Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk
AV/PB/04/37654

Onderwerp Datum
Overleg tussen kabinet en sociale partners over 25 mei 2004
VUT, prepensioen en levensloop

Tijdens de regelingen van werkzaamheden is verzocht aan te geven welke elementen uit de bijlage bij de brief van 19 mei in de bespreking met sociale partners tijdens het op 18 mei gehouden Voorjaarsoverleg aan de orde zijn geweest, wat daarop de reactie van de sociale partners was en welke elementen niet zijn besproken.
Ik kan daarover het volgende opmerken.
Tijdens het overleg is van de zijde van het kabinet aangegeven dat het voorstel van de gezamenlijke werkgevers voor het kabinet acceptabel was indien op het punt van de opting out een amendering zou worden aangebracht.
Deze amendering diende allereerst in te houden dat opting out niet alleen voor volledig kapitaalgedekte regelingen zou gaan gelden maar ook betrekking zou hebben op de kapitaalgedekte elementen in regelingen die een mengvorm van financiering, deels omslag en deels kapitaaldekking, kennen. Verder zou het bestemmingsdoel van de met de opting out mee te geven middelen geheel vrij moeten zijn en niet beperkt dienen te blijven tot levensloop of ouderdomspensioen. Ter verduidelijking is daarbij van de zijde van het kabinet aangegeven dat hetgeen meegegeven dient te worden in geval van opting out, gelijk dient te zijn aan hetgeen bij voortgezette deelneming in de regelingen voor de deelnemer zou zijn verschuldigd. Van de zijde van de vakbeweging is aangegeven dat tegen opting out in deze vorm ernstige bezwaren bestaan. Voor de werkgevers was de door het kabinet voorgestelde wijziging van de RCO-variant acceptabel.

Van de zijde van de vakbeweging is gevraagd in hoeverre er nog ruimte voor overleg was op het gebied van de (totale) ruimte voor vut/prepensioen en levensloop en op het gebied van het overgangsrecht. Voor wat betreft de totale ruimte hecht ik er aan op te merken dat het kabinet eerst in het bod van 18 maart, vervolgens in het compromisvoorstel van 8 april en ten slotte in het bod op 18 mei de totale ruimte heeft vergroot. Dit betrof zowel de totale ruimte als de verdeling van deze ruimte over vut/prepensioen enerzijds en levensloop anderzijds.

2

Voor wat betreft het overgangsrecht is door partijen steeds aangegeven dat dit onderwerp inhoudelijk pas kon worden besproken indien de structurele situatie duidelijk zou zijn. Uiteindelijk heeft het kabinet in de brief aan uw Kamer van 3 mei het overgangsrecht ingevuld. Tijdens het overleg op 18 mei is van de zijde van de vakbeweging gevraagd in hoeverre voor het kabinet een totale ruimte van 300%, ruimer overgangsrecht en andere invulling van de opting out (zodat in prepensioenregelingen waarin een doorsneepremie wordt geheven in geval van opting out een actuariële premie wordt meegegeven) bespreekbaar waren. Daarop is aangegeven dat een ruimte van 300% bespreekbaar was (door verhoging van de ruimte voor levensloop van 100% naar 125%), indien daar voor een voorstel van de Stichting van de Arbeid zou komen, maar dat het overgangsrecht en de invulling van de opting out voor het kabinet niet ter discussie staan. Van de zijde van de vakbeweging is overigens niet aangegeven dat voor hen deze elementen bespreekbaar waren.

De financiële consequenties van het RCO-voorstel inclusief kabinetsamendement worden in de onderstaande tabel weergegeven.

Budgettair beeld behorende bij bijlage brief d.d. 19 mei over Voorjaarsoverleg x miljoen euro 2006 2007 2008 2009 2010 2011 0.Opbrengst Vut/pp BP2004 1060 1520 1650 1800 1910 1990 Extra maatregelen
a. spilleeftijd naar 62,5 jaar met 70% -690 -980 -1050 -1150 -1240 -1320 b. opting out 130 225 275 345 370 390 c. maximale pensioenopbouw naar 100% -70 -85 -90 -100 -95 -95 d. levensloop (10%, 1 jaar, zonder deeltijdeis) -35 -45 -55 -60 -40 -35 e. gehalveerde heffing omslaggefinancierde regelingen t/m 25 40 45 45 45 125 2010, daarna volledige heffing
f. overgangsrecht opbouw kapitaalgedekt prepensioen 60+ -15 -5 10 5 0 0
1. Totale kosten -655 -850 -865 -915 -960 -935 Financieringsbronnen
g. Financiële enveloppe Vut/prepensioen/Levensloop 510 410 400 380 350 320 h. Afschaffen onbelaste vergoedingenregime PC in de LB 228 231 237 240 240 240 i. Beperken spaarloon (afschaffen dubbel spaarloon) 70 70 70 70 70 70
2. Totaal opbrengst financieringsbronnen 808 711 707 690 660 630

4. (1+2) Tekort (-) / overschot (+) 153 -139 -158 -225 -300 -305 5. Opbrengst na maatregelen 1213 1381 1492 1575 1610 1685

De in de bijlage van de brief van 19 mei genoemde elementen met betrekking tot het niet langer algemeen verbindend verklaren of verplichtstellen van vervroegde uittredingsregelingen c.q. prepensioenregelingen zijn in het overleg niet besproken.
Ter voorkoming van misverstanden merk ik hierover op dat het niet verplichtstellen van kapitaalgedekte prepensioenregelingen overigens alleen aan de orde zou zijn in geval van regelingen die niet aan de voorwaarden voor de fiscale faciliëring (spilleeftijd van 62,5 jaar en opting out) voldoen.


3


4

Ten slotte merk ik op dat in het overleg is afgesproken dat de drie vakcentrales uiterlijk op 24 mei zou laten weten of het kabinetsvoorstel aanvaarbaar was. Tot op heden heeft echter alleen de MHP bij monde van de voorzitter laten weten dat voor hen het kabinetsvoorstel niet acceptabel is. Van de zijde van de overige vakcentrales is tot op heden geen reactie vernomen.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)