Socialistische Partij
Bot: oorlog mag geen oorlog heten
25-05-2004 * De oorlog in Irak mag van minister Bot van Buitenlandse
Zaken niet zo heten. Juridisch is er voor Nederland geen oorlog en dus
kunnen de Nederlandse militairen in Irak blijven, aldus de bewindsman
in reactie op SP Eerste-Kamerlid Tiny Kox. Volgens Kox is dat onzin:
`De Amerikanen en Britten noemen het oorlog, degenen met wie ze in
Irak vechten noemen het oorlog. Dan is het oorlog. En daarin horen
onze militairen niet thuis.'
Volgens Kox moet Nederland zich niet richten op onnodige militaire
steun maar op broodnodige civiele steun om Irak op te bouwen na alle
terreur, oorlogen en internationale sancties. Kox sprak met de
minister af hem een lijst te geven van concrete hulpvragen uit Irak,
die hij tijdens zijn recente werkbezoek aan het land kreeg van
politieke partijen, vakbonden, vrouwenorganisaties en deelregeringen.
De SP-senator hield de minister voor dat de buitenlandse militairen in
Irak geen deel van de oplossing vormen maar een deel van het probleem
zijn. Terwijl ze zich bevrijders voelden, zijn ze voor de meeste
Irakezen nu bezetters geworden. Daarom moet de bezetting stoppen en
moeten de Irakezen weer baas in eigen huis worden. Bot was het
overigens met Kox eens dat buitenlandse troepen voortaan slechts op
uitnodiging van de Irakezen in het land kunnen blijven. Zo'n
uitnodiging is er momenteel niet.
De minister voelt zich `vooralsnog niet belazerd' door de Amerikanen,
die hem in gesprekken over behandeling van gevangenen niet
informeerden de martelpraktijken in Irak. Mocht blijken dat die
informatie al bekend was bij de Amerikaanse regering op het moment van
de gesprekken, dan ontstaat er een andere situatie, aldus de
bewindsman, die overigens zei geschokt te zijn door de onthullingen
over de martelingen.
Kox maakte zich in het beleidsdebat over buitenlandse zaken grote
zorgen over de ontwikkelingen in Afghanistan. Volgens hem wordt de
situatie rooskleuriger voorgesteld dan de feiten toestaan. Verder
lijkt het dat net als in Irak de vijand veranderd is. Volgens de NAVO
is het aantal Taliban- en Al Qaidastrijders minder dan 1000 geworden
en wordt de echte instabiliteit nu veroorzaakt door de meer dan
100.000 leden tellende milities van drugsbaronnen en warlords, die het
land economisch, militair en politiek beheersen. Sinds de val van het
Talibanbewind is het land 's werelds grootste opiumproducent geworden.
Minister Bot erkende dat er grote problemen zijn maar ziet enige
vooruitgang en vindt Nederlandse militaire aanwezigheid ook hier nog
steeds verantwoord.