Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Kamerstuk, 26-5-2004

Antwoorden op kamervragen van Tonkens over mogelijke daling van het gebruik van de anticonceptiepil

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

25 mei 2004

DBO-K-U-2481308

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Tonkens (Groenlinks) over mogelijke daling van het gebruik van de anticonceptiepil (2030413830).

De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

H. Hoogervorst
PDF
Antwoorden op kamervragen van Tonkens over mogelijke daling van het gebruik van de anticonceptiepil (nieuw venster)

Om het kamerstuk op te halen:

Zie het origineel
Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Tonkens over mogelijke daling van het gebruik van de anticonceptiepil.
(2030413830)
1
Kunt u het bericht bevestigen dat het gebruik van de anticonceptiepil de afgelopen maanden met 10% is gedaald? 1) Zo ja, wat is de oorzaak van die daling is? Als deze u niet bekend is, deelt u dan de mening dat het wenselijk is om deze te achterhalen? 1
De mate van het gebruik van de orale anticonceptiepil sinds het ingaan van de maatregel is op dit moment nog niet definitief vast te stellen. De daling van het aantal gedeclareerde recepten voor orale anticonceptie in de eerste maanden van 2004 is voor een deel te verklaren doordat de vrouwen eind 2003 een voorraadje hebben ingeslagen. Zorgverzekeraar CZ heeft laten weten dat zijn ziekenfondsverzekerden in december 2003 in plaats van de gebruikelijke 850.000 euro aan recepten maar liefst 1,2 miljoen euro aan recepten voor de pil hebben gedeclareerd. Uiteraard daalt het aantal recepten vervolgens in de eerste maanden van 2004 daarna scherp. Dit betekent uiteraard niet dat hiermee ook het pilgebruik in gelijke mate is gedaald. Hiernaast heeft het onderzoek van de SFK zich beperkt tot de orale anticonceptiva. Steeds meer vrouwen stappen over op het gebruik van lokale anticonceptie. Dit zijn spiraaltjes, ringen of staafjes. De spiraaltjes en staafjes beschermen vrouwen jarenlang tegen zwangerschap. In 2003 is meer dan 100.000 keer een lokaal anticonceptivum in de apotheek afgehaald, twee keer zo veel als in 2002. Ook voor deze middelen is eind 2003 een hamstereffect geconstateerd. 2
Deelt u de mening dat deze sterke daling zorgwekkend is, omdat hij leidt tot een toenamegebruik van onveiliger voorbehoedsmiddelen, en daarmee tot een toename van de kans op ongewenste zwangerschappen, en kans op overtijdsbehandelingen en abortussen? 3
In hoeverre bestaat er een relatie tussen het stoppen met de pil en de hoogte van het inkomen? Zo niet, bent u dan bereid daar een quick scan naar te laten verrichten? 2 en 3
Ik vind een eventuele daling van het gebruik van orale anticonceptie niet per definitie onwenselijk of zorgwekkend. Hier kunnen namelijk meerdere oorzaken aan ten grondslag liggen die zeker niet allemaal onwenselijk zijn, zoals het gebruik van andere vormen van veilige anticonceptie of het stoppen met het gebruik omdat bij nadere overweging op dit moment het gebruik van anticonceptie niet nodig is.
Het zou wel onwenselijk zijn als vrouwen zonder kinderwens om financiële redenen stoppen met het gebruik van hun gebruikelijke vorm van anticonceptie, hier geen andere vorm van veilige anticonceptie voor in de plaats toepassen en dat daardoor een toename in het aantal ongewenste zwangerschappen ontstaat. Op dit moment is het nog te vroeg om te kunnen stellen dat dit laatste plaatsvindt.
Ik heb met de maatregel rekening gehouden met de jongere vrouwen door voor hen tot 21 jaar anticonceptie nog wel te vergoeden. Tevens merk ik op dat, ook al wordt anticonceptie niet meer via de ziekenfondsverzekering vergoed, verreweg de meerderheid van de vrouwen deze nog wel via de aanvullende verzekering vergoed krijgt. Voor het overgrote deel van de vrouwen is er daarom ook geen enkele financiële reden om te stoppen met orale anticonceptie. Indien een vrouw niet aanvullend verzekerd is, dan nog zijn de kosten voor anticonceptie niet hoog; er is al voor 18 euro per half jaar een eerste keus pil beschikbaar. 2

4
In hoeverre valt de daling van het pilgebruik te verklaren door het feit dat de kosten van het gebruik door vrouwen vanaf 21 jaar sinds 1 januari jl. niet langer door het ziekenfonds vergoedt worden?
4
Zie mijn antwoord bij vraag 1, 2 en 3.
5
Is u bekend in welke mate een toename van het aantal ongewenste zwangerschappen en het aantal abortussen te verwachten valt bij een reductie van het pilgebruik van tien procent? 5
Momenteel is nog niet vast te stellen in hoeverre het pilgebruik is gedaald en ook niet wat een daling zou betekenen voor het voorkomen van ongewenste zwangerschap en abortus. Ik vind het niet verantwoord om te speculeren over het aantal ongewenste zwangerschappen dat ten gevolge van een veronderstelde daling van het pilgebruik van 10% zou optreden. Dit geldt ook voor abortus. Zoals in het antwoord op vraag 2 en 3 ook al is gesteld, kunnen aan een daling van het gebruik van orale anticonceptie meerdere oorzaken ten grondslag liggen. Zo kan het gebruik van anticonceptie op een bepaald moment niet nodig zijn en ook kunnen vrouwen of hun partners overgaan op een betrouwbaar alternatief. In dat geval wordt het risico op een ongewenste zwangerschap uiteraard niet vergroot. In het geval dat vrouwen er om financiële redenen voor kiezen om van anticonceptie af te stappen, terwijl dit voor hen wel aangewezen zou zijn, weten zij dat zij verhoogd risico lopen om ongewenst zwanger te worden, wanneer zij niet kiezen voor een betrouwbaar alternatief.
6
Wanneer de daling van de (relatief goedkope) pil leidt tot een toename van de (veel duurdere) overtijdsbehandelingen en abortussen, is de maatregel om het gebruik van de pil voor volwassen vrouwen niet langer via het ziekenfonds te vergoeden, dan nog wel kosteneffectief? Waar ligt het omslagpunt?
6
Ik zou in dit kader niet graag van kosteneffectiviteit met een omslagpunt willen spreken. Ik ga er van uit dat vrouwen in Nederland verantwoordelijk genoeg zijn om een dergelijk scenario niet te laten plaatsvinden. Nogmaals merk ik op dat de pil wordt door de meeste aanvullende verzekeringen nog vergoed en de meeste ziekenfondsverzekerden zijn aanvullend verzekerd. Ook zonder aanvullende verzekering zijn de kosten niet hoog. 7
Welke maatregelen kan de Kamer om de eerder geconstateerde stijging van ongewenste zwangerschappen en abortussen onder vooral jonge vrouwen van allochtone afkomst terug te dringen tegemoet zien?
7
Begin juli 2003 heb ik u een beleidsbrief gestuurd met de maatregelen om het aantal ongewenste zwangerschappen terug te dringen, met name gericht op jongeren en allochtone vrouwen. Een van de speerpunten van beleid is een integraal schoolgezondheidsbeleid. Preventie van ongewenste zwangerschap maakt daar deel van uit; doel is onder meer een adequaat aanbod te realiseren van lesmateriaal voor de verschillende leeftijden en soorten onderwijs. 3

Daarnaast heb ik de afgelopen jaren geïnvesteerd in een project om de preventie en voorlichting aan specifieke groepen allochtone vrouwen (niet afkomstig uit de 'vier grote groepen') te verbeteren. Daartoe zijn onder meer voorlichtingsplaten, een website voor allochtone vrouwen (www.anticonceptieallochtonen.nl) en een voorlichtingskoffer met basismateriaal ontwikkeld. Verder vind ik het belangrijk dat de eerstelijns medische en seksuologische hulpverlening (de voormalige Rutgers hulpverlening) goed toegankelijk is voor allochtone meisjes. Eind 2005 vindt er een brede evaluatie van de hulpverlening plaats. Daarbij zullen ook gegevens over de cliënttevredenheid mee worden genomen.
Tot slot zal ik dit jaar een onderzoek naar de achtergronden van tienerzwangerschap laten verrichten. Allochtone tieners hebben een relatief groot aandeel in het totaal aantal tienerzwangerschappen. Het onderzoek zal aanknopingspunten bieden voor preventieve interventies, vooral gericht op kwetsbare groepen allochtone jongeren. 1) NOS-teletekst, 27 april jl., Persbericht Stichting Farmaceutische Kengetallen, 27 april jl.