanen. Binnen de uitvoering van het AA project zijn tot nu toe vele
projecten en initiatieven opgezet op het gebied van woonbegeleiding,
maatschappelijke dienstverlening, inburgering, toeleiding naar werk,
jongerenwerk, opvoedingsondersteuning, huiswerkbegeleiding en
participatie. Uit het onderzoeksrapport komt de investering middels
deze projecten ook duidelijk naar voren. De positie van een deel van
de gemeenschap is de afgelopen jaren niet verslechterd. Het rapport
biedt extra handvatten om het beleid dat tot nu toe is gevoerd verder
aan te scherpen.
De rijksfinanciering van het AA project houdt echter eind dit jaar op.
Hierdoor ontstaat het risico dat het aanbod dat het stadsdeel voor de
doelgroep heeft ontwikkeld in zijn geheel moet worden stopgezet.
Gezien de ontwikkelingsfase waarin de doelgroep zich bevindt, acht het
stadsdeelbestuur het niet wenselijk om eind van het jaar te stoppen
met de gerichte aandacht en ondersteuning van de AA gemeenschap. Het
stadsdeel is dan ook van mening dat de gemeente Amsterdam en het rijk
aanvullende gelden ter beschikking moeten stellen voor de voortzetting
van essentiële onderdelen van het AA project. Het stadsdeel zelf komt
op korte termijn, nog voor het zomerreces, met een plan (Stappenplan
Verankering AA project) met aanbevelingen over de verankering van de
ontwikkelde projectonderdelen binnen reguliere beleidskaders na 2004.
Verantwoordelijk portefeuillehouder Welzijn, Hans Res, vindt een
programmatische aanpak voor de Antilliaanse gemeenschap ook na 2004
noodzakelijk. " De problemen die een deel van de Antilliaanse en
Arubaanse gemeenschap heeft hebben we nu goed in beeld. Deze problemen
zijn weerbarstig, complex en van lange duur. Voorzetting van de lijn
die we in 2001 hebben ingezet is daarom zonder twijfel noodzakelijk.
We moeten ons vooral ook richten op de 2600 jongeren die in de
gevarenzone zitten. Hen kunnen we niet in de steek laten."
© Gemeente Amsterdam
Gemeente Amsterdam