ROTTERDAM SCHOOL OF MANAGEMENT
http://www.fbk.eur.nl
Globalisering versus regionalisering
Mythe van globalisering stuit op werkelijkheid van regionalisering
Overheden onderschatten strategische diversiteit van ondernemingen in
Europa!
Terwijl globalisering op steeds meer verzet stuit, komt
regionalisering op als de belangrijkste vorm van internationale
politieke- en economische samenwerking. Maar als overheden
regionaliseringsbeleid uitzetten, zoals in de gemeenschappelijke markt
in Europa of de vrijhandelszone NAFTA in Noord Amerika, wordt er te
weinig rekening gehouden met de echte strategieën van ondernemingen.
Dit stelt Alan Muller in zijn promotieonderzoek 'De Opkomst van
Regionalisering', waarop hij op 3 juni 2004 aan de Erasmus
Universiteit Rotterdam promoveert.
Volgens Muller berust de logica achter marktintegratie te vaak op
zuiver 'economische' argumenten als rationeel handelen en reacties op
prijssignalen, terwijl ondernemingen in de werkelijkheid te maken
hebben met strategische overwegingen en gebrek aan informatie die niet
in de beleidsmodellen worden meegenomen. Nog belangrijker wellicht is
dat 'de onderneming' in beleidsmodellen meestal wordt gereduceerd tot
een generieke actor zonder dimensie of context. Hierdoor ontstaan
verkeerde verwachtingen bij de overheid voor wat betreft de manier
waarop ondernemingen, en dus 'de economie', zullen inspringen op de
beleidsmatige veranderingen die marktintegratie teweegbrengen.
Zulke mispercepties leiden tot onverwachte uitkomsten omdat bedrijven
elk een eigen strategische visie op regionalisering hebben. Paradoxaal
genoeg is dit het beste te zien bij juist de ondernemingen die zo een
belangrijke rol hebben gespeeld bij de totstandkoming van regionale
integratie in Europa en Noord Amerika. Deze machtige bedrijven, die
zowel georganiseerd als individueel hun toegang tot de politiek
gebruiken om voor marktintegratie te pleiten, hoeven niet per se
dezelfde beweegredenen te hebben als overheden. Hierdoor kunnen
overheden en ondernemingen naar hetzelfde doel toewerken zonder dat
intenties of verwachtingen gedeeld worden.
In zijn proefschrift kijkt Alan Muller juist naar de strategische
diversiteit van de allergrootste Europese en Amerikaanse ondernemingen
en hoe ze hun internationale strategie hebben ontwikkeld over de
periode 1990-2001. Hieruit ontstaat een veelzijdig beeld van niet
alleen strategieën anno 1990, maar ook van de strategische migraties
in het decennium waarin zich regionalisering voltrok. Een van de
belangrijkste conclusies is dat er weinig 'mondiale' ondernemingen
zijn, en dat de groep van regionaal georiënteerde bedrijven de
grootste groep was en blijft, zelfs onder 's werelds grootste
ondernemingen. In deze tijd van regionalisering hebben veel
ondernemingen in zowel Europa als Noord Amerika gekozen om buiten de
thuisregio te groeien, maar andere hebben juist hun regionale
oriëntatie verstevigd.
Dit betekent dat de Europese markt veel 'voller' zit met dochters van
grote bedrijven dan voorheen, terwijl het idee was juist dat bedrijven
hun productie zouden consolideren in de thuismarkt en exporteren naar
de rest van Europa. De interpenetratie en de concentratie zijn
toegenomen, wat positief is voor grote Europese ondernemingen maar
niet geheel in de geest van de gemeenschappelijke markt. De
daadwerkelijke strategieën van Amerikaanse ondernemingen komen echter
beter overeen met de verwachtingen van de Amerikaanse overheid. Dit
heeft weliswaar voor een deel te maken met de dominantie van de VS in
de NAFTA. De vrijhandelsovereenkomst weerspiegelt grotendeels de visie
van de Amerikaanse overheid, die sowieso meer in het belang van het
bedrijfsleven optreedt dan de Europese overheden.
In het geval van Europa speelt ook mee dat er zelfs op het niveau van
nationale overheden veel verschillende visies en motieven met elkaar
botsen, waardoor het nog lastiger is om ook rekening te houden met
visies op ondernemingsniveau. Verder krijgen hier sociale onderwerpen
nog steeds betrekkelijk veel prioriteit, hoezeer ook Europa de indruk
wil wekken mee te willen doen aan 'mondiale' concurrentie volgens
Amerikaanse spelregels. Meer waarde hechten aan 'sociale' belangen en
het verkeerd inschatten van de strategieën van Europa's grootste
bedrijven verklaart voor een deel waarom Europa nog steeds
(economisch) achterloopt op de VS, hoewel de vraag ook gesteld mag
worden of groei nou alles is.
Het probleem van misperceptie is voor een groot deel inherent aan de
positie van beleidsmakers bij de overheid, die op een zeer hoog
aggregatieniveau moeten opereren om het speelveld te kunnen blijven
overzien. Hierdoor moeten ze noodgedwongen modellen gebruiken die de
werkelijkheid reduceren tot een behapbaar geheel, maar daardoor veel
aan validiteit inleveren. Het heeft echter ook te maken met het leggen
van te veel nadruk op economisch denken en te weinig op bedrijfskundig
denken. Dit voorspelt problemen in de toekomst, waar verwacht wordt
dat de huidige regionaliseringstrend door zal zetten en dus dat de
polarisering tussen Noord Amerika en Europa verder toe zal nemen
De Amerikaan Alan Muller is als onderzoeker verbonden aan de Rotterdam
School of Management/Erasmus School of Business en onderzoeksdirecteur
van SCOPE Expert Center.
Voor nadere toelichting:
Erasmus Universiteit Rotterdam
Rotterdam School of Management
Afdeling Communicatie & Externe Betrekkingen
Bas Schreiner
010 4081831, b.schreiner@fbk.eur.nl
www.fbk.eur.nl
Over de Rotterdam School of Management:
Rotterdam School of Management (RSM), de business school van de
Erasmus Universiteit, is een internationaal topinstituut op het gebied
van managementonderwijs en -onderzoek. De school behoort tot de
internationale top van de business schools en is vermaard vanwege haar
internationale uitstraling en vernieuwende programma's.
27 mei 04 10:19