Gemeente Den Haag

mei 2004
Gemeente Den Haag presenteert Plan van Aanpak luchtkwaliteit (25 mei)

Vandaag heeft het College van B&W ingestemd met het Plan van Aanpak luchtkwaliteit 2004 - 2010. Doel van het Plan van Aanpak is te zorgen dat de grenswaarde voor stikstofdioxide in 2010 nergens in de gemeente Den Haag wordt overschreden. Grenswaarden geven een niveau van de buitenkwaliteit aan dat, in het belang van den de volksgezondheid, in 2010 moet worden bereikt. In het Plan ligt de nadruk op specifieke maatregelen; het oplossen van knelpunten door maatwerk. Daarnaast is er ook aandacht voor algemene maatregelen zoals het terugdringen van zwaar verkeer uit de binnenstad. Volgens wethouder Smits (Duurzaamheid) levert het Plan van Aanpak luchtkwaliteit een belangrijke bijdrage aan het streven naar een duurzame leefomgeving voor de inwoners van Den Haag.

In de 'Rapportage luchtkwaliteit over 2002' die de gemeente in november 2003 heeft gepresenteerd werden 22 locaties gesignaleerd waarbij zonder maatregelen de Europese grenswaarde voor stikstofdioxide in 2010 zou worden overschreden. In het vandaag gepresenteerde plan van aanpak is nader onderzoek gedaan naar deze locaties en zijn maatregelen geformuleerd zodat in 2010 voor heel Den Haag aan de grenswaarde wordt voldaan. Het onderzoek bracht naar voren dat bij vijf locaties in 2010 geen problemen te verwachten zijn. Dit betekent dat er nu maatwerk wordt gepleegd voor 17 locaties.

Algemene maatregelen
In het algemeen is het gemeentelijk beleid er op gericht verkeer te concentreren op een beperkt aantal routes (CentrumRing, Buitenruit, hoofdroutes) en het realiseren van grotere aaneengesloten gebieden waar verblijfsklimaat centraal staat (Stadsleefgebieden), zodat de overlast beperkt wordt. Belangrijk middel om de uitstoot van het verkeer te beperken is het aanbieden van alternatieven voor de auto door het verbeteren van het regionale vervoersysteem zoals Randstadrail (2006), nieuwe openbaar vervoerlijnen 17, 15 en 19 en het verbeteren van routes in de stad zoals de tramtunnel. Daarnaast wordt er gestreefd naar het terugdringen van zwaar verkeer uit de stad. Het beleid van de gemeente is het omzetten van busvervoer in railvervoer en het verminderen van vrachtverkeer door te streven naar efficiënte en minder hinderlijke bevoorrading in de binnenstad. Aanscherping van Europese eisen ten aan zien van uitstoot door voertuigen heeft een positief effect op de luchtkwaliteit in de stad. Daarnaast streeft de gemeente naar het beperken van de verplaatsingsbehoefte bijvoorbeeld door het project 'Het Glazen Stadhuis' waaarbij burgers niet fysiek naar het stadhuis hoeven te gaan maar internet kunnen gebruiken om diensten af te nemen of informatie in te winnen. Om de bewustwording te vergroten is op de gemeentelijke website algemene informatie over luchtkwaliteit te vinden.

Specifieke maatregelen
Op basis van onderzoek is gekomen tot een volgorde in het aanpakken van de locaties waarvan zonder maatregelen de grenswaarde van stikstofdioxide wordt overschreden. Hierbij hebben de Parkeerroute en de Neherkade prioriteit. Bij de een deel van de Parkeerroute (Amsterdamse Veerkade, Stille Veerkade, Paviljoensgracht en Lutherse Burgwal) zal worden gestreefd naar het beperken van het verkeersaanbod in samenhang met het verbeteren van de verkeersafwikkeling en door de voorgenomen herinrichting in het kader van de De Kern Gezond. Begin dit jaar is het aantal bussen op deze route al aanmerkelijk verminderd, in de toekomst zal dit aantal verder worden beperkt door ook de niet lijnbusdiensten te weren van de route. Nieuwe ontwikkelingen zoals de realisatie van het Trekvliettrace zal een grotere verkeersdruk kunnen leggen op de Neherkade. Het verkeersaanbod zal hier verder in kaart worden gebracht. Daarnaast zal de luchtkwaliteit worden betrokken bij de besluitvorming over de tunnel bij het Leeghwaterplein medio dit jaar.

Achtergrond voor de pers
Gemeentelijke verplichtingen
Het Europese Besluit luchtkwaliteit verplicht de gemeente Den Haag tot het maken van een plan van aanpak voor locaties waar de grenswaarden voor luchtverontreinigende stoffen in 2010 naar verwachting worden overschreden (knelpunten). Grenswaarden geven een niveau van de buitenluchtkwaliteit aan dat, in het belang van de bescherming van de gezondheid van de mens en van het milieu in zijn geheel, binnen een bepaalde termijn moet worden bereikt. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht voor het gehele Nederlandse grondgebied met uitzondering van de werkplek.

Afgesproken is dat de gemeenten maatregelen nemen om overschrijding van de grenswaarde voor stikstofdioxide tegen te gaan. Aangezien aanpak overschrijding van de grenswaarde voor fijn stof effectiever is bij een landelijke aanpak is de Rijksoverheid hiervoor verantwoordelijk.

Jaarlijks worden door de gemeente Den Haag de wegvakken geïdentificeerd waarbij de plandrempels voor NO2 zijn overschreden. Hier worden immers - rekening houdend met een schoner wagenpark en andere ontwikkelingen - ook in 2010 nog de grenswaarden overschreden. Voor het opstellen van de rapportage luchtkwaliteit wordt voor de binnenstedelijke wegen gebruik gemaakt van het CAR II-model.

In het jaar volgend op de rapportage van overschrijdingen van de plandrempel stellen Burgemeester en wethouders een plan op om uiterlijk in 2010 aan de grenswaarde te voldoen. Zij stellen uiterlijk
1 mei van dat jaar Gedeputeerde Staten hiervan in kennis. Dit jaar gaf het ministerie van VROM een maand uitstel.

Gezondheidsaspecten
Tijdens piekwaarden van luchtverontreiniging is gedurende korte tijd de concentratie van een of meerdere stoffen sterk verhoogd. Tijdens of vlak na zo'n episode kunnen gezondheidsklachten aan de luchtwegen, hart en bloedvaten verergeren, vooral bij mensen uit gevoelige groepen. Acute effecten zijn meestal omkeerbaar, dat wil zeggen dat de klachten weer verdwijnen bij afname van de luchtverontreiniging. Oudere mensen met een zwakke gezondheid (hart- of longziekte) kunnen echter na een kortdurende hoge blootstelling ook overlijden. Na een smogepisode kunnen de sterftecijfers zijn verhoogd. De eerste signalen dat er sprake is van een periode met luchtverontreiniging kunnen klachten zijn van kortademigheid, duizeligheid, hoesten of irritatie van de slijmvliezen van ogen, neus en keel. Deze klachten kunnen echter ook door andere factoren worden veroorzaakt.

Het langdurig inademen van relatief lagere concentraties luchtverontreinigende stoffen kan leiden tot chronische effecten. Deze effecten treden op na jarenlange blootstelling en zijn vaak blijvend. Luchtwegklachten en klachten van hart en bloedvaten kunnen blijvend verergeren, bij voorbeeld ernstige astmatische klachten. Het is nog niet duidelijk of gezonde mensen ziek kunnen worden na chronische blootstelling van luchtverontreiniging, maar wel is statistisch aangetoond dat de risicogroepen die al een ziekte hebben meer klachten kunnen krijgen. Zo is aangetoond dat kinderen die geen aanleg hebben voor astma dit als gevolg van luchtverontreiniging niet snel zullen krijgen. Andere factoren spelen daarbij een belangrijker rol. Kinderen met astma kunnen door blootstelling aan luchtverontreiniging vaker een astma-aanval krijgen met een ernstiger karakter. Door de verergering van een bestaande ziekte kunnen mensen eerder overlijden dan zonder de aanwezigheid van luchtverontreiniging. Het is onduidelijk hoeveel de levensverwachting daalt bij deze groep, maar wetenschappers hebben aanwijzingen dat mensen die jarenlang zijn blootgesteld aan verhoogde concentraties luchtverontreiniging enkele maanden tot maximaal twee jaar korter leven.

Niet iedereen heeft last van luchtverontreiniging. Sommige mensen zijn gevoeliger, en hebben een grotere kans op de genoemde klachten. Vooral oudere mensen, kinderen en mensen met een hart- of longziekte zijn extra gevoelig voor luchtverontreiniging.