25 mei 2004
PERSBERICHT
Promotie drs. Arjan van Rooij aan TU Eindhoven
Cruciale rol voor technologieaankopen in de chemische industrie
Industriële research is in de ogen van economen en historici
belangrijk, maar wat ook belangrijk is zijn technologiemarkten. Zo
kocht het bedrijf DSM technologie in om actief te worden in de
kunstmestindustrie. In sommige gevallen bleef het bedrijf ook nadien
technologie aankopen. Dat zegt drs. J.W. (Arjan) van Rooij in zijn
proefschrift Building Plants. Markets for Technology and Internal
Capabilities in DSMs Fertiliser Business, 1925 1970. In deze
dissertatie gaat het met name om de keuze tussen het aankopen van
technologie en het zelf ontwikkelen ervan. Het kunstmestbedrijf van
DSM, het Stikstofbindingsbedrijf SBB, vormt in de periode 1925-1970 de
focus van het onderzoek. Het SBB is geanalyseerd vanuit het
perspectief van zowel de markt voor technologie als vanuit DSMs
interne capaciteiten.
Arjan van Rooij (1974) verdedigt donderdag 27 mei zijn proefschrift
aan de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e). Promotoren zijn
prof.dr. Ernst Homburg, hoogleraar geschiedenis van wetenschap en
techniek en hun onderlinge samenhang aan de Universiteit Maastricht en
prof.dr. Johan Schot, hoogleraar historie der techniek aan de TU/e.
Arjan van Rooij studeerde in 1998 af in de cultuurwetenschappen aan de
Universiteit Maastricht. Hij werkt nu als onderzoeker bij de faculteit
Technologie Management van de TU/e aan een project op het gebied van
industriële research en innovatie in Nederland in de 20ste eeuw.
Technologiemarkten en R&D
In de loop van haar geschiedenis ontwikkelde DSM (opgericht in 1902)
zich van kolen naar chemie. De onderzoeks- en
ontwikkelingsactiviteiten (Research&Development - R&D) van het bedrijf
speelden daarbij een belangrijke rol. Onderzoeker Arjan van Rooij laat
echter zien dat dit maar een deel van het verhaal is: het aankopen van
technologie, op verschillende manieren en in verschillende vormen,
speelde een net zo belangrijke rol.
De productie van kunstmest vormt een belangrijke schakel in DSMs
transformatie van kolen naar chemie. In de jaren twintig en dertig van
de vorige eeuw was de kunstmestindustrie een vooraanstaande,
hoogtechnologische sector van de chemie, terwijl DSM een bedrijf was
geheel gericht op kolen. De markt voor technologie, gespecialiseerde
bedrijven die fabrieken bouwden voor de chemische industrie, bood DSM
de kans de kunstmestindustrie te betreden. Het kopen en verkopen van
technologie was echter geen alledaags gegeven. Eerder onderzoek heeft
laten zien dat er barrières zijn die het verhandelen van technologie
moeilijk maken, en anderzijds de eigen R&D juist belangrijk maken.
Historische studies naar R&D bevestigen dit beeld in de zin dat zij
laten zien dat het aankopen van technologie alleen belangrijk is
wanneer de eigen capaciteiten in de fase van opbouw verkeren. Door te
kijken naar de manier waarop DSM haar kunstmestfabrieken bouwde, en
met name door te kijken naar de bron van de technologie die in deze
fabrieken werd gebruikt, heeft drs. Van Rooij onderzocht waarom en hoe
technologie werd aangekocht, en waarom en hoe deze zelf werd
ontwikkeld. Verschillende factoren worden aangedragen die het aankopen
van technologie kunnen verklaren. Bovendien blijkt dat de manier
waarop technologie aangekocht wordt, en de vorm waarin het aangekocht
wordt, een cruciale rol spelen bij het overwinnen van de barrières die
technologieaankopen moeilijk maken.
Het proefschrift van Arjan van Rooij laat ook zien dat
technologieaankopen niet alleen een rol spelen als de interne
capaciteiten nog in de fase van de opbouw zitten maar ook daarna. De
eerste wagon kunstmest verliet het terrein van DSM in 1930 en pas acht
jaar later viel het besluit om een R&D-laboratorium op te zetten. Dat
laboratorium ontwikkelde zich na de Tweede Wereldoorlog tot één van de
grootste in haar soort in Nederland, maar DSM bleef technologie
aankopen. Het bedrijf ontwikkelde vooraanstaande processen en kocht
ook cruciale technologieën in. Daarbij speelde de gekozen strategie
een belangrijke rol.
In zijn dissertatie Building plants kijkt promovendus Arjan van Rooij
vanuit de fabrieken naar het kunstmestbedrijf van DSM en analyseert
hij de keuze voor het aankopen of zelf ontwikkelen van technologie.
Hij geeft zodoende een unieke kijk op de ontwikkeling van een deel van
een groot Nederlands bedrijf.