Erasmus
24-05-04: Met beschadiging van de kleine
bloedvaten van de hersenen grotere kans op dementie
Veel oudere mensen hebben beschadigingen van de kleine bloedvaten in
de hersenen. De gevolgen van deze beschadigde kleine bloedvaten zijn
zichtbaar op MRI-scans als kleine herseninfarcten en afwijkingen in de
witte stof van de hersenen. Een hogere leeftijd, hogere bloeddruk en
het roken van sigaretten vergroten de kans om binnen een periode van
ruim drie jaar een toename in aantal en ernst van wittestofafwijkingen
en lacunaire infarcten te krijgen, hetgeen een grotere kans om dement
of depressief te worden met zich meebrengt. Tot deze conclusie komt
Ewoud van Dijk in zijn proefschrift Oorzaken van cerebrale
microangiopathie. Hij promoveert woensdag 26 mei 2004 aan de Erasmus
Universiteit Rotterdam.
De promovendus onderzocht welke factoren betrokken zijn bij het
ontstaan van wittestofafwijkingen en lacunaire herseninfarcten. Zijn
onderzoek maakte deel uit van de Rotterdam Scan Studie, een langlopend
bevolkingsonderzoek onder ruim duizend gezonde vrijwilligers van 60
jaar en ouder, die allemaal een MRI scan van de hersenen kregen. Dit
onderzoek is een samenwerkingsverband tussen de afdelingen
Epidemiologie & Biostatistiek en Neurologie van het Erasmus MC in
Rotterdam.
Hoge bloeddruk bleek een belangrijke risicofactor voor
wittestofafwijkingen en lacunaire herseninfarcten. Mensen met
succesvol behandelde hoge bloeddruk hadden minder wittestofafwijkingen
dan mensen die ondanks therapie nog steeds een te hoge bloeddruk
hielden.
Homocysteine is een aminozuur dat beschadiging van de bloedvaten kan
veroorzaken. Mensen met een hoog homocysteine gehalte in het bloed
hadden drie keer zo vaak lacunaire herseninfarcten of ernstige
wittestofafwijkingen dan mensen met een laag homocysteine gehalte. Het
homocysteine gehalte kan worden verlaagd door het innemen van bepaalde
vitamines.
Het APOE e4 gen en het amyloïd ß eiwit spelen een belangrijke rol bij
het ontstaan van de ziekte van Alzheimer. Mensen die drager zijn van
dit APOE e4 gen en meer amyloïd ß in het bloed hebben, bleken vaker
wittestofafwijkingen en lacunaire herseninfarcten te hebben.
Een hogere leeftijd, hogere bloeddruk en het roken van sigaretten
vergroten de kans om binnen een periode van ruim drie jaar een toename
in aantal en ernst van wittestofafwijkingen en lacunaire infarcten te
krijgen. Ook ontsteking processen spelen waarschijnlijk een rol bij de
progressie van deze afwijkingen. Mensen met veel wittestofafwijkingen
en lacunaire infarcten aan het begin van het onderzoek hadden de
grootste kans op progressie van deze afwijkingen, tevens op een
verhoogde kans om een beroerte te krijgen.
Promotoren: prof.dr. M.M.B. Breteler, Epidemiologie & Biostatistiek,
en prof.dr. P.J. Koudstaal (Neurologie).