CBS

Uitgaven zorg minder hard gestegen in 2003

De uitgaven aan zorg zijn in 2003 met 8,4 procent gestegen tot bijna 57 miljard euro. Dit blijkt uit voorlopige cijfers van het CBS. In 2001 en 2002 namen de uitgaven aan zorg nog toe met respectievelijk 11,4 en 11,8 procent. Aan gezondheidszorg is vorig jaar 8,2 procent meer uitgegeven en aan welzijnszorg 9,2 procent. De stijging in de zorg is onder meer veroorzaakt door hogere loonkosten in de instellingen (groter arbeidsvolume en hogere lonen) en tariefsverhogingen bij vrije beroepsbeoefenaren.

Zorg kost 3 512 euro per persoon
In 2003 is per hoofd van de bevolking 3 512 euro uitgegeven aan zorg. Dit is een toename van 7,9 procent ten opzichte van 2002. Toen werd 3 255 euro per persoon uitgegeven. De procentuele stijging van de uitgaven aan zorg lag in 2003 aanzienlijk boven die van het bruto binnenlands product (BBP). Hierdoor is het aandeel van de uitgaven aan zorg in het BBP fors opgelopen en uitgekomen op 12,6 procent. In 2002 bedroeg dit aandeel 11,8 procent.

Uitgaven aan gezondheidszorg met 8,2 procent gestegen De uitgaven aan gezondheidszorg zijn in 2003 met 8,2 procent gestegen tot 35,7 miljard euro. Binnen de gezondheidszorg vormen de algemene ziekenhuizen de grootste categorie. De uitgaven hieraan zijn met 7,8 procent gestegen tot 9,2 miljard euro. Aan de praktijken van vrije beroepsbeoefenaren (huisartsen, specialisten, tandartsen, verloskundigen en paramedici) is in 2003 ruim 6,7 miljard euro uitgegeven. Dit is 8,7 procent meer dan in 2002. Een deel van deze toename is te verklaren uit tariefstijgingen, vooral bij huisartsen, paramedici en tandartsen. De stijging van de kosten voor huisartsenhulp wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door een verhoging van de vergoeding voor avond-, nacht- en weekenddiensten. De uitgaven aan geneesmiddelen (via apotheken en drogisterijen) stegen in 2003 met 8,2 procent tot ruim 5,1 miljard euro. De uitgaven aan verstrekkers van geestelijke gezondheidszorg (onder andere psychiatrische ziekenhuizen en RIAGG's) zijn in 2003 toegenomen met 10,3 procent tot bijna 3,6 miljard euro. Eén van de oorzaken van deze stijging is dat de budgetmaximering voor de GGZ-instellingen met ingang van 2003 opgeheven is.

Uitgaven aan welzijnszorg met 9,2 procent gestegen De stijging van de uitgaven aan welzijnszorg in 2003 was met 9,2 procent hoger dan die van de uitgaven aan gezondheidszorg. Ook in 2002 was dit het geval. Dit verschil hangt voornamelijk samen met de middelen die zijn ingezet om wachtlijsten te kunnen wegwerken. Deze middelen zijn vooral terechtgekomen bij de instellingen op het terrein van verpleging en verzorging. Binnen de welzijnszorg lieten de uitgaven aan thuiszorginstellingen verreweg de grootste stijging zien, bijna 18 procent. Aan de verstrekkers van gehandicaptenzorg is in 2003 bijna 11 procent meer uitgegeven. De uitgaven aan verpleeghuizen, verzorgingshuizen en instellingen voor kinderopvang vertoonden kleinere stijgingen.

Aandeel financieringsbronnen nagenoeg ongewijzigd
De overheid en sociale verzekeringen (AWBZ en Ziekenfondswet) financierden samen 69 procent van de uitgaven aan zorg. Zij hebben in 2003 bijna 39,2 miljard euro uitgegeven. Dit is een stijging van 8,3 procent ten opzichte van 2002. Door de particuliere zorgverzekeringen werd in 2003 bijna 7,8 miljard euro gefinancierd, 11,0 procent meer dan in 2002. De hogere stijging bij de particuliere zorgverzekeringen ten opzichte van de overheid en sociale verzekeringen wordt onder meer verklaard door de toename van het aantal particulier verzekerden (2 procent), tegenover een kleine afname van het aantal ziekenfondsverzekerden (-0,2 procent). De overige financiers hebben in 2003 voor 10,0 miljard euro bijgedragen aan de totale zorguitgaven. Dit is 6,9 procent meer dan in 2002. De overige financiers bestaan uit gezinshuishoudingen (eigen betalingen) en instellingen en bedrijven (onder andere betalingen voor kinderopvang en arbozorg).

Technische toelichting
De statistiek Zorgrekeningen is de opvolger van de statistiek Kosten en financiering van de gezondheidszorg. De Zorgrekeningen beschrijven het hele terrein van de gezondheidszorg en grote delen van de welzijnszorg, zoals instellingen voor verstandelijk en lichamelijk gehandicapten, verpleeg- en verzorgingshuizen, thuiszorg, algemeen maatschappelijk werk, sociaal pedagogische diensten, kinderopvang en opvanghuizen. Delen van de welzijnszorg die nog buiten beschouwing zijn gebleven betreffen maatschappelijk werk gericht op specifieke groepen, ouderenwerk, instellingen op het gebied van maatschappelijk advies en informatie, buurt- en clubhuiswerk en samenlevingsopbouw, emancipatie- en integratiewerk, jeugd- en jongerenwerk en overige maatschappelijke begeleiding. De gepresenteerde bedragen zijn in lopende prijzen (waardebedragen). Gegevens over prijs- en volumeontwikkelingen, verleende diensten en gebruik van diensten, alsmede over de nu nog ontbrekende delen van de welzijnszorg komen in een later stadium beschikbaar.

PB04-082
28 mei 2004
9.30 uur
Centraal Bureau voor de Statistiek
Persbericht