Gemeente Laarbeek



Laarbeek kiest voor milieuvriendelijke bestrijding

Zoals elk voorjaar en in de zomer komt er op een aantal bomen bladluis voor. Deze luizen zorgen voor overlast omdat ze de kleverige stof honingdauw produceren. Deze zeer plakkerige honingdauw komt op de onder de bomen geparkeerde auto's terecht of op tafels en stoelen van een terras. Omdat er vaak onvoldoende natuurlijke vijanden zijn kan de bladluispopulatie zich erg snel uitbreiden, zodat het moeilijk wordt de overlast te beperken.

Een natuurlijke vijand van de bladluis is het lieveheersbeestje. Om de overlast van de bladluis op een milieuvriendelijke manier in te perken zal de gemeente komende week, net als de voorgaande jaren, (larven van) lieveheersbeestjes gaan uitzetten. De beestjes worden uitgezet in straten waar lindebomen staan omdat zich hier de grootste overlast van honingdauw voordoet.

Tweestippelig lieveheersbeestje
Het soort lieveheersbeestje dat gebruikt wordt voor de biologische bestrijding van bladluis is het inheemse, tweestippelig lieveheersbeestje, de zogenaamde Adalia bipunctata. De reden van het uitzetten van een inheems lieveheersbeestje is dat er geen faunavervalsing kan optreden. Deze inheemse soort is aangepast aan het Nederlandse klimaat en kan uitstekend binnen ons ecosysteem leven en zich voortplanten. In 2002 is de Flora- en faunawet van kracht geworden. Hierin geldt een verbod op het uitzetten van dieren. Door het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij is, met het oog op het belang van biologische bestrijding, echter een toelating gegeven voor een aantal biologische bestrijders, waaronder het tweestippelig lieveheersbeestje.