TNO Arbeid

Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2003

Vooral de gezonde 50-plussers in zelfstandige functies willen dóórwerken tot hun 65ste

Gezondheid, de fysieke zwaarte van het werk én de ervaren mentale vermoeidheid zijn de belangrijkste redenen dat 50-plussers zich niet in staat voelen door te werken tot hun 65ste. Naast een goede gezondheid speelt ook de mate van zelfstandigheid van de functie een stimulerende rol. Het delegeren van verantwoordelijkheden en een goed doortimmerd arbo- en gezondheidsbeleid in bedrijven en instellingen kunnen dus een bijdrage leveren aan de arbeidsparticipatie van werkenden.

Dit zijn enkele belangrijke conclusies uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2003 waarvan de resultaten vandaag bekend zijn gemaakt door TNO. TNO Arbeid heeft de enquête uitgevoerd in overleg met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Cijfers (zie de figuren 1 t/m 3)

* Van de 50-plussers in Nederland zegt 43% in staat te zijn om in de huidige functie door te werken tot het 65ste jaar, 31% zegt daar niet toe in staat te zijn en 26% weet het niet.
* Slechts 18% van de 50-plussers wil doorwerken tot het 65ste levensjaar. Zo'n 63% van alle 50-plussers wil niet doorwerken en 19% weet het nog niet. Arbeidsparticipatie en betaalbaarheid pensioenen en gezondheidszorg De relevantie van deze onderzoeksresultaten blijkt uit het feit dat de beroepsbevolking - bij de huidige trends - na 2010 stevig zal gaan afnemen. Als de 'babyboomers' niet doorwerken tot hun 65ste maar eerder met pensioen gaan, zal de Europese beroepsbevolking zelfs al vanaf 2006 gaan afnemen. Daarom streven kabinet en de Europese Commissie ernaar ouderen langer in het arbeidsproces te houden. Als dat lukt is dat niet alleen gunstig voor de bedrijven, maar ook voor de betaalbaarheid van de sociale zekerheid, met name de pensioenen, en de gezondheidszorg.

Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2003
In november en december 2003 is een enquête uitgevoerd onder een representatieve steekproef van ruim 10.000 Nederlandse werknemers. Voor het eerst is nu een evenwichtig beeld beschikbaar van hoe het in Nederland is gesteld met zaken als werkdruk, lichamelijke en emotionele belasting in het werk, intimidatie en agressie, gevaarlijk werk, gevaarlijke stoffen en bedrijfsongevallen, stress en RSI, ziekteverzuim, de rol van de arbodiensten, te nemen arbomaatregelen, etc.

Het is de bedoeling dat de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden iedere twee jaar herhaald wordt. Hierdoor kunnen overheid en sociale partners als het ware de vinger aan de pols houden van werkend Nederland. De resultaten zullen ook fungeren als nationale 'referentiedata' in het kader van de Arboconvenanten die in diverse bedrijfssectoren afgesloten zijn of worden tussen de sociale partners en het ministerie van SZW.

TNO Arbeid heeft de belangrijkste resultaten in de brochure 'Eerste resultaten van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2003, mei 2004' opgenomen. Tegelijkertijd met deze brochure verschijnt een TNO-rapport met enerzijds uitleg over de methodologie van de enquête en anderzijds de eerste resultaten in tabelvorm. Het hele project is door TNO Arbeid inhoudelijk gecoördineerd en door het ministerie van SZW betaald.