Wereld Amnesty International Jaarboek 2004: Regeringen en gewapende groeperingen hollen rechten van de mens uit. Ook Europese Unie begeeft zich op hellend vlak.

Gewapende groeperingen en overheden zijn wereldwijd in een oorlog verstrikt geraakt die de rechten van gewone burgers uitholt. Geweld van gewapende groeperingen, maar ook het antwoord van overheden hierop hebben geleid tot de grootste aanval op de rechten van de mens van de laatste vijftig jaar. Het resultaat is een wereld van toenemende achterdocht, angst en verdeeldheid. Dat zei Amnesty International vandaag bij het uitbrengen van het Jaarboek 2004, het jaarlijkse overzicht van de mensenrechtensituatie in de wereld.*

Gewetenloze, wrede en criminele aanvallen door gewapende groeperingen, zoals Al Qaida, vormen een reële dreiging voor de veiligheid. Wij veroordelen deze wreedheden in de sterkst mogelijke bewoordingen, zei Irene Khan, Secretaris Generaal van Amnesty International. Zij refereerde aan de aanslagen in Madrid van dit jaar en op het gebouw van de Verenigde Naties in Irak vorig jaar. Gewelddadige aanvallen op burgers en internationale instellingen zoals het Internationale Rode Kruis en de Verenigde Naties vormen een nieuwe bedreiging voor de internationale veiligheid. Het zijn ernstige misdaden volgens internationaal en nationaal recht en in sommige gevallen zelfs oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid

Maar het is ook beangstigend dat de principes van het internationale recht en de instrumenten van multilaterale actie, die ons tegen deze aanvallen zouden kunnen beschermen, steeds verder ondermijnd, gemarginaliseerd en vernietigd worden door regeringen, zei Irene Khan. Regeringen verliezen daardoor hun morele kompas en offeren de mensenrechten op in een blinde zoektocht naar veiligheid.

In het Jaarboek wordt melding gedaan van buitengerechtelijke executies door de coalitietroepen in Irak. Rapportages van marteling en mishandeling benadrukken de kwetsbaarheid van honderden gevangenen, niet alleen in Guantánamo Bay in Cuba, Afghanstan en elders, waar ze, zonder vorm van proces, zonder toegang tot een advocaat of bescherming door de Geneefse Verdragen worden vastgehouden door de Verenigde Staten en hun bondgenoten. Door de rechten van degenen die mogelijk schuldig zijn te negeren, brengen regeringen de rechten van onschuldigen ook in gevaar.

Anti-terrorisme In de hele wereld, van Duitsland tot India en van Cuba tot Marokko, heeft een groot aantal landen anti-terroristische wetgeving opgesteld, waarbij opvalt dat de meeste van deze wetten vage omschrijvingen geven van nieuwe misdrijven. Daarnaast eigenen regeringen zich grote macht toe om mensen zonder vorm van proces vast te houden, vaak gebaseerd op geheim bewijsmateriaal. De mogelijkheden tot incomunicado-detentie (die marteling vergemakkelijkt) worden in deze nieuwe wetten vaak uitgebreid. Zo garandeert nieuwe wetgeving in India vrijstelling van strafvervolging voor autoriteiten die te goeder trouw tegen terroristen optreden. Eind 2003 bereidde Zuid Korea een wet voor (Terrorism Prevention Bill) met ruimere bevoegdheden voor de Koreaanse geheime dienst, die nu al verantwoordelijk gehouden wordt voor ernstige schendingen van mensenrechten. Buitengerechtelijke executies vonden plaats in naam van het anti-terrorisme in Columbia, Tjsetsjenië en de Filippijnen.

De toegang tot de asielprocedure werd in tal van wetten bemoeilijkt en uitzettingen versneld. Afghaanse asielzoekers, die vóór de aanslagen van september 2001 de toegang tot Australië werd ontzegd, werden ná de aanslagen vanwege anti-terroristische maatregelen in detentie gehouden. Een aantal landen heeft sinds 2001 de toepassing van de doodstraf uitgebreid voor misdrijven die in verband gebracht kunnen worden met terrorisme: het gaat om Guyana, India, Jordanië, Marokko, de Verenigde Staten en Zimbabwe.

Europese Unie Amnesty uit in het Jaarboek ernstige kritiek op negentien van de vijfentwintig huidige lidstaten van de Europese Unie, zowel oude als nieuwe: België, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Letland, Litouwen,Malta, Oostenrijk, Polen, Portugal, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, het Verenigd Koninkrijk en Zweden.

Er zijn in heel Europa zorgwekkende patronen van machtsmisbruik door wetshandhavers geconstateerd, zoals mishandeling, marteling, excessief gebruik van geweld en buitengerechtelijke executies. In de meeste EU-landen gaat het om gevallen van politiegeweld (vooral gericht tegen 'buitenlanders') en schendingen van het recht op asiel. Bij de nieuwe lidstaten gaat het vooral om mankementen in het rechtsstelsel, discriminatie tegen minderheden (vooral tegen Roma) en de behandeling van asielzoekers.

Ook in de Europese Unie leidde de oorlog tegen het terrorisme door een aantal landen tot een verslechtering van de mensenrechten. Eind 2003 waren nog steeds veertien buitenlanders voor onbepaalde tijd gedetineerd in het Verenigd Koninkrijk, zonder vorm van proces en op basis van geheime bewijsvoering. Dit was mogelijk gemaakt door anti-terrorisme-wetgeving, die ook voorzag in speciale gevangenisregimes. Spanje werd door internationale organisaties regelmatig bekritiseerd vanwege de wijze waarop het van terrorisme verdachte mensen detineerde. Gevangenen verklaarden te zijn gemarteld en mishandeld. In Frankrijk beperkt een nieuwe 'wet op de binnenlandse veiligheid' de rechten van arrestanten; gevangenen vanaf 16 jaar mogen nu tot 96 uur in 'speciale detentie' worden gehouden, zonder toegang tot een advocaat. Een Ethiopische onderdaan overleed tijdens een gedwongen uitzettign. Er waren regelmatig meldingen van mishandeling van buitenlanders door de politie en immigratiediensten.

Het antwoord op de dreiging van terrorisme is volgens Amnesty een rigoureuze toepassing van de internationale verdragen en de van de rechten van de mens: Mensenrechten zijn van wezenlijk belang omdat ze een krachtige visie bieden van een betere wereld, en een concreet plan voor de verwezenlijking daarvan. Deze universele waarden voor rechtvaardigheid zijn de meest effectieve weg naar veiligheid en vrede, zei Irene Khan.

Cijfers wereldwijde schendingen Het Jaarboek doet melding van mensenrechtenschendingen in 2003. Wereldwijd vonden dat jaar in 47 landen buitengerechtelijke executies plaats. Marteling en mishandeling door veiligheidstroepen, politie en andere autoriteiten maakten in 132 landen slachtoffers. In 28 landen verdwenen mensen en in 44 landen zaten gewetensgevangenen vast. De doodstraf werd in 63 landen tegen mensen uitgesproken en in 28 landen daadwerkelijk ten uitvoer gebracht. In 58 landen werden mensen willekeurig gearresteerd en zonder vorm van proces gedetineerd. Gewapende groeperingen begingen ernstige schendingen van de mensenrechten in 35 landen. Daarvan was in 34 landen sprake van geweld tegen en willekeurig doden van burgers. In 18 landen martelden en mishandelden zij mensen. Ontvoeringen en gijzelingen vonden plaats in 16 landen

Goed nieuws Tal van gewetensgevangenen kwamen vrij nadat mensen via Amnesty tegen hun detentie protesteerden. Zo werd Amina Lawal op 25 september 2003 vrijgesproken door de sharia-rechtbank in Katsina. Volgens het Sharia-recht was de 31-jarige vrouw uit Nigeria op 22 maart 2002 veroordeeld tot de dood door steniging wegens vermeend overspel. Ook positief was het feit dat bij het Internationaal Strafhof, na veel tegenwerking door de Verenigde Staten, een aanklager werd benoemd en de eerste zaak (tegen de Democratische Republiek Congo) in behandeling werd genomen. Bemoedigend was ook dat de rechtbanken in de VS en in het Verenigd Koninkrijk de speciale juridische maatregelen die hun regeringen namen begonnen te onderzoeken.

*) Het Amnesty International Jaarboek 2004 documenteert mensenrechtenschendingen in 2003.

Amnesty International afdeling Nederland