Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzittervan de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag


- Directie Noord Afrika en

Midden-Oosten

Afdeling Golfstaten

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum


- 26 mei 2004

Behandeld

Josephine Frantzen


Kenmerk


- DAM-286/04

Telefoon


- +31 (0)70-3486445


Blad


- 1/4

Fax


- +31 (0)70-3486639


Bijlage(n)


- 1

E-Mail


- - josephine.frantzen@minbuza.nl


Betreft


- Beantwoording vragen van het lidVan Bommel inzake de aanstaande machtsoverdracht in Irak

Graag bied ik u hierbij- , mede namens de minister van Defensie, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door - het lid- Van Bommel inzake de aanstaande machtsoverdracht in Irak ingezonden op - 29 april 2004 met kenmerk 2030413890.


- De minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de heer Kamp, minister van Defensie, op vragen van het lid Van Bommel (SP) over de aanstaande machtsoverdracht in Irak.

Vraag 1-

Bent u op de hoogte van het feit dat de Amerikaanse regering bij monde van onderminister van Buitenlandse Zaken, Grossman, en onderminister van Defensie, Wolfowitz, heeft laten weten dat de toekomstige Iraakse voorlopige regering per 30 juni slechts beperkte bevoegdheden krijgt? Wat is uw standpunt ten aanzien van de uitspraken van de betrokken bewindslieden dat de voorlopige regering zich niet bezig mag houden met wetgeving en zich dient te concentreren op het organiseren van de algemene verkiezingen die voor 2005 gepland staan? 1)

Antwoord

Ja. Deze uitspraken zijn onder meer gebaseerd op de standpunten van Irakezen zelf. Na aanvaarding van de Iraakse basiswet, de Transitional Administrative Law (TAL), heeft de shi'ietische geestelijke leider Ali al-Sistani laten weten dat de interim regering die volgens de TAL op 30 juni aanstaande de bestuursverantwoordelijkheden zal overnemen, slechts beperkte bevoegdheden mag krijgen, omdat dit geen democratisch gelegitimeerde regering zal zijn. Op 27 april jl. heeft VN afgezant Brahimi laten weten dat deze caretaker government ­ zoals hij de interim regering noemt ­ een voornamelijk uit technocraten samengestelde regering zal zijn. De "enige taak" van deze regering zal zijn: "zorgdragen voor het dagelijkse bestuur van het land", aldus Brahimi.

Vraag 2-

Heeft u kennisgenomen van de opvattingen van de voormalige terrorismebestrijder Richard Clark die stelt dat de Irak-oorlog van president Bush de terreurdreiging versterkt heeft en dat de Verenigde Staten nog minimaal vijf jaar sterk militair aanwezig zullen blijven in Irak? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord-

Ja. Daar valt niets aan toe te lichten.

Vraag 3-

Deelt u de opvatting dat het verloop van de gesprekken over de machtsoverdracht op 30 juni van invloed kunnen zijn op zowel het vreedzame als het gewapende verzet tegen de buitenlandse bezetting en de aanwezigheid van buitenlandse militaire troepen in bredere zin? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord-

Het is evident dat het verloop van deze gesprekken gevolgen kan hebben voor de verdere ontwikkelingen in Irak.

Vraag 4-

Wat heeft de Nederlandse regering ertoe gebracht zich afzijdig te houden van de gesprekken over de machtsoverdracht tussen de Amerikaans-Britse bezettingsmacht en de Iraakse voorlopige regeringsraad?

Vraag 5-

Deelt u de mening dat het van politieke nalatigheid van de Nederlandse regering getuigt wel een militaire stabilisatiemacht in Irak te stationeren, maar op generlei wijze betrokken te zijn bij de gesprekken tussen vertegenwoordigers van de Amerikaans-Britse bezettingsmacht en de leden van de voorlopige regeringsraad van Irak? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord

Nederland is geen bezettende macht, draagt daardoor geen verantwoordelijkheid voor het bestuur van Irak en is daarom niet betrokken bij gesprekken tussen de Iraqi Governing Council en de bezettende machten. Nederland neemt wel actief deel aan de regelmatige bijeenkomsten in Londen en Washington tussen troepenleverende landen waarin onder meer het politieke proces en de machtsoverdracht worden besproken.

Vraag 6-

Is de Nederlandse regering bereid bij de voorlopige Irakese regering de vraag voor te leggen welke rol Nederland kan spelen in het proces van heropbouw en het herstel van de nationale soevereiniteit van Irak? Bent u bereid daarnaast te informeren naar de opvattingen van de raad ten aanzien van een mogelijke verlenging van de Nederlandse militaire missie in Al Muthanna, en onder welke vlag een eventuele verlenging van de missie plaats zou kunnen vinden? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord-

Het is aan de nog te installeren interim-regering in Irak om te bepalen wat de rol van de internationale gemeenschap op het gebied van wederopbouw dan wel in de vorm van een internationale troepenmacht moet zijn.


1) NRC Handelsblad en de Volkskrant, 24 april jl.

===