CDA Rotterdam
Actueel
Rotterdam, 27 mei 2004
CDA-fractie steunt Havenplan 2020
Uit de summiere berichten in onder meer het Transport Weekblad blijkt
dat de onderhandelingen tussen college en regering voorspoedig
verlopen. Helaas werd een goed nieuws gesprek met de commissie EHM
voor 4 juni afgezegd, maar wellicht kan de wethouder toch in grote
lijnen aangeven in welke richting de raad een compromis ter zake van
aanvankelijke tegenstellingen over machtsverdeling en financiële
bijdragen van het rijk kan verwachten.
Als ik vandaag namens de fractie steun verleen aan het ontwerp, dat
het college zelf een visie noemt, dan is dat op basis van enkele
stellingen, die ik kort zal aanduiden en verdedigen.
De eerste stelling luidt onverbiddelijk, dat hoe ook het compromis met
Den Haag uitvalt, Rotterdam en zijn haven zullen hun toekomst in eigen
hand moeten nemen. En helaas onder slechte Europese omstandigheden.
Professor Welters, hoogleraar Haveneconomie aan de Erasmus
Universiteit was daar in een artikel, dat hij op Internet heeft
gepubliceerd, bepaald somber over. Hij vreest dat Europa in een reeks
van jaren geen welvaartsstijging meer te zien zal geven. China aast op
belangrijke delen van de huidige Europese productie en anders doen
India en mogelijk tot bloei komende landen in het Midden-Oosten dat
wel. Vergrijzing, regelzucht, onwil om hard ( en lang ) te werken,
immigrantenstromen, illegale arbeid, criminaliteit en nog eens extra
daar bovenop een besluiteloze overheid, haperende besluitvorming,
angst om diep te investeren. Ik durf op grond van zijn materiaal wel
te zeggen, dat het politieke klimaat zowel in Europa als in Nederland
nu niet bepaald tot grote economische groei stimuleert. Plasterk, de
goeroe van NOVA, beschouwt Europa zelfs als een zinkend schip.
Is hiermee dan het Havenplan 2020 al in de kiem gesmoord. Niet als
Rotterdam kans ziet zich te ontworstelen aan de bestuurlijke
haperingen die zich in een soort wederzijdse hindermacht van overheden
steeds meer voordoet.
Niet als Rotterdam kans ziet zich aan te passen aan de snelheid van
economisch handelen, dat steeds meer kennisintensief is en zich
wereldwijd oriënteert.
Niet als Rotterdam er in slaagt werkloosheid om te zetten in zeer
gevarieerde werkgelegenheid, waarvan de sleutelwoorden zijn:
dienstbaar, toegewijd en ambitieus. We kunnen over VMBO praten wat we
willen, maar als we die sleutelwoorden zouden kunnen omzetten in
praktische kennis en direct bruikbare vaardigheden dan al zouden we
ons als stad kunnen onttrekken aan een zeker economische slapte en
gemakzucht, waarvan de huidige Central Plan Bureau-scenarios nog wel
erg uitgaan.(NB In Nederland willen 7 van de 10 jonge werknemers geen
stap harder lopen om zelfs maar hun baan te behouden, De Volkskrant 6
jan 2004).
Maar er is meer.
En daar is mijn tweede stelling op toegesneden. Het Havenplan en het
staat er zeker al in essentie zal vooral in het teken moeten staan van
technologieontwikkeling.
Het havengebied van Rotterdam heeft nog steeds alles om juist in dat
terrein een beslissende rol te spelen, die als het ware de aanjager is
voor verdere groei van transport, voor de toepassing van kennis, van
intensief gebruik van informatietechnologie en verdere uitbreiding van
diensten van allerlei aard.
In de komende vijftig jaar is een gigantische verandering in de
energievoorziening van de wereld te verwachten, die zowel de productie
ter plaatse als het transport over de wereld omvat. Rotterdam ons
Ontwikkelingsbedrijf in eendrachtige samenwerking met het Havenbedrijf
Rotterdam zal daar de nieuwe concentratie van moeten zijn. Het sluit
aan bij onze reputatie en positie als doorvoer en opslaghaven voor
brandstoffen en De Tweede Maasvlakte mag wat dat betreft niet zoals de
regering met mevrouw Netelenbos op Verkeer en Waterstaat aanvankelijk
dacht slechts mikken op uitbreiding van de chemie sector en de groei
van de containermarkt. Wat precies kan, wanneer op het juiste moment
aangehaakt moet worden waar het gaat om bijvoorbeeld verder groei van
waterstofenergie (eventueel al aangeblazen door zonne-energie),
metallurgie met uitbuiten van warmte, die in ons havengebied als
restproduct overblijft, dat is een zaak waarvoor we nu de voorwaarden
aangeven, die neergelegd moeten worden in de definitieve streek- en
bestemmingsplannen.
Wat ik wil betogen voorzitter in een derde afsluitende stelling is dat
Rotterdam de Rijndelta opnieuw kan optillen tot de uitgesproken poort
van Europa voor wederom een lange periode.
De concurrentie van de naast aanliggende Europese havens in de Hamburg
Le Havre range kan Rotterdam met glans doorstaan wanneer we er in
slagen de Tweede Maasvlakte neer te zetten als een knooppunt van
productie, goederenverkeer, kennisuitwisseling en faciliteiten, die
alle inspelen op internationale vestiging van bedrijven, die de
toekomst in Europa sterk mede zullen bepalen.
Dat is de ambitie, die naar het gevoel van het CDA als het ware het
Havenplan 2020 verder moet drijven. Als een visie inderdaad, een visie
die flexibel is, die snel gebruik maakt van nieuwe inzichten, die
alert op nieuwe kansen kan reageren en die bovenal tot
besluitvaardigheid leidt.
In het slot van zijn Internet artikel vraagt professor Welters zich af
hoe dynamisch Europa nog kan zijn?
Rotterdam moet die vraag beantwoorden door in de komende twintig jaar
de haven een totaal nieuw aanzien te geven, verder naar de zee gericht
op innovatie en nieuwe technologie en tegelijk met zijn
oude havenbekkens meer geïntegreerd in een nieuwe stadsomgeving, die
zich niet van de haven afkeert zoals in de vorige eeuw is gebeurd,
maar naar de haven toekeert als het meest kostbare bezit wat Rotterdam
heeft.
Voorzitter, hard door mijn tijd heen, acht ik de brief van het
college, die 25 mei is gestuurd een passend antwoord op twee goede en
zakelijke debatten in de commissie EHM. Er is geen aanleiding om ook
voor ons geldende uitgangspunten ter zake van de Tweede Maasvlakte,
het Bestaand Grondgebied Rotterdam, de aanleg van 750 ha groen )en
recreatief te benutten) gebied wederom uitvoerig te bespreken. Mijn
fractie acht ook voldoende recht gedaan aan de verschillende moties
over de opzet van een eventueel havenplan of de toezegging om die
verder te benutten bij de opstelling van het bedrijfsplan van de NV
Haven Rotterdam. Wij stemmen ook in met de voorgestelde wijzigingen,
die herkenbaar terug voeren op zowel de hoorzittingen van het college
als van de commissie. Wat de status van het Havenplan betreft, wij
kunnen ons vinden in de aanpak van een beleidsplan, die eigen bestuur
en diensten bindt, als opdracht van de aandeelhouder meegegeven wordt
aan het havenbedrijf en als beleidsinbreng geldt voor het Ruimtelijk
plan Regio Rotterdam 2020.