Ingezonden persbericht


Gezamenlijke reactie G26 en NEPROM op de Nota Ruimte.

G26 EN NEPROM WILLEN DAT STEDEN EN OMLIGGENDE GEMEENTEN VERPLICHTENDE AFSPRAKEN KUNNEN MAKEN

De 26 grote gemeenten verenigd in de G26 en de Vereniging van Nederlandse Projectontwikkeling Maatschappijen NEPROM hebben gezamenlijk gereageerd op de Nota Ruimte. Ze zijn positief over de versterking van de rol en positie van provincies, regio's en gemeenten bij de ontwikkeling en uitvoering van het ruimtelijk beleid en de integrale en gebiedsgerichte aanpak die het Rijk voorstaat. Kritisch zijn ze daarbij over het instrumentarium en de benodigde financiële middelen om tot een goede vertaling te komen van beleid naar daadwerkelijke prioriteitsstellingen en investeringsprogramma's.

In de brief aan de vaste kamercommissie voor VROM pleiten de grote gemeenten en de NEPROM voor een snelle invoering van een wettelijke grondexploitatieregeling, gericht op verplicht kostenverhaal, die ook op bovenlokaal niveau ingezet kan worden. Ook pleiten ze voor een verplichtend kader waarbinnen centrale steden met omliggende gemeenten tot afspraken kunnen komen.

Om tot krachtige steden te komen moet voorkomen worden dat een trek van midden- en hogere inkomens van de stad naar platteland ontstaat. Voorkomen moet worden dat er in de steden onvoldoende draagvlak ontstaat voor een diversiteit aan woonmilieus en hoogwaardige centrumstedelijke ontwikkelingen. Daarom stellen de partijen expliciet de noodzaak aan de orde om met voorrang in de binnensteden te investeren en hier meer duurdere woningbouw te plannen. Het is noodzakelijk om de mogelijkheid om in het landelijk gebied te bouwen voor de natuurlijke aanwas, in regionaal verband af te stemmen. Lukt dit niet dan is er in de visie van de G26 en NEPROM een rol voor de provincie weggelegd.

De partijen maken zich daarbij zorgen dat er in de toekomst onvoldoende overheidsbijdragen beschikbaar zijn waarmee bijgedragen wordt in de locatieontwikkeling. NEPROM en G26 vinden dat voorkomen moet worden dat ontwikkelingsplanologie ontaardt in bezuinigingsplanologie.

De partijen wensen verder dat meer prioriteit wordt gegeven aan herstructurering van bestaande bedrijventerreinen boven nieuwbouw ervan. De Nota is hierover niet helder. Verder constateren zij, met zorg, dat ontbrekende schakels in de infrastructuur van hoofdwegennet en het onderliggend wegennet nu onvoldoende in de besluitvorming worden meegenomen bij de planning van nieuwe grootschalige woningbouwlocaties en andere locaties die veel mobiliteit genereren.

In het licht van de geplande bezuinigingen, ondermeer op ISV-gelden, maken de partijen zich grote zorgen over het realiseren van de doelstellingen op het gebied van stedelijke vernieuwing. Ze vragen dan ook om strikte handhaving van de meerjarige financiële kaders, om zo een betrouwbare onderhandelingspartner te kunnen zijn en blijven. Grote onzekerheid over de financiële kaders maakt dit moeilijk en moet worden voorkomen.

De G26 en NEPROM zijn van mening dat zowel het maken als het nakomen van regionale afspraken essentieel is. De afspraken tussen stad en omliggende gemeenten dienen een verplichtend karakter te hebben. De wijze waarop de afspraken vorm krijgen moet aan de betreffende regio worden overgelaten.

G26
NEPROM

Als woordvoerder treedt op dhr. dr. R.Hillebrand, wethouder gemeente Leiden. Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met Jack Puyenbroek , afdeling Communicatie van de dienst Bouwen en Wonen, tel. 071-516 5790 of met Jan Fokkema, directeur van de NEPROM, 06-54301157

---- --